Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
60<br />
Milieu kort<br />
ne in een dergelijk geval samen met de grens van het<br />
desbetreffende industrieterrein. Handelswijze van verweerder<br />
strijdig met artikel 59 Wgh. Volgt vernietiging<br />
van het bestreden besluit.<br />
K16<br />
ABRS 26 februari 2003, nr. 200204717/1 (Diemen)<br />
Wet milieubeheer, artikel 8.11, derde lid<br />
Vervoersplan bij voorschrift verlangd; voorschriften<br />
ter bevordering van gebruik fiets en openbaar vervoer<br />
kunnen in kader Wm niet worden verlangd.<br />
Oprichtingsvergunning ingevolge de Wm voor een bioscoopcomplex.<br />
Appellante betoogt dat in de geluidsoverlast<br />
vanwege parkeer- en verkeersbewegingen van<br />
en naar de inrichting niet kan worden beoordeeld vanwege<br />
het ontbreken van een vervoersplan in de vergunningaanvraag.<br />
De Afdeling stelt vast dat bij voorschrift<br />
is verlangd dat binnen 3 maanden na het in gebruik<br />
nemen van de inrichting een vervoersplan ter beoordeling<br />
aan verweerder dient te worden gezonden. Zonder<br />
een door verweerder goedgekeurd vervoersplan mag<br />
de inrichting niet in werking zijn. Gelet op dit voorschrift<br />
en de uitgebreide informatie in de aanvraag<br />
over de akoestische belasting van parkeer- en verkeerbewegingen,<br />
is de Afdeling van oordeel dat dit aspect<br />
voldoende kan worden beoordeeld.<br />
K17<br />
ABRS 5 maart 2003, nr. 200106102/1 (GS Gelderland)<br />
Besluit luchtemissies afvalverbranding, voorschrift<br />
1, aanhef en onder d<br />
Wet milieubeheer, artikel 8.11<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:2<br />
Niet onderzocht is of Besluit luchtemissies afvalverbranding<br />
(Bla) van toepassing is en of door het hanteren<br />
van uitsluitend de Bla-eisen de nadelige gevolgen<br />
voor het milieu in voldoende mate worden beperkt.<br />
Oprichtingsvergunning krachtens de Wm voor een verbrandingsinstallatie<br />
voor pluimveemest annex energiecentrale.<br />
Appellanten stellen dat de bij voorschrift gestelde<br />
emissiegrenswaarden voor schadelijke stoffen te<br />
hoog zijn. Verweerder stelt dat de emissiegrenswaarden<br />
zijn gebaseerd op de bijzondere regeling voor<br />
mestverwerkende bedrijven in de Nederlandse Emissie<br />
Richtlijnen (NER) en voorzover deze regeling daarnaar<br />
verwijst op emissie-eisen die zijn gesteld in het Besluit<br />
luchtemissies afvalverbranding (BLA). De Afdeling<br />
constateert dat in de bijzondere regeling wordt aanbevolen<br />
de emissie-eisen van het BLA te hanteren voor<br />
inrichtingen waar mest of fracties daarvan worden<br />
verbrand in een daartoe geëigende installatie (hierna:<br />
mestverbrandingsinstallaties). Het BLA bevat eisen<br />
voor inrichtingen die in hoofdzaak zijn bestemd voor<br />
het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen of van<br />
afvalstoffen afkomstig van bedrijven, die tezamen<br />
met huishoudelijke afvalstoffen worden verbrand.<br />
De Afdeling overweegt voorts dat in de nota van<br />
toelichting bij het BLA is gesteld dat de emissies van<br />
PCDD’s, PCDF’s en diverse zware metalen, zoals<br />
cadmium, kwik en lood, in de directe omgeving van<br />
de inrichting een belangrijke bijdrage leveren aan de<br />
achtergrondconcentraties van deze stoffen in de lucht<br />
en – ten gevolge van droge en natte deposities – aan<br />
de accumulatie hiervan in de bodem. In voorschrift<br />
1, aanhef en onder d, van Bijlage A van het BLA,<br />
voorzover hier van belang, is bepaald dat de inrichting<br />
dient te worden voorzien van een schoorsteen,<br />
die zo hoog is dat een voldoende verspreiding van de<br />
uitworp met de rookgassen gewaarborgd is. De Afdeling<br />
leidt hieruit af dat het BLA als geheel mede ziet<br />
op de bescherming van het milieu op leefniveau in de<br />
directe omgeving van inrichtingen als bedoeld in het<br />
BLA.<br />
Niet is gebleken dat in het kader van de totstandkoming<br />
van voornoemde bijzondere regeling is beoordeeld<br />
of het BLA zich leent voor overeenkomstige<br />
toepassing op mestverbrandingsinstallaties, en, indien<br />
dit het geval is, of het hanteren van uitsluitend<br />
de in het BLA gestelde emissie-eisen leidt tot voldoende<br />
beperking van de nadelige gevolgen voor het<br />
milieu in de directe omgeving van de inrichting. Hierdoor<br />
is onvoldoende duidelijk of met de verwijzing in<br />
de bijzondere regeling naar de emissie-eisen uit het<br />
BLA de gevolgen voor het milieu, waaronder die in de<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003