Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ruimtelijke ordening<br />
65<br />
Nu het ontwerp van het streekplan ter inzage is gelegd<br />
voor inwerkingtreding van de gewijzigde<br />
WRO, maar het besluit tot vaststelling daarna is<br />
bekend gemaakt, is de gewijzigde wet niet van betekenis<br />
voor de beoordeling van het geschil, maar<br />
wel voor de mogelijkheid van het maken van bezwaar<br />
en het instellen van beroep.<br />
Wet tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke<br />
Ordening, artikel VI<br />
2.1. Op 3 april 2000 zijn in werking getreden de Wet<br />
tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />
van 1 juli 1999 (Stb. 302) en het Besluit tot wijziging<br />
van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985<br />
van 15 oktober 1999 (Stb. 447).<br />
Uit artikel VI, tweede lid, van genoemde wet volgt<br />
dat dit geschil, nu het ontwerp van het plan ter inzage<br />
is gelegd vóór 3 april 2000, moet worden beoordeeld<br />
aan de hand van het vóór die datum geldende recht.<br />
Uit artikel VI, derde lid, van genoemde wet volgt<br />
dat dit geschil, nu het besluit tot vaststelling van het<br />
plan is bekend gemaakt na 3 april 2000, wat betreft<br />
de mogelijkheid van het maken van bezwaar en het instellen<br />
van beroep moet worden beoordeeld aan de<br />
hand van het vanaf die datum geldende recht.<br />
03-20<br />
Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak<br />
van de Raad van State van 18 december 2002, nr.<br />
200102856/1, inzake het stadsvernieuwingsplan<br />
‘IJlst-kom’ van de gemeente Wymbritseradiel.<br />
Het stadsvernieuwingsplan is gebaseerd op artikel<br />
31 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.<br />
Deze wet noch een andere wet kent een<br />
uitdrukkelijke bepaling waarin is opgenomen dat<br />
de Afdeling bevoegd is in eerste en enige aanleg te<br />
oordelen over een dergelijk besluit. Hierbij is van<br />
belang dat evengenoemd wetsartikel niet van overeenkomstige<br />
toepassing verklaart hoofdstuk IXA<br />
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarin<br />
beroep bij de Afdeling tegen de goedkeuringsbeslissing<br />
omtrent een bestemmingsplan mogelijk is<br />
gemaakt.<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 6:15, eerste<br />
lid, en artikelen 8:1 en 8:6<br />
Wet op de Ruimtelijke Ordening, hoofdstuk IXA<br />
Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, artikel<br />
31<br />
2.1. Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht<br />
(verder: de Awb) kan een belanghebbende<br />
tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.<br />
Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit<br />
waartegen beroep bij een andere administratieve rechter<br />
kan of kon worden ingesteld, aldus artikel 8:6 van<br />
de Awb. Bij een andere administratieve rechter kan<br />
slechts beroep worden ingesteld indien daarvoor een<br />
uitdrukkelijke wettelijke basis bestaat.<br />
2.2. Vaststaat dat het hier bestreden besluit is gebaseerd<br />
op artikel 31 van de Wet op de stads- en<br />
dorpsvernieuwing. Deze wet noch een andere wet kent<br />
een uitdrukkelijke bepaling waarin is opgenomen dat<br />
de Afdeling bevoegd is in eerste en enige aanleg te oordelen<br />
over een dergelijk besluit. Hierbij is van belang<br />
dat evengenoemd wetsartikel niet van overeenkomstige<br />
toepassing verklaart hoofdstuk IXA van de Wet op<br />
de Ruimtelijke Ordening waarin beroep bij de Afdeling<br />
tegen de goedkeuringsbeslissing omtrent een bestemmingsplan<br />
mogelijk is gemaakt.<br />
2.3. Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel<br />
dat in dit geval geen aanleiding bestaat van de<br />
hoofdregel af te wijken dat in eerste instantie beroep<br />
bij de rechtbank dient te worden ingesteld. Derhalve is<br />
zij onbevoegd van de beroepen kennis te nemen. De<br />
beroepschriften zullen met toepassing van artikel<br />
6:15, eerste lid, van de Awb worden doorgezonden<br />
naar de rechtbank te Leeuwarden.<br />
Noot: De Wet op de Ruimtelijke Ordening zoals die<br />
luidde tot 3 april 2000 regelde in hoofdstuk IV, artikel<br />
28, lid 7, het beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak<br />
van de Raad van State tegen een besluit<br />
omtrent goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge<br />
artikel 31 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing<br />
wordt een stadsvernieuwingsplan voor de<br />
toepassing van deze en andere wetten gelijkgesteld<br />
met een bestemmingsplan. Verder is bepaald dat de<br />
hoofdstukken IV, V, VII en VIII van de Wet op de Ruimtelijke<br />
Ordening van overeenkomstige toepassing zijn.<br />
In de op 3 april 2000 in werking getreden wijziging<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003