Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Korte samenvatting van overige<br />
Milieu kort<br />
uitspraken 55<br />
K1<br />
ABRS 20 november 2002, nr. 200103586/1 (GS<br />
Limburg)<br />
Wet milieubeheer, artikelen 8.10 en 8.11<br />
Circulaire Natte Grindwinningen niet van toepassing<br />
op ruiming van depot.<br />
Veranderingsvergunning krachtens de Wm voor inrichting<br />
bestemd voor de winning van grind. Appellanten<br />
hebben geluidshinder als bezwaar aangevoerd. De<br />
destijds verleende vergunningaanvraag is beoordeeld<br />
aan de hand van de circulaire Natte grindwinningen<br />
van 27 februari 1992. Op grond van deze circulaire<br />
kunnen tijdelijk hogere geluidsgrenswaarden worden<br />
toegestaan voor het equivalente geluidsniveau wegens<br />
het tijdelijke karakter van een grindwinning. De Afdeling<br />
overweegt dat de gestelde geluidsgrenswaarden<br />
betrekking hebben op zowel het grindwinproces als de<br />
aanleg en ruiming van het depot. Laatstgenoemde activiteiten<br />
kunnen niet worden aangemerkt als grindwinning<br />
in de zin van de circulaire. In de vergunning is<br />
verder niets bepaald omtrent de duur van de ruiming<br />
van het depot. Onvoldoende motivering waarom bij de<br />
beoordeling van de geluidsbelasting vanwege het ruimen<br />
van het depot onverkort kon worden aangesloten<br />
bij de circulaire Natte grindwinningen. Volgt vernietiging<br />
van het bestreden besluit.<br />
Naschrift<br />
Deze uitspraak verschaft inzicht in de interpretatie en<br />
reikwijdte van de Circulaire Natte grindwinningen uit<br />
1992. Deze circulaire is destijds uitgebracht als aanvulling<br />
op de circulaire industrielawaai uit 1979 en is<br />
speciaal bedoeld voor grindwinningen die niet aan de<br />
eisen uit de laatstgenoemde circulaire kunnen voldoen.<br />
De zogenaamde ‘dubbele tijdelijkheid’ (grindwerktuigen<br />
verplaatsen zich binnen het concessiegebied en<br />
een ontgronding is altijd beperkt in de tijd) is als argument<br />
gebruikt om hogere geluidsniveaus te vergunnen.<br />
In de loop der jaren is de toepassing van de circulaire<br />
verruimd tot industriezandwinningen waarbij soortgelijke<br />
apparatuur wordt ingezet en waarbij sprake is van<br />
dubbele tijdelijkheid. In de tot nu toe gevormde jurisprudentie<br />
is altijd als voorwaarde voor de verruimde<br />
toepassing gesteld dat er een deugdelijke motivering<br />
aan het besluit ten grondslag moet liggen. Vergunningverlenende<br />
instanties hebben in de loop der jaren de<br />
circulaire ook verruimd tot depotvorming. Bij depotvorming<br />
ligt een winwerktuig gedurende een langere<br />
tijd op dezelfde plaats en hierdoor worden steeds dezelfde<br />
woningen aan geluidbelasting blootgesteld. In<br />
deze uitspraak wordt aangegeven dat depotvorming<br />
en ruiming niet vallen binnen de reikwijdte van de<br />
circulaire waardoor niet zonder meer kan worden<br />
aangesloten bij de beoordelingssystematiek uit de<br />
circulaire. Hoewel niet expliciet vermeld betekent dit<br />
in beginsel dat de beoordeling op grond van de Handreiking<br />
industrielawaai en vergunningverlening 1998<br />
moet plaatsvinden. (Zie ook de uitspraak van 1 juni<br />
2001, nr. E03.98.1558, K54 in StAB-nieuwsbrief<br />
3-2001). De onderhavige uitspraak bevat nog een<br />
vermeldingswaardig aspect. Voorafgaand aan de vergunningverlening<br />
dient – ondanks het feit dat hiervoor<br />
nog geen algemeen aanvaarde normstelling bestaat<br />
– onderzoek plaats te vinden naar laagfrequent<br />
geluid.<br />
Tjeerd van der Meulen<br />
K2<br />
ABRS 11 december 2002, nr. 200003826/1<br />
(minister VROM)<br />
Wet geluidhinder, artikelen 71 en 72<br />
Bij opstellen saneringsprogramma Wet geluidhinder<br />
kan geluidsbelasting vanwege toekomstige ontwikkelingen<br />
op industrieterrein geen rol spelen.<br />
Besluit tot vaststelling hogere geluidsgrenswaarden<br />
vanwege de industrieterreinen ‘Europoort’. Door appellanten<br />
is aangevoerd dat de bestreden hogere<br />
grenswaarden onvoldoende ruimte laten voor de<br />
vestiging van nieuwe bedrijven op de braakliggende<br />
gedeelten van de industrieterreinen. De Afdeling<br />
overweegt dat uit artikel 71 Wgh volgt dat in een saneringsprogramma<br />
maatregelen worden opgenomen<br />
om de bestaande geluidsbelasting te beperken tot 55<br />
dB(A). Mitsdien kan de geluidsbelasting vanwege<br />
mogelijk in de toekomst te vestigen bedrijven bij het<br />
opstellen van het saneringsprogramma geen rol spelen.<br />
Het bestreden besluit kon wat de toekomstige<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003