Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
12<br />
Milieu<br />
Milieu<br />
03-01<br />
ABRS 11 december 2002, nr. 200103530/1<br />
(Staatssecretaris LNV)<br />
Casus<br />
Vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet<br />
(Nbw) voor een varkenshouderijbedrijf. Het bedrijf<br />
bestaat vanaf de jaren zestig en is in het bezit van<br />
een hinderwetvergunning uit 1972. Appellante<br />
voert aan dat ten onrechte vergunning is verleend<br />
voor een bepaalde hoeveelheid depositie zonder<br />
dat in de vergunning is vastgelegd welk soort en<br />
welk aantal dieren mag worden gehouden en met<br />
welk stalsysteem. Voorts is appellante van mening<br />
dat de vergunning geweigerd had moeten worden<br />
wegens ontoelaatbare schade aan het natuurmonument<br />
‘Deurnese Peel’.<br />
Rechtsvragen<br />
1. Kan worden volstaan met het vergunnen van<br />
een hoeveelheid depositie?<br />
2. Had de vergunning moeten worden geweigerd?<br />
Uitspraak<br />
ad 1. De Afdeling is met verweerder van oordeel<br />
dat in het kader van de Nbw slechts de depositie<br />
van belang is aangezien alleen daarvan<br />
schadelijke werking uitgaat voor het natuurmonument.<br />
Dat betekent dat het er niet<br />
toe doet door wat voor soort dieren de ammoniak<br />
wordt uitgestoten, of welk stalsysteem<br />
vergunninghouder gebruikt.<br />
ad 2. Verweerder hanteert als beleidskader de<br />
volgende uitgangspunten: I. De toegestane<br />
ammoniakdepositie mag in beginsel niet<br />
meer bedragen dan de natuurlijke achtergronddepositie<br />
(15 mol zuur per hectare per<br />
jaar). II. Voor bestaande situaties geldt het<br />
stand still-beginsel hetgeen hier inhoudt dat<br />
de ammoniakdepositie in de nieuwe, gewenste<br />
situatie niet hoger mag zijn dan in de<br />
oude situatie. De bepalende datum daarbij<br />
is de aanwijzing van het desbetreffende gebied<br />
als natuurmonument. III. Aan bestaande<br />
bedrijven waarvoor een milieuvergunning<br />
is verleend zal – tijdelijk – in beginsel ook<br />
een vergunning krachtens de Nbw kunnen<br />
worden verleend, tenzij de ammoniakdepositie<br />
meer bedraagt dan 600 mol per hectare<br />
per jaar; bij een depositie die groter is<br />
dan 600 mol vindt een individuele beoordeling<br />
plaats. IV. Deze individuele beoordeling<br />
vindt plaats aan de hand van (1) de ter<br />
plaatse aanwezige achtergronddepositie, (2)<br />
de hoogte van de individuele depositie van<br />
het bedrijf en (3) de aanwezige en te beschermen<br />
natuurwetenschappelijke waarden<br />
in het natuurmonument. Verweerder<br />
stelt toepassing te hebben gegeven aan het<br />
stand still-beginsel door, gelet op de aanwijzing<br />
als beschermd natuurmonument op 11<br />
december 1980, vergunning te verlenen<br />
voor een depositie van 8721 mol die is berekend<br />
aan de hand van gegevens die zij ontleend<br />
aan de landbouwtelling van 1980. De<br />
Afdeling is van oordeel dat verweerder op<br />
grond van zijn eigen beleid de vergunningaanvraag<br />
niet diende te beoordelen aan de<br />
hand van het standstillbeginsel, maar aan<br />
de hand van de criteria die hiervoor onder IV<br />
zijn genoemd. Nu deze individuele beoordeling<br />
niet heeft plaatsgevonden, is sprake van<br />
een motiveringsgebrek. De Afdeling betrekt<br />
hierbij dat er een aanzienlijk verschil bestaat<br />
tussen de vergunde depositie (8721<br />
mol) en de grens waarboven een individuele<br />
beoordeling moet worden gemaakt (600<br />
mol).<br />
Natuurbeschermingswet, artikel 12<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:46<br />
Bij besluit van 11 mei 1998 hebben gedeputeerde staten<br />
van Noord-Brabant namens verweerder (Staatssecretaris<br />
LNV) geweigerd aan appellant sub 2 een vergunning<br />
als bedoeld in artikel 12 van de<br />
Natuurbeschermingswet te verlenen voor een varkenshouderijbedrijf.<br />
Bij besluit van 5 februari 1999 heeft verweerder<br />
het door appellant sub 2 hiertegen gemaakte bezwaar<br />
gegrond verklaard en een vergunning onder voorwaarden<br />
verleend.<br />
Bij uitspraak van 18 december 2000, nr.<br />
E01.99.0149, heeft de Afdeling het door appellanten<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003