Nieuwsbrief
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
voldoende wordt verruimd. Hij ziet voorts geen aanleiding<br />
het bebouwingspercentage (...) aan te passen.<br />
Ruimtelijke ordening<br />
03-33<br />
83<br />
2.5. Verweerder heeft het plan gedeeltelijk goedgekeurd.<br />
Bij het bestreden besluit heeft verweerder goedkeuring<br />
onthouden aan het bebouwingspercentage van<br />
50% dat is toegekend aan het onder overweging 2.3<br />
omschreven plandeel in zijn geheel. Door de gekozen<br />
systematiek van het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak<br />
in combinatie met de bestemming<br />
‘Centrumvoorzieningen’ kan aldus een beperking van<br />
bouwmogelijkheden voor de onderscheiden eigenaren<br />
ontstaan. Tijdens de looptijd van het plan kunnen<br />
daardoor de bouwmogelijkheden van appellanten afnemen<br />
zonder dat zij hier enige invloed op kunnen uitoefenen.<br />
Doordat ook anderen binnen het bestemmingsvlak<br />
bebouwing kunnen realiseren neemt het<br />
bouwpercentage voor appellanten af en dit leidt, volgens<br />
verweerder, tot rechtsongelijkheid. (...)<br />
Uitspraak van de rechtbank Arnhem van 11 maart<br />
2003, nrs. 01/356 WRO19 en 01/631 WRO19,<br />
inzake o.a. een voorbereidingsbesluit van de gemeente<br />
Overbetuwe.<br />
Het in het voorbereidingsbesluit opgenomen<br />
aanlegvergunningenstelsel bevat voorschriften die<br />
een zelfstandige normstelling inhouden en zich<br />
lenen voor herhaalde toepassing. Derhalve dienen<br />
deze voorschriften te worden aangemerkt als algemeen<br />
verbindende voorschriften, waartegen geen<br />
bezwaar kan worden gemaakt.<br />
Algemene wet bestuursrecht, artikel 7:2, eerste<br />
lid en artikel 8:2, aanhef en onder a<br />
Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikelen 14 en<br />
21, eerste en derde lid<br />
2.6. Uit het verweerschrift en het verhandelde ter zitting<br />
is gebleken dat verweerder, anders dan hij in zijn<br />
besluit heeft aangegeven, naast de onthouding van<br />
goedkeuring aan het bebouwingspercentage ook goedkeuring<br />
had willen onthouden aan het plandeel met de<br />
bestemming ‘Centrumvoorzieningen’. Verweerder heeft<br />
toegelicht dat in het kader van een plan ingevolge artikel<br />
30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening alsdan<br />
zou dienen te worden bezien welk bebouwingspercentage<br />
of -percentages per perceel van belang zijn indien<br />
behoefte bestaat aan een differentiatie. Door alleen<br />
goedkeuring te onthouden aan het bebouwingspercentage<br />
zou het gehele bouwvlak kunnen worden volgebouwd,<br />
hetgeen, zoals uit de overwegingen van het besluit<br />
blijkt, niet de bedoeling was.<br />
De Afdeling is van oordeel dat verweerder terecht<br />
heeft geconstateerd dat onduidelijkheden kunnen ontstaan<br />
over de bebouwingsmogelijkheden van de in geding<br />
zijnde gronden. Mitsdien bestaat er aanleiding<br />
verweerder in zijn opvatting dat ook aan de bestemming<br />
‘Centrumdoeleinden’ goedkeuring had moeten<br />
worden onthouden, te volgen zodat dit deel van het beroep<br />
gegrond is en het bestreden besluit op de hierna<br />
aangegeven wijze dient te worden vernietigd. De Afdeling<br />
zal op de hierna te vermelden wijze in de zaak<br />
voorzien en bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de<br />
plaats treedt van het vernietigde besluit.<br />
(...)<br />
2. Procesverloop<br />
Bij besluit van 27 juni 2000 heeft de raad van de voormalige<br />
gemeente (...), de rechtsvoorganger van verweerder<br />
2, verklaard dat een herziening van een bestemmingsplan<br />
wordt voorbereid voor de Betuweroute,<br />
en wel voor het gebied zoals dat met een gele omlijning<br />
is aangegeven op de bij dit besluit behorende en<br />
als zodanig gewaarmerkte tekening nr. 99.143 (voorbereidingsbesluit).<br />
In dit besluit is een aanlegvergunningstelsel<br />
opgenomen.<br />
(...)<br />
3. Overwegingen<br />
(...)<br />
Ingevolge artikel 14 van de WRO kan bij een bestemmingsplan<br />
worden bepaald, dat het verboden is<br />
binnen een bij het plan aan te geven gebied bepaalde<br />
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden<br />
uit te voeren zonder of in afwijking van een schriftelijke<br />
vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning),<br />
voorzover zulks noodzakelijk is:<br />
a. om te voorkomen, dat een terrein minder geschikt<br />
wordt voor de verwerkelijking van de daaraan bij<br />
het plan gegeven bestemming;<br />
b. ter handhaving en ter bescherming van een verwerkelijkte<br />
bestemming als bedoeld onder a.<br />
NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003