02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

30 Milieu<br />

Uitspraak<br />

ad 1. Verweerders hebben de door B & W gevolgde<br />

procedure voortgezet vanaf het moment<br />

dat moest worden beslist op de bedenkingen<br />

die (destijds) waren ingebracht naar aanleiding<br />

van het ontwerp-besluit van B & W van<br />

Almelo. Verweerders hebben deze bedenkingen<br />

bij hun besluitvorming betrokken maar<br />

zelf geen ontwerp-besluit genomen. Op de<br />

aan een vernietigd besluit ten grondslag liggende<br />

bestuurlijke procedure kan bij het opnieuw<br />

voorzien worden teruggevallen, tenzij<br />

herstel van de gebreken noopt tot het opnieuw<br />

doorlopen van de procedure of tot<br />

aanvulling van die procedure. De reden voor<br />

vernietiging van het besluit van B & W van<br />

Almelo is gelegen in een bevoegdheidsgebrek.<br />

Het systeem van de Awb en Wm brengen<br />

in een dergelijk geval met zich dat de<br />

eerste procedure niet mede ten grondslag<br />

kan worden gelegd aan het hernieuwde besluit,<br />

maar dat bij de voorbereiding van dit<br />

nieuwe besluit opnieuw toepassing moet<br />

worden gegeven aan de paragrafen 3.5.2<br />

t/m 3.5.5 van de Awb. Nu verweerders naar<br />

aanleiding van de uitspraak van de Afdeling<br />

een nieuw besluit hebben genomen zonder<br />

daaraan voorafgaand een ontwerp-besluit<br />

op te stellen en ter inzage te leggen, is gehandeld<br />

in strijd met het systeem van de<br />

wet.<br />

ad 2. Met verwijzing naar het deskundigenbericht<br />

van de StAB meent de Afdeling dat verweerders<br />

zich in redelijkheid op het standpunt<br />

hebben kunnen stellen dat het toepassen<br />

van tapijtsnippers in de paardenbak, gelet<br />

op de constructie ervan, niet leidt tot zodanige<br />

bodem- en grondwaterverontreiniging<br />

dat de vergunning om die reden geweigerd<br />

had moeten worden dan wel nadere voorschriften<br />

aan de vergunning hadden moeten<br />

worden verbonden.<br />

Wet milieubeheer, artikelen 8.10 en 8.11<br />

Algemene wet bestuursrecht, paragrafen 3.5.2<br />

t/m 3.5.5<br />

Bij besluit van 18 december 2001 heeft het college<br />

van gedeputeerde staten van Overijssel (verweerder)<br />

krachtens de Wet milieubeheer – voorzover hier van<br />

belang – vergunning verleend voor het oprichten en in<br />

werking hebben van een manege, paardenpension en<br />

handelstal voor paarden.<br />

Overwegingen<br />

Op 24 februari 1999 is bij het college van burgemeester<br />

en wethouders van Almelo (hierna: het college)<br />

een aanvraag om een oprichtingsvergunning ingediend<br />

voor een, feitelijk reeds bestaande,<br />

paardenhouderij. Het college heeft bij besluit van 3<br />

augustus 1999 krachtens de Wet milieubeheer vergunning<br />

verleend voor 13 volwassen paarden, 1<br />

paard in opfok en 14 volwassen pony’s. De Afdeling<br />

heeft dit besluit bij uitspraak van 14 mei 2001, nummer<br />

199902343/1, vernietigd vanwege een bevoegdheidsgebrek.<br />

De Afdeling oordeelde dat de tapijtsnippers<br />

die de bodem van de paardrijbak<br />

bedekken, moeten worden beschouwd als afvalstof<br />

en dat, nu meer dan 50 m 3 tapijtsnippers in de<br />

paardrijbak als bodembedekker is toegepast, niet het<br />

college, maar verweerder het bevoegd gezag is om te<br />

beslissen op de aanvraag. Naar aanleiding van deze<br />

uitspraak heeft verweerder vervolgens de behandeling<br />

van de aanvraag overgenomen en heeft hij bij het<br />

thans bestreden besluit – onder het stellen van een<br />

aantal nieuwe voorschriften – opnieuw vergunning<br />

verleend.<br />

Appellanten stellen in hun beroepschrift allereerst<br />

dat moet worden gevreesd voor bodemvervuiling als<br />

gevolg van het uitlogen van de als bodembedekker dienende<br />

tapijtsnippers, door deze buiten, zonder enige<br />

bodembeschermende voorzieningen toe te passen. In<br />

verband hiermee voeren zij aan dat de tapijtsnippers<br />

moeten worden aangemerkt als gevaarlijke afvalstof en<br />

dat niet is aangetoond dat het op de bodem brengen<br />

van tapijtsnippers milieuhygiënisch gezien verantwoord<br />

is.<br />

Verweerder heeft met betrekking tot het gebruik van<br />

tapijtsnippers voorschriften in de vergunning opgenomen,<br />

waarin onder meer is bepaald dat onder de tapijtsnippers<br />

worteldoek moet worden toegepast. Hij<br />

acht het voorschrijven van verdergaande maatregelen<br />

ter voorkoming van bodemvervuiling niet nodig, nu<br />

aan de toepassing van tapijtsnippers als bodembedekkingsmateriaal<br />

in manegebakken naar zijn mening<br />

geen milieuhygiënische bezwaren zijn verbonden. Hij<br />

verwijst in dit verband naar een rapport van het Rijks-<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!