02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Milieu<br />

37<br />

nodig kan zijn voor de beoordeling van het ontwerp. Immers,<br />

zonder het genoemde advies ter inzage te leggen is<br />

voor derden onduidelijk welke voorschriften nu door de<br />

brandweer zijn geadviseerd zijn en welke niet. Evenmin<br />

is duidelijk of de brandweer naast de genoemde voorschriften<br />

verder nog iets heeft geadviseerd en zo ja, wat<br />

dat is. Nu verweerder dit advies niet met het ontwerp<br />

van het besluit ter inzage heeft gelegd, is het bestreden<br />

besluit in zoverre derhalve genomen in strijd met artikel<br />

3:21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb.<br />

Met betrekking tot de vraag of de Regionale Inspecteur<br />

Milieuhygiëne (verder te noemen: de Inspecteur)<br />

een kopie van het ontwerp van het besluit heeft ontvangen,<br />

overweegt de Afdeling het volgende. Bij de<br />

stukken bevindt zich een brief van verweerder van 22<br />

augustus 2001, waarin de geadresseerde wordt medegedeeld<br />

dat bijgaand een afschrift van het ontwerp van<br />

het besluit wordt toegezonden. Voorts wordt de geadresseerde<br />

in die brief in de gelegenheid gesteld adviezen<br />

of bedenkingen in te dienen naar aanleiding van<br />

het ontwerp. Op de verzendlijst bij deze brief komt de<br />

Inspecteur evenwel niet voor. Ter zitting heeft verweerder<br />

bevestigd dat het ontwerp van het besluit niet is<br />

toegestuurd aan de Inspecteur. Daarentegen worden<br />

volgens verweerder, conform een door de Inspectie Milieuhygiëne<br />

onder bevoegde gezagsorganen verspreid<br />

verzoek, maandelijks lijsten verzonden waarop is vermeld<br />

ten aanzien van welke inrichtingen een (ontwerp-)<br />

besluit is genomen. Op deze lijsten wordt de naam van<br />

de betreffende inrichting en de datum van de aanvraag<br />

vermeld. Ook in dit geval zou de Inspecteur via een<br />

dergelijke maandelijkse lijst door verweerder attent zijn<br />

gemaakt op het ontwerp van het besluit. Ter zitting<br />

heeft verweerder desgevraagd niet kunnen aangeven<br />

op welke datum deze maandelijkse lijst aan de Inspecteur<br />

is verzonden.<br />

De Afdeling overweegt dat artikel 3:23, eerste lid,<br />

van de Awb met zich brengt dat de Inspecteur in de gelegenheid<br />

moet worden gesteld om zijn advies over het<br />

ontwerp van het besluit uit te brengen binnen vier<br />

weken na de dag waarop dat ontwerp ter inzage is gelegd.<br />

Met de hiervoor omschreven praktijk van de<br />

maandelijkse lijsten is evenwel niet gegarandeerd dat<br />

de Inspecteur op een dusdanig tijdstip op de hoogte<br />

wordt gebracht van het bestaan van het ontwerp van<br />

het besluit, dat hij nog in de gelegenheid is binnen de<br />

genoemde termijn van vier weken een advies uit te<br />

brengen over het ontwerp van het besluit. Doordat de<br />

lijsten maandelijks worden verstuurd, is het zelfs niet<br />

uitgesloten dat de Inspecteur eerst nadat de termijn<br />

van artikel 3:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht<br />

is verstreken, op de hoogte raakt van het<br />

bestaan van het ontwerp. Hierdoor wordt de mogelijkheid<br />

om tijdig over het ontwerp te adviseren illusoir.<br />

Gelet op het vorenstaande is de Afdeling van oordeel<br />

dat de praktijk van de maandelijkse verzending van<br />

lijsten zoals boven omschreven in strijd is met artikel<br />

8.7, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer. Nu<br />

verweerder de Inspecteur in dit geval met een dergelijke<br />

lijst op de hoogte heeft gesteld van het bestaan<br />

van het ontwerp van het besluit, moet worden geoordeeld<br />

dat verweerder in strijd met voornoemd artikellid<br />

heeft gehandeld.<br />

Aangezien niet valt uit te sluiten dat belanghebbenden<br />

door bovengenoemde schendingen van artikel<br />

3:21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb en artikel<br />

8.7, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer<br />

zijn benadeeld, ziet de Afdeling geen aanleiding het bestreden<br />

besluit met toepassing van artikel 6:22 van de<br />

Algemene wet bestuursrecht in stand te laten.<br />

Nu het bestreden besluit vanwege het vorenstaande<br />

reeds in zijn geheel voor vernietiging in aanmerking<br />

komt, ziet de Afdeling geen aanleiding de overige beroepsgronden<br />

te bespreken.<br />

03-13<br />

ABRS 19 februari 2003, nr. 200002139/2 (Minister<br />

VROM)<br />

Casus<br />

Revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer<br />

voor een schietterrein van defensie. Appellanten<br />

vrezen geluidshinder en voeren in dit verband aan<br />

dat ten onrechte alleen een maximum is gesteld<br />

aan het aantal te lossen schoten per jaar. Verweerder<br />

heeft ter beoordeling van militair schietlawaai<br />

een door hem ontwikkeld beleidsstandpunt gehanteerd,<br />

hetwelk is vastgelegd in een notitie van 17<br />

oktober 2002. In dit beleidsstandpunt wordt voor<br />

wat betreft de beoordeling van militair schietlawaai<br />

aangesloten bij de beoordelingssystematiek<br />

van wegverkeerslawaai dat als even hinderlijk<br />

wordt ervaren. Aangezien de berekening van de<br />

equivalente geluidsbelasting (Leq) vanwege weg-<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!