Th&ma Hoger Onderwijs 2021-2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TH MA 2-21
Een leven lang ontwikkelen
De bijdrage van het
hoger onderwijs ligt
volgens ons vooral in
het professioneel leren
Hoekstra & Korthagen (2011) tonen onder meer aan dat een
professionele ondersteuning van leraren hun leren professioneler
maakt. Dit is minder het geval als leraren zichzelf
moeten bijsturen, omdat ze dan minder bewust processen
van gewenste veranderingen in bijvoorbeeld hun didactiek
capteren. De bijdrage van het hoger onderwijs ligt volgens
ons dan ook in de eerste plaats in dit professioneel leren en
minder in het informeel of zelfstandig leren.
Een theoretisch raamwerk over de rol van het hoger onderwijs
in de organisatie van professionaliseringsactiviteiten
voor leraren moet ook duidelijk maken welk verschil deze
activiteiten voor leraren kunnen maken. Op die manier
komen we te weten welke doelen het hoger onderwijs kan
nastreven als ze professionaliseringsactiviteiten ontwikkelt
voor zittende leraren. Volgens Desimone (2009) en Merchie
en collega’s (2018) leiden effectieve professionaliseringsactiviteiten
ten eerste tot kennisacquisitie onder leraren over
bijvoorbeeld het vak dat ze doceren. Ten tweede kunnen
professionaliseringsactiviteiten van leraren wenselijke
veranderingen bewerkstelligen, bijvoorbeeld in de manier
waarop leraren hun leerlingen kennis bijbrengen (didactiek)
of op het gebied van de relatie tussen leraren en leerlingen.
Ten derde kunnen professionaliseringsactiviteiten leiden
tot verhoogde leerprestaties en/of een verhoogd welzijn van
leerlingen. Dit effect is waarschijnlijk ook de belangrijkste
reden om professionaliseringsactiviteiten aan leraren aan
te bieden (Veen et al., 2012). Leraren de gepaste vakkennis
en didactische vaardigheden bijbrengen via professionaliseringsactiviteiten
is nooit enkel een doel op zich, maar moet
in de eerste plaats de leerlingen ten goede komen.
Vraag blijft tot slot welke karakteristieken, programma’s
of interventies de vakkennis en didactiek verbeteren en
hiermee ook de doeltreffendheid van leraren stimuleren
(Hanushek & Rivkin, 2006; Chetty et al., 2014). Evans &
Popova (2016), Masino & Niño-Zarazúa (2016) en Burroughs
et al. (2019) bespreken aan de hand van een literatuurstudie
welke programma’s of interventies voor zittende
leraren in staat zijn om de kwaliteit van leraren te verbeteren.
Hieruit blijkt dat professionaliseringsactiviteiten het
effectiefst zijn als ze inzetten op geïndividualiseerde en
herhaalde ondersteuning van de leraren. Ook interventies
die inzetten op de skills van leraren om te differentiëren
in de klas, of om maatwerk te leveren, blijken effectief om
leerprestaties van leerlingen te verhogen (Evans & Popova,
2016). Masino & Niño-Zarazúa (2016) voegen hieraan aan
toe dat het belangrijk is om de maatschappij (bijvoorbeeld
ouders, het buurthuis of sociale werkers) te betrekken bij
veranderingsprocessen geïntroduceerd in het onderwijs,
bijvoorbeeld als de interventie inzet op sociale normen
en waarden (bijvoorbeeld genderneutraliteit of meisjes
in STEM-onderwijs (Science, Technology, Engineering,
Mathematics)).
Een laatste vraag die tot dusver onbeantwoord bleef is welke
specifieke, unieke rol of expertise het hoger onderwijs
heeft om de genoemde doelen of interventies (mee) vorm
te geven die de doeltreffendheid van leraren via professionaliseringsactiviteiten
kan verhogen. In het theoretisch
raamwerk zal duidelijk worden wat die positie volgens ons
kan zijn.
Theory of change
Figuur 1 op de pagina hiernaast presenteert het theoretische
raamwerk. De figuur visualiseert in feite een theorie over de
veranderingen geïnduceerd in het onderwijs via professionaliseringsactiviteiten
(naar analogie van het Engelstalige
begrip theory of change). We plaatsen het hoger onderwijs als
een van de bepalende factoren in de theory of change om tot
de langetermijndoelstelling te komen.
Helemaal rechts in de figuur staat de langetermijndoelstelling:
harde uitkomsten (bijvoorbeeld testscores) of zachte
uitkomsten (bijvoorbeeld welzijn) van leerlingen verbeteren.
Educatieve of nascholingsorganisaties zetten in op de
kwaliteit (of doeltreffendheid) van de leraar (via verhogen
(vak)kennis en didactische vaardigheden) om tot deze doelstelling
te komen. Helemaal links vertrekt de figuur vanuit
de actie(s) die beleidsmakers of organisaties kunnen ondernemen,
de zogenaamde ‘oplossing’, bijvoorbeeld een programma
of interventie, om leraren doeltreffender te maken.
Leraren de gepaste
vakkennis bijbrengen
moet in de eerste plaats
leerlingen ten goede komen
68