02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Milieu kort<br />

61<br />

directe omgeving van de inrichting, ten gevolge van<br />

de uitstoot van schadelijke stoffen door mestverbrandingsinstallaties<br />

voldoende worden beperkt.<br />

Nu verweerder voornoemde bijzondere regeling tot<br />

uitgangspunt heeft genomen en niet afdoende heeft<br />

onderzocht of en in hoeverre aanvullende maatregelen<br />

dienden te worden getroffen ter bescherming van het<br />

milieu, waaronder de directe omgeving van de inrichting,<br />

is het bestreden besluit op dit punt in strijd met<br />

artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht tot<br />

stand gekomen.<br />

K18<br />

ABRS 5 maart 2003, nr. 200204187/1 (GS Gelderland)<br />

Wet milieubeheer, artikel 8.1<br />

Vernietiging oprichtingsvergunning leidt tot vernietiging<br />

veranderingsvergunning.<br />

Veranderingsvergunning krachtens de Wm voor een<br />

pluimveemestverbrandingsinstallatie. De Afdeling stelt<br />

vast dat de veranderingsvergunning onlosmakelijk is<br />

verbonden met de oprichtingsvergunning. Nu deze oprichtingsvergunning<br />

is vernietigd, is aan het besluit tot<br />

het verlenen van de veranderingsvergunning met terugwerkende<br />

kracht de grondslag komen te ontvallen.<br />

Volgt vernietiging van het bestreden besluit.<br />

spoorsysteem. Het terugdringen van de geluidsbelasting<br />

van deze inrichting vergt een forse investering<br />

die zij – door het ontbreken van financiële middelen –<br />

niet kan opbrengen. Daardoor is zij genoodzaakt om<br />

een vergunning aan te vragen zonder daarbij maatregelen<br />

te treffen om de hoge geluidsbelasting vanwege<br />

de activiteiten op het emplacement terug te dringen en<br />

zonder te kunnen aangeven wanneer zij wel over financiële<br />

middelen beschikt om deze maatregelen te treffen.<br />

De Afdeling overweegt dat in de nachtperiode<br />

sprake is van een forse overschrijding (ca 25 dB) van<br />

het referentieniveau van het omgevingsgeluid bij een<br />

groot aantal woningen in de omgeving. Gelet op de<br />

door appellante geschetste financiële omstandigheden<br />

is onvoldoende zeker of en op welke termijn de geluidshinder<br />

kan worden voorkomen dan wel in voldoende<br />

mate kan worden beperkt. Nu niet aannemelijk<br />

is geworden dat verweerder binnen de grondslag<br />

van de vergunningaanvraag toereikende voorschriften<br />

had kunnen stellen of de hinder had kunnen beperken<br />

door de vergunning partieel te weigeren, heeft zij in redelijkheid<br />

kunnen stellen dat vergunningverlening zich<br />

niet verdraagt met het belang van de bescherming van<br />

het milieu.<br />

K20<br />

Vz. ABRS 14 maart 2003, nr. 200300939/2 (Sas<br />

van Gent, thans Terneuzen)<br />

K19<br />

ABRS 12 maart 2003, nr. 200202309/1 (GS<br />

Utrecht)<br />

Wet milieubeheer, artikelen 8.10 en 8.11<br />

Vergunning voor spoorwegemplacement terecht geweigerd.<br />

Weigering aangevraagde revisievergunning krachtens<br />

de Wm voor een spoorwegemplacement. Appellante<br />

stelt dat het belang van spoorwegemplacement<br />

Utrecht evident is voor het goed functioneren van het<br />

Besluit geluidhinder spoorwegen<br />

Doorgaande treinen die zijn opgenomen in een<br />

dienstregeling vallen onder het Besluit geluidhinder<br />

spoorwegen.<br />

Oprichtingsvergunning krachtens de Wm voor een<br />

spoorwegemplacement. Verzoekster-aanvraagster om<br />

vergunning stelt dat verweerder ten onrechte de geluidsemissie<br />

van doorgaande treinen aan de inrichting<br />

toerekent. Met verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling<br />

van 23 mei 2000, nr. E03.97.0598 oordeelt de<br />

Voorzitter dat voor de beantwoording van de vraag of<br />

de geluidsbelasting van treinverkeer moet worden beoordeeld<br />

aan de hand van het Besluit geluidhinder<br />

spoorwegen (Bgs) dan wel aan de inrichting moet worden<br />

toegerekend, bepalend is of de treinen rijden onder<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!