02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

24 Milieu<br />

de Afdeling niet met vrucht worden gesteld dat de<br />

loods van appellant Van Z. geen geluidgevoelig object<br />

is. Verweerders hebben in zoverre in strijd met artikel<br />

3:2 van de Algemene wet bestuursrecht bij de voorbereiding<br />

van het bestreden besluit niet de nodige kennis<br />

vergaard omtrent de relevante feiten. Het beroep treft<br />

in zoverre doel.<br />

Het vorenstaande brengt naar het oordeel van de<br />

Afdeling overigens niet automatisch met zich, dat in<br />

een dergelijke loods verblijvende personen dezelfde bescherming<br />

dienen te krijgen als in het geval het een<br />

woning of een andere geluidgevoelige bestemming betreft.<br />

In het thans voorliggende geval dienen verweerders<br />

dan ook te bezien of, en zo ja in welke mate, de in<br />

de onderhavige loods verblijvende personen bescherming<br />

tegen geluidhinder behoeven.<br />

03-07<br />

ABRS 22 januari 2003, nr. 200203667/1 (Staatssecretaris<br />

LNV)<br />

Casus<br />

Vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet<br />

(Nbw) voor het houden van 40.000 slachtkuikens<br />

in een traditioneel stalsysteem. De gevraagde vergunning<br />

is geweigerd voor 60.000 slachtkuikens.<br />

Het bedrijf bevindt zich nabij het natuurgebied ‘De<br />

Groote Peel’. Het bedrijf is een lang bestaand bedrijf<br />

met een hinderwetvergunning uit 1969 voor<br />

40.000 slachtkuikens. De ammoniakdepositierechten<br />

voor deze kuikens bedragen 2380<br />

mol/ha/j. Ten tijde van de aanwijzing van het natuurmonument<br />

in 1990 werden (illegaal) 100.000<br />

slachtkuikens gehouden met een depositie van<br />

5950 mol. In 1994 is een vergunning ingevolge de<br />

Nbw verleend voor 100.000 slachtkuikens in een<br />

Groen Labelsysteem met een depositie van 595<br />

mol. In de praktijk bleek dit systeem niet uitvoerbaar.<br />

Appellante is van mening dat verweerder de<br />

bestaande rechten voor de ammoniakdepositie dienen<br />

te baseren op de vergunning krachtens de<br />

Nbw uit 1994 (595 mol) en niet op de feitelijke situatie<br />

ten tijde van de aanwijzing van ‘De Groote<br />

Peel’ als natuurmonument.<br />

Rechtsvraag<br />

Welke depositierechten dienen uitgangspunt te<br />

zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag?<br />

Uitspraak<br />

De Afdeling acht het toegepaste beleidskader<br />

(weergegeven onder uitspraak 03-01) niet onredelijk.<br />

Nu het Groen Label systeem niet toepasbaar is<br />

gebleken, heeft vergunninghouder in redelijkheid<br />

kunnen oordelen dat niet uitgegaan diende te worden<br />

van de in 1994 vergunde situatie. Met verwijzing<br />

naar haar uitspraak van 20 juli 2000 oordeelt<br />

de Afdeling dat de feitelijke depositie ten tijde van<br />

het voornemen tot aanwijzing van het natuurmonument<br />

als uitgangspunt dient te worden genomen<br />

bij de beoordeling van de vergunningaanvraag.<br />

Deze depositie bedroeg 5950 mol. Gelet op de uit<br />

artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn voortvloeiende<br />

verplichting om passende maatregelen<br />

te treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van<br />

de habitats niet verslechtert, heeft verweerder het<br />

niet juist geacht terug te gaan naar de situatie ten<br />

tijde van de aanwijzing van het natuurmonument.<br />

Hij heeft de aanvraag deels geweigerd. Weliswaar<br />

is de vergunde depositie (2380 mol) aanmerkelijk<br />

groter dan de 600 mol waarboven volgens het beleidskader<br />

van verweerder een individuele beoordeling<br />

moet plaatsvinden, echter ten opzichte van<br />

de feitelijke situatie ten tijde van de peildatum is<br />

sprake van een aanzienlijke vermindering van de<br />

ammoniakdepositie. Bij afweging van de betrokken<br />

belangen heeft verweerder in redelijkheid vergunning<br />

kunnen verlenen voor het houden van<br />

40.000 slachtkuikens.<br />

Natuurbeschermingswet, artikel 12<br />

EG-richtlijn 92/43 (Habitat), artikel 6, tweede<br />

lid<br />

Bij besluit van 16 november 2001 heeft de Staatssecretaris<br />

van LNV (verweerder) een vergunning als bedoeld<br />

in artikel 12 van de Natuurbeschermingswet verleend<br />

voor het houden van 40.000 slachtkuikens in een traditioneel<br />

stalsysteem. Tegen dit besluit hebben appellante<br />

en L. (hierna: vergunningaanvrager) bezwaar gemaakt.<br />

Bij besluit van 28 mei 2002 heeft verweerder de bezwaren<br />

van appellante ongegrond verklaard en de bezwaren<br />

van vergunningaanvrager niet-ontvankelijk verklaard.<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!