Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ruimtelijke ordening<br />
81<br />
schorsing van de concrete beleidsbeslissing.<br />
Tevens is ter zitting aannemelijk geworden dat niet<br />
eerder dan januari 2004 zal worden begonnen met de<br />
werkzaamheden voor de aanleg van de WCT. Tot die<br />
tijd, zo is door Hesse-Noord Natie N.V. en Zeeland Seaports<br />
verklaard, zullen enkel ondersteunende voorzieningen<br />
in het bestaande havengebied worden aangelegd.<br />
Ook in dit opzicht bestaat naar het oordeel van<br />
de Voorzitter geen aanleiding voor schorsing van de<br />
concrete beleidsbeslissing.<br />
2.6. Voor de aanleg van de WCT is een herziening van<br />
de in het gebied geldende bestemmingsplannen noodzakelijk.<br />
Het betreft de bestemmingsplannen ‘Industrieterrein<br />
Vlissingen-Oost’ van de gemeente Vlissingen<br />
en ‘Zeehaven- en Industrieterrein Sloe 1994’ van<br />
de gemeente Borsele. Verweerders en de betrokken gemeenten<br />
hebben er belang aan gehecht de procedures<br />
voor de streekplanherziening enerzijds en de bestemmingsplanherzieningen<br />
anderzijds, gecoördineerd te<br />
laten verlopen.<br />
Op pagina 28 van de streekplanherziening is over<br />
de rechtsbescherming onder meer gesteld:<br />
‘Met de vaststelling van een concrete beleidsbeslissing<br />
wordt beoogd een voor bedenkingen en beroep<br />
vatbare beslissing te nemen, die op grond van artikel<br />
24 van de Wet op de ruimtelijke ordening, in de plaats<br />
treedt van de rechtsbescherming die in het kader van<br />
een bestemmingsplanprocedure wordt geboden.’<br />
Op pagina 7 van de Beantwoording bedenkingen<br />
omtrent aangevulde ontwerpherziening streekplan<br />
Zeeland (hierna: de Beantwoording bedenkingen) is<br />
over de procedure opgenomen:<br />
‘De keuze voor een concrete beleidsbeslissing betekent<br />
dat er geen mogelijkheid bestaat tot het indienen<br />
van zienswijzen tegen de bestemmingsplannen van de<br />
gemeenten Borsele en Vlissingen waarin de aanleg van<br />
de WCT juridisch-planologisch geregeld wordt.’<br />
De ontwerpbestemmingsplannen zijn na de vaststelling<br />
van de streekplanherziening, op 31 oktober<br />
2002, ter inzage gelegd. De vastgestelde bestemmingsplannen<br />
liggen thans, zo is ter zitting gebleken,<br />
ter goedkeuring bij het college van gedeputeerde staten<br />
van Zeeland.<br />
Verweerders hebben ter zitting verklaard dat het<br />
college van gedeputeerde staten de bestemmingsplannen<br />
op korte termijn zal goedkeuren.<br />
Zij hebben er voorts op gewezen dat schorsing van<br />
het voorliggende besluit tot gevolg zal hebben dat het<br />
college van gedeputeerde staten aan de beide bestemmingsplannen,<br />
die hun grondslag vinden in de streekplanherziening,<br />
goedkeuring zal moeten onthouden.<br />
Verweerders vrezen dat de aanleg van de WCT hierdoor<br />
ernstig vertraagd zal worden.<br />
2.6.1. De Voorzitter is van oordeel dat door het gelijktijdig<br />
voeren van de procedures tot herziening van de bestemmingsplannen<br />
en tot herziening van het streekplan<br />
met daarin een concrete beleidsbeslissing, een cruciaal<br />
verlies aan rechtsbescherming zou kunnen optreden.<br />
Hij wijst er hierbij op dat, ingevolge de artikelen<br />
54, tweede lid, onder d, en 56, tweede lid, gelezen in<br />
samenhang met de artikelen 23, eerste lid, en 27, eerste<br />
en tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,<br />
tegen de besluiten tot goedkeuring van bestemmingsplannen<br />
slechts beroep kan worden ingesteld<br />
door degenen die tijdig zienswijzen en bedenkingen<br />
tegen deze plannen hebben ingebracht bij de gemeenteraad<br />
respectievelijk het college van gedeputeerde<br />
staten. Indien personen of instellingen bezwaar hebben<br />
tegen de realisering van de WCT, maar hebben afgezien<br />
van het indienen van zienswijzen en bedenkingen<br />
in het kader van de bestemmingsplanprocedures,<br />
omdat zij zich hebben laten leiden door de hiervoor aangehaalde<br />
passages uit de streekplanherziening of de Beantwoording<br />
bedenkingen dan wel door artikel 24 van<br />
de Wet op de Ruimtelijke Ordening dat bepaalt dat<br />
tegen bestemmingsplannen, voorzover de ontwerpen<br />
van deze plannen hun grondslag vinden in een concrete<br />
beleidsbeslissing, geen zienswijzen en bedenkingen<br />
kunnen worden ingediend, kunnen deze personen of instellingen<br />
niet opkomen tegen de besluiten tot goedkeuring<br />
van de bestemmingsplannen van de gemeenten<br />
Vlissingen of Borsele. Deze bestemmingsplannen treden<br />
na goedkeuring in werking en worden onherroepelijk, op<br />
grond waarvan de WCT kan worden aangelegd.<br />
Dit gevolg is niet aanvaardbaar indien, na de goedkeuring<br />
van de bestemmingsplannen, in de inmiddels<br />
aangespannen hoofdzaak de concrete beleidsbeslissing<br />
nog geheel of ten dele wordt vernietigd. Anders<br />
zou de rechterlijke beslissing voor de realisering van de<br />
WCT geen betekenis meer hebben, aangezien de realisering<br />
al op grond van de bestemmingsplannen mogelijk<br />
geworden is. In de wet is niet voorzien dat de goedkeuring<br />
van de bestemmingsplannen van rechtswege<br />
vernietigd wordt, indien de concrete beleidsbeslissing<br />
die de grondslag vormt voor die bestemmingsplannen<br />
wordt vernietigd.<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003