Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ruimtelijke ordening<br />
77<br />
toegekend om te beslissen op beroepen tegen besluiten<br />
als het onderhavige.<br />
De grief dat de bevoegdheid om te beslissen op een<br />
beroep als het onderhavige, gelet op artikel 6, eerste<br />
lid, van het EVRM, niet aan de Afdeling had mogen<br />
worden opgedragen, faalt, aangezien de genoemde bepaling,<br />
zoals hiervoor reeds aangegeven, niet ziet op<br />
de attributie van rechterlijke bevoegdheid, maar op de<br />
eisen waaraan de gerechten van een Verdragsstaat<br />
moeten voldoen. Artikel 6, eerste lid, van het EVRM<br />
kan dan ook geen afbreuk doen aan de bevoegdheid<br />
die de wet aan de Afdeling heeft toegekend.<br />
De Afdeling merkt nog op dat appellanten, ingevolge<br />
artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht,<br />
tot en met de behandeling van hun beroep ter zitting<br />
de mogelijkheid hebben gehad één of meer leden van<br />
de Afdeling die zijn aangewezen voor de behandeling<br />
van hun beroep, te wraken op grond van feiten of omstandigheden<br />
waardoor de rechterlijke onpartijdigheid<br />
schade zou kunnen lijden. Van die mogelijkheid hebben<br />
zij geen gebruik gemaakt.<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 7:12<br />
Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 19<br />
2.1. Het bouwplan voorziet in een uitbreiding van de<br />
bedrijfsruimte met 835 m 2 , aansluitend op de bestaande<br />
bedrijfsruimte.<br />
2.2. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan<br />
rust op de gronden waarop het bouwplan is geprojecteerd<br />
enerzijds de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden<br />
(B)’ met de subbestemming ‘BIIsl (slachterij)’ en<br />
anderzijds de bestemming ‘Agrarische doeleinden (A)’.<br />
Voor het gedeelte van het perceel met de bestemming<br />
‘Bedrijfsdoeleinden (B)’ geldt ingevolge artikel 13,<br />
vierde lid, aanhef en onder b, van de planvoorschriften<br />
een bebouwingspercentage van maximaal 71.<br />
2.3. Niet in geschil is dat ten tijde van het nemen van<br />
de beslissing op bezwaar aan de wettelijke vereisten<br />
voor het toepassen van de zogeheten anticipatieprocedure<br />
was voldaan.<br />
2.1.3. Gezien het voorgaande ziet de Afdeling geen<br />
aanleiding zich onbevoegd te achten voor de behandeling<br />
van dit beroep wegens strijd met artikel 6 van het<br />
EVRM. In verband hiermee behoeft het beroep op artikel<br />
13 van het EVRM geen bespreking.<br />
03-29<br />
Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak<br />
van de Raad van State van 12 februari 2003, nr.<br />
200204123/1, inzake een vrijstelling ex artikel 19<br />
WRO, gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle.<br />
Door het verlenen van de vrijstelling voor de gewijzigde<br />
situering van het bouwblok die de beoogde<br />
uitbreiding mogelijk maakt, zijn geenszins de in<br />
het bestemmingsplan voorgeschreven bouwmogelijkheden<br />
vervallen. Derhalve is sprake van een<br />
uitbreiding van de toegestane bebouwingsoppervlakte.<br />
Verder kan niet door middel van een aan de<br />
vrijstelling of bouwvergunning te verbinden voorwaarde<br />
het reeds ingevolge het bestemmingsplan<br />
toegestane maximale bebouwingspercentage worden<br />
teruggebracht.<br />
2.4. Appellante betoogt dat de rechtbank ten onrechte<br />
heeft geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel<br />
dat burgemeester en wethouders bij de afweging van<br />
de betrokken belangen niet in redelijkheid van de bevoegdheid<br />
om vrijstelling te verlenen gebruik hebben<br />
kunnen maken.<br />
2.6. Het college hanteert, zoals desgevraagd ter zitting<br />
is medegedeeld, het beleidsuitgangspunt dat in het algemeen<br />
geen vrijstelling wordt verleend ten behoeve<br />
van de vestiging van niet-agrarische bedrijven op agrarische<br />
bestemmingen. Voorzover dergelijke bedrijven<br />
reeds legaal zijn gevestigd in het buitengebied hanteert<br />
het college het beleidsuitgangspunt dat uitbreiding<br />
met een percentage van 10 à 15 is toegestaan.<br />
In afwijking van dit beleid heeft het college in dit<br />
geval toch vrijstelling verleend, waarbij mede bepalend<br />
is geweest dat de totale oppervlakte van de beoogde<br />
uitbreiding op de beide bestemmingen blijft onder de<br />
reeds ingevolge het bestemmingsplan op de bestemming<br />
bedrijfsdoeleinden toegestane percentage van<br />
71. Het college heeft slechts een wijziging van de situering<br />
van het bouwblok willen toestaan, opdat de beoogde<br />
uitbreiding zou kunnen worden gerealiseerd.<br />
2.7. Hoewel de Afdeling met de rechtbank van oordeel<br />
is dat in dit geval, gelet op de dreigende sluiting van<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003