CRBC-114551_Pages 1 et 2 DEEL2.indd - weblex.irisnet.be ...

A-239/4 – 2011/2012 — 119 —A-239/4 – 2011/2012lijk beheerd worden met de andere entiteiten van dit land.Onze kalender en die van het NFWO werden trouwensreeds op elkaar afgestemd.avec les autres entités de ce pays. Notre calendrier et celuidu FNRS ont d’ailleurs déjà été alignés.Andere actiesOp het moment waarop Europa tracht om de verbrokkelingvan het onderzoeksbeleid te boven te komen, zou hetabsurd zijn om in België de tegenovergestelde weg op tegaan. Het is jammer om te moeten vaststellen dat samenwerkingvaak gemakkelijker tot stand komt met buitenlandsegewesten dan met de andere entiteiten in België. Desynergieën met de andere Gewesten en Gemeenschappenzullen dus voortgezet worden. Na de opening van de Waalsecompetitiviteitspolen voor de Brusselse ondernemingen,werd er een gezamenlijk actieplan Wallonië-Brussel voorOnderzoek goedgekeurd in maart 2011 en de uitvoering ervanwordt aan een goed ritme doorgezet. Een gelijkaardigproces werd opgestart met de Vlaamse Gemeenschap/hetVlaams Gewest dat in 2012 resultaat zou moeten opleveren.In dit opzicht zijn er contacten gelegd tussen zowel derespectievelijke kabinetten als tussen de adviesraden vanhet Wetenschappelijk Beleid. De minister heeft concretevoorstellen gedaan aan zijn collega, mevrouw Lieten.Tot slot wordt er gepland om de inspanningen voor sensibiliseringvan jongeren voor wetenschappelijke carrièresvoort te zetten, of het nu door de ondersteuning van verenigingenen andere operatoren is, door een projectoproepbij de actoren op het terrein of door verschillende actieswaarbij de concrete voordelen van onderzoek en innovatievoor het voetlicht worden geplaatst. Zelfs al is het Gewestniet het voornaamste beleidsniveau om zich te bemoeienmet de studiekeuze van jongeren, vindt de minister tochdat het niet onverschillig kan blijven voor deze desinteressevoor de wetenschappelijke richtingen, een desinteresse dierechtstreekse gevolgen zal hebben voor het bedrijfslevenen ruimer voor de sociaal-economische toekomst van Brussel.Daarom zullen de middelen voor de sensibilisering in2012 nog verhoogd worden.Deze initiatieven voor sensibilisering zullen net als debevordering van het onderzoek in Brussel door de VZWResearch in Brussels gecoördineerd worden.Om af te sluiten zou de minister nogmaals zijn overtuigingwillen uiten dat Brussel in het kader van de Europesestrategie 2020 een « innovatieregio » kan en moet worden.Dit is niet zomaar een slogan, deze doelstelling ligt werkelijkbinnen handbereik. Als bewijs hiervan wil ik in de verfzetten dat gedurende de periode 2004-2010 het in Brussel isdat het gemiddelde jaarlijkse groeipercentage van de budgettairekredieten voor onderzoek en ontwikkeling (R&D)het hoogst was van België (+ 8,5 %).Door onze gewestelijke strategie te actualiseren, wil ikde twee grote pijlers van mijn actie versterken, die ook onderliggendzijn aan dit ontwerp van begroting 2012 :Autres actionsA l’heure où l’Europe cherche à surmonter la fragmentationdes politiques de recherche, il serait absurde de suivreun chemin inverse en Belgique. Il est regrettable de constaterque les collaborations sont parfois plus faciles avec desrégions étrangères qu’entre entités au sein de la Belgique.Les synergies avec les autres Régions et Communautésseront donc poursuivies. Après l’ouverture des pôles decompétitivité wallons aux entreprises bruxelloises, un pland’actions conjoint Wallonie-Bruxelles pour la Recherche aété adopté en mars 2011 et sa mise en œuvre se poursuit àun bon rythme. Un processus similaire est entamé avec laCommunauté/Région flamande qui devrait aboutir en 2012.Dans cette optique, des contacts ont été pris aussi bien entreles Cabinets respectifs qu’entre les conseils consultatifs dela politique scientifique. Le ministre fait des propositionsconcrètes à sa collègue, Mme Lieten.Enfin, il est prévu de poursuivre les efforts de sensibilisationdes jeunes aux carrières scientifiques, que ce soitpar le soutien des associations et autres opérateurs, par unappel à projets auprès des acteurs de terrain ou par diversesactions de mise en évidence des bénéfices concrets de larecherche et de l’innovation. Même si la Région n’est pas lepremier niveau de pouvoir concerné par les choix d’étudesdes jeunes, le ministre estime qu’elle ne peut pas rester indifférenteà leur désaffection pour les filières scientifiques,qui va toucher directement la vie de nos entreprises et, pluslargement, l’avenir socio-économique de Bruxelles. C’estpourquoi les moyens pour la sensibilisation vont encoreaugmenter en 2012.Ces actions de sensibilisation, de même que la promotionde la recherche à Bruxelles, seront coordonnées parl’ASBL Research in Brussels.Pour conclure, le ministre voudrait redire sa convictionque Bruxelles peut et doit devenir une « région de l’innovation» dans le cadre de la Stratégie européenne 2020.Au-delà du slogan, cet objectif est vraiment à notre portée.J’en veux pour preuve que, sur la période 2004-2010, c’està Bruxelles que le taux de croissance annuel moyen descrédits budgétaires de R&D a été le plus élevé en Belgique(+ 8,5 %).Aussi, en mettant à jour notre stratégie régionale, je souhaiterenforcer deux axes majeurs de mon action, qui soustendentaussi ce projet de budget 2012 :