Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
82<br />
Ruimtelijke ordening<br />
Gelet op hetgeen ter zitting hierover is komen vast te<br />
staan, acht de Voorzitter het aannemelijk dat tegen de<br />
bestemmingsplannen geen bedenkingen zijn of zullen<br />
worden ingediend. Gelet op de termijn van twaalf<br />
weken waarbinnen alsdan de besluiten omtrent de<br />
goedkeuring bekend moeten worden gemaakt en het<br />
tijdstip waarop de zitting in de hoofdzaak, die naar verwachting<br />
van de Voorzitter eind april 2003/begin mei<br />
2003 geagendeerd zal worden, gehouden kan worden,<br />
zullen de besluiten omtrent de goedkeuring genomen<br />
worden, voordat de Afdeling uitspraak in hoofdzaak<br />
heeft kunnen doen. Onder deze omstandigheden acht<br />
de Voorzitter het noodzakelijk de concrete beleidsbeslissing<br />
in de streekplanherziening te schorsen.<br />
2.6.2. De Voorzitter onderkent dat dit tot gevolg heeft<br />
dat het college van gedeputeerde staten goedkeuring<br />
aan de eerder genoemde bestemmingsplannen gaat<br />
onthouden. De Voorzitter is echter van oordeel dat dit<br />
geen bijzondere vertraging met zich behoeft te brengen.<br />
De onthouding van goedkeuring kan beperkt blijven<br />
tot die plandelen en die planvoorschriften, die hun<br />
grondslag vinden in de concrete beleidsbeslissing. Op<br />
de te verwachten beroepen van de gemeenten Vlissingen<br />
en Borsele tegen deze onthouding van goedkeuring<br />
kan in dat geval, na uitspraak in hoofdzaak over de<br />
concrete beleidsbeslissing, op korte termijn door de Afdeling<br />
worden beslist.<br />
Indien de Afdeling in de hoofdzaak de beroepen<br />
tegen de concrete beleidsbeslissing geheel of ten dele<br />
gegrond verklaart, verwacht de Voorzitter dat de beroepen<br />
tegen de onthouding van goedkeuring van de beide<br />
bestemmingsplannen door de Afdeling ongegrond zullen<br />
worden verklaard. De bestemmingsplannen delen alsdan<br />
het lot van de concrete beleidsbeslissing.<br />
Indien de Afdeling in de hoofdzaak de beroepen<br />
tegen de concrete beleidsbeslissing ongegrond verklaart,<br />
zouden de beroepen tegen de onthouding van<br />
goedkeuring van de beide bestemmingsplannen door<br />
de Afdeling gegrond moeten kunnen worden verklaard.<br />
Teneinde dit mogelijk te maken, treft de Voorzitter tevens<br />
de voorlopige voorziening dat ingeval de Afdeling<br />
de beroepen tegen de concrete beleidsbeslissing ongegrond<br />
verklaart, de schorsing van de concrete beleidsbeslissing<br />
moet worden geacht te zijn opgeheven op de<br />
dag voor die waarop de besluiten tot onthouding van<br />
goedkeuring door het college van gedeputeerde staten<br />
van Zeeland zijn genomen.<br />
2.7. Gelet op het voorgaande wijst de Voorzitter de<br />
verzoeken toe.<br />
03-32<br />
Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak<br />
van de Raad van State van 26 februari 2003, nr.<br />
200204366/1, inzake het bestemmingsplan<br />
‘Krommenie-Zuid’ van de gemeente Zaanstad.<br />
Door de gekozen systematiek van het bebouwingspercentage<br />
per bestemmingsvlak dat percelen<br />
van meerdere eigenaren omvat, kan een beperking<br />
van bouwmogelijkheden voor de<br />
onderscheiden eigenaren ontstaan. Tijdens de<br />
looptijd van het plan kunnen daardoor de bouwmogelijkheden<br />
van appellanten afnemen zonder dat<br />
zij hier enige invloed op kunnen uitoefenen. Doordat<br />
ook anderen binnen het bestemmingsvlak bebouwing<br />
kunnen realiseren neemt het bouwpercentage<br />
voor appellanten af en dit leidt, volgens<br />
verweerder, tot rechtsongelijkheid.<br />
2.1. Het plan voorziet in een planologisch en juridisch<br />
kader voor het behoud en de versterking van de woonfunctie<br />
in Krommenie-Zuid. Het plan regelt de actualisering<br />
van het woongebied tussen de Heiligeweg, de<br />
Rosariumlaan, de Durgsloot/Molsloot en de Provinciale<br />
weg waarvoor thans verschillende plannen gelden.<br />
2.3. Appellanten voeren in beroep aan dat verweerder<br />
ten onrechte gedeeltelijk goedkeuring aan het plan<br />
heeft verleend. Zij stellen dat ten onrechte goedkeuring<br />
is onthouden aan de aanduiding ‘bebouwingspercentage<br />
50%’ dat betrekking heeft op het plandeel met de<br />
bestemming ‘Centrumvoorzieningen’, begrensd door<br />
de Heiligeweg/hoek Weverstraat, Durgsloot en Badhuislaan,<br />
dat voorziet in een bebouwingspercentage<br />
van 50%. Appellanten wensen in ieder geval een bebouwingspercentage<br />
van 100% op hun percelen te<br />
handhaven. Gelet hierop verstaat de Afdeling dat het<br />
beroep mede is gericht tegen de goedkeuring van het<br />
plandeel, nu hetgeen appellanten voorstaan alleen is<br />
te bereiken indien ook goedkeuring wordt onthouden<br />
aan dat plandeel. (...)<br />
2.4. De gemeenteraad stelt zich op het standpunt dat<br />
met het voorliggende plan het bebouwingspercentage<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003