02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Milieu<br />

39<br />

middelde geluidbelasting vanwege schietlawaai qua<br />

dosis-effectrelaties getalsmatig kan worden vergeleken<br />

met de Leq-waarde vanwege wegverkeerslawaai, blijkt<br />

volgens verweerder uit onderzoek dat is verricht door<br />

het Instituut voor Zintuigfysiologie TNO en door TNO<br />

Technische Menskunde, welk onderzoek een vervolg is<br />

op het onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan<br />

het rapport van de Interdepartementale Commissie Geluidhinder<br />

BG-HR-10-01 uit 1979. De resultaten van<br />

dit vervolgonderzoek zijn neergelegd in onder meer de<br />

rapporten IZF 1985-24, IZF 1992 A-13 en TM-98-<br />

A050 (hierna: de TNO-rapporten).<br />

Ook voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid<br />

van een bepaalde waarde van het Lr wordt in het beleidsstandpunt<br />

aansluiting gezocht bij het wegverkeerslawaai.<br />

Ter motivering hiervan wordt in paragraaf<br />

6.2 van het beleidsstandpunt gesteld dat, nu de dosiseffectrelaties<br />

van de geluidbelasting vanwege militair<br />

schietlawaai en wegverkeerslawaai getalsmatig kunnen<br />

worden vergeleken, het voor de hand ligt om voor<br />

dezelfde normstellingssystematiek te kiezen. Op grond<br />

van deze overweging is in het beleidsstandpunt aangesloten<br />

bij de systematiek voor de beoordeling van geluidhinder<br />

in zones langs wegen, zoals die is geregeld<br />

in de Wet geluidhinder. Dit heeft geleid tot het in hoofdstuk<br />

7 van het beleidsstandpunt neergelegde beoordelingskader<br />

voor het Lr:<br />

– 50 dB(A) als basisbeschermingsniveau voor nieuwe<br />

situaties en als streefwaarde voor bestaande situaties;<br />

– 55 dB(A) als richtwaarde voor het maximaal toelaatbare<br />

Lr voor bestaande situaties en voor bijzondere<br />

nieuwe situaties;<br />

– 60 dB(A) als richtwaarde voor het maximaal toelaatbare<br />

Lr voor bijzondere bestaande situaties, en<br />

– 70 dB(A) als waarde die in geen geval mag worden<br />

overschreden.<br />

Met betrekking tot de vraag of de in het beleidsstandpunt<br />

gehanteerde beoordelingsmaat Lr de geluidhinder<br />

vanwege militair schietlawaai adequaat uitdrukt, overweegt<br />

de Afdeling als volgt.<br />

De beoordelingsmaat heeft (uitsluitend) betrekking<br />

op de jaargemiddelde geluidbelasting. De Afdeling acht<br />

op zichzelf voldoende aannemelijk dat deze belasting<br />

juist wordt berekend en dat de waarde van Lr – als<br />

jaargemiddelde – qua dosis-effectrelatie getalsmatig<br />

kan worden vergeleken met de getalswaarde van het<br />

Leq van wegverkeerslawaai. In zoverre bestaat geen<br />

aanleiding voor het oordeel dat verweerder op dit punt<br />

niet van de juistheid van de TNO-rapporten heeft kunnen<br />

uitgaan.<br />

Vervolgens rijst evenwel de vraag of het aldus bepaalde<br />

Lr een volledig beeld geeft van de door het<br />

schieten veroorzaakte geluidhinder. Aan een waarde<br />

die een (jaar)gemiddelde weergeeft is inherent dat de<br />

op een bepaalde dag werkelijk optredende geluidbelasting<br />

naar boven of beneden kan afwijken van dat gemiddelde.<br />

Indien deze afwijkingen noch in de aanvraag<br />

noch in de vergunning zijn beperkt, bijvoorbeeld door<br />

het limiteren van het aantal schoten per dag, kan niet<br />

worden uitgesloten dat – mede vanwege de eigen aard<br />

van schietlawaai, dat grote variaties in het geluidniveau<br />

kent – op een bepaalde dag een veel hogere geluidbelasting<br />

optreedt dan de jaargemiddelde geluidbelasting.<br />

Naar het oordeel van de Afdeling is niet<br />

aannemelijk dat deze op een bepaalde dag werkelijk<br />

optredende geluidbelasting niet afzonderlijk van belang<br />

is voor de hinderbeleving ten gevolge van het schietlawaai.<br />

Evenmin is aannemelijk geworden dat deze hinderbeleving<br />

reeds zou zijn verdisconteerd in de gemiddelde<br />

jaarmaat van het schietlawaai. Daarom moet<br />

worden geoordeeld dat de gehanteerde beoordelingsmaat<br />

Lr geen volledig beeld geeft van de geluidhinder<br />

ten gevolge van schietlawaai. Het bepalen van de jaargemiddelde<br />

geluidbelasting van het schieten is daarom<br />

naar het oordeel van de Afdeling niet voldoende om te<br />

kunnen oordelen dat de nadelige gevolgen voor het milieu<br />

die de inrichting kan veroorzaken zijn betrokken bij<br />

de beoordeling van de aanvraag; voorzover de daadwerkelijk<br />

optredende geluidbelasting van het schieten<br />

uitstijgt boven dit gemiddelde, dient ook die geluidbelasting<br />

te worden beoordeeld. Nu in het beleidsstandpunt<br />

is miskend dat voor een goede beoordeling van de<br />

nadelige gevolgen voor het milieu niet kan worden volstaan<br />

met de beoordeling van de jaargemiddelde geluidbelasting<br />

van het schieten alleen, is het beleidsstandpunt<br />

in zoverre niet in overeenstemming met<br />

artikel 8.8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet<br />

milieubeheer.<br />

Met betrekking tot de vraag of de in het beleidsstandpunt<br />

gehanteerde normering in overeenstemming<br />

is met artikel 8.11, derde lid, van de Wet milieubeheer,<br />

overweegt de Afdeling als volgt.<br />

Met betrekking tot de geluidbelasting op dagbasis<br />

overweegt de Afdeling dat de beoordelingssystematiek<br />

is gebaseerd op de jaargemiddelde geluidbelasting en<br />

in zoverre niet kan worden gehanteerd bij de beoorde-<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!