02.09.2015 Views

Nieuwsbrief

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

StAB Jurisprudentietijdschrift 2003, 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

56<br />

Milieu kort<br />

ontwikkelingen betreft dan ook niet worden gebaseerd<br />

op het saneringsprogramma. Gelet op het<br />

systeem van de Wgh kunnen toekomstige ontwikkelingen<br />

in beginsel geen grond zijn voor het vaststellen van<br />

hogere grenswaarden dan zou voortvloeien uit de in<br />

het saneringsprogramma voorgestelde maatregelen.<br />

Het braak liggen van delen van een gezoneerd industrieterrein<br />

is geen bijzondere situatie op grond<br />

waarvan een dergelijke hogere waarde kan worden<br />

vastgesteld.<br />

NB: Evenzo ABRS 11 december 2002, nr.<br />

200202551/1.<br />

K3<br />

ABRS 11 december 2002, nr. 200202575/1<br />

(Ooststellingwerf)<br />

Algemene wet bestuursrecht, paragraaf 3.5<br />

Wijziging aanvraag alleen toelaatbaar indien derden<br />

niet zijn benadeeld.<br />

Oprichtingsvergunning ingevolge de Wm voor een<br />

zorgboerderij. Hangende de procedure is de aanvraag<br />

gewijzigd. De Afdeling overweegt dat de wijziging<br />

strekt tot het vergroten van de afstand tussen het dierenverblijf<br />

en de dichtstbijzijnde woning. In beginsel<br />

moet op de aanvraag worden beslist zoals deze is ingediend<br />

en bekendgemaakt. Na het ter inzage leggen<br />

van aanvraag en ontwerp-besluit is het behoudens<br />

uitzonderingen niet meer mogelijk om de aanvraag<br />

nog te wijzigen en aan te vullen. Uitzonderingen zijn<br />

alleen toelaatbaar indien vast staat dat geen derden<br />

zijn benadeeld. In het onderhavige geval is daarvan<br />

sprake nu de wijziging uitsluitend positieve gevolgen<br />

voor het milieu heeft.<br />

K4<br />

ABRS 18 december 2002, nr. 200105638/1 (Sint<br />

Anthonis)<br />

Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:2<br />

Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, categorie<br />

28.4, aanhef en onder a, sub 2 en sub 6 van<br />

Bijlage I<br />

Aanvraag bevat onvoldoende informatie om te kunnen<br />

beoordelen wie het bevoegd gezag is.<br />

Revisievergunning krachtens de Wm voor een loon- en<br />

mestdistributiebedrijf. De vergunning is verleend door<br />

burgemeester en wethouders. In de inrichting wordt<br />

zowel zuiveringsslib als champost opgeslagen. Omdat<br />

de aanvraag te weinig informatie bevat over de hoeveelheid<br />

zuiveringsslib en de samenstelling en herkomst<br />

van de champost is niet uit te sluiten dat sprake<br />

is van opslag van afvalstoffen waarvoor gedeputeerde<br />

staten het bevoegd gezag zijn. Door niettemin inhoudelijk<br />

te beslissen op de aanvraag is gehandeld in strijd<br />

met artikel 3:2 Awb.<br />

K5<br />

ABRS 24 december 2002, nr. 200200493/1 (GS<br />

Noord-Brabant)<br />

Wet milieubeheer, artikelen 15.20 en 15.21<br />

Aanwijzing gebied tot stiltegebied is geen besluit dat<br />

voor schadevergoeding in aanmerking komt.<br />

Afwijzing verzoek om schadevergoeding. Appellante<br />

stelt de schade te hebben geleden ten gevolge van de<br />

aanwijzing in de provinciale milieuverordening (PMV)<br />

van een gebied als stiltegebied. De Afdeling overweegt<br />

dat eerst indien sprake is van het van toepassing worden<br />

van concrete, beperkende bepalingen van de PMV<br />

eventuele schade voor vergoeding in aanmerking kan<br />

komen. De enkele aanwijzing van een stiltegebied kan<br />

niet worden aangemerkt als een zodanige bepaling.<br />

Volgt ongegrond verklaring van het beroep.<br />

NIEUWSBRIEF StAB 2 / 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!