CRBC-114551_Pages 1 et 2 DEEL2.indd - weblex.irisnet.be ...

A-239/4 – 2011/2012 — 90 —A-239/4 – 2011/2012Men kan zich samen met de minister verheugen over detoename van het aantal opgerichte ondernemingen, maardaarbij moet wel worden benadrukt dat vele daarvan heelkleine en spijtig genoeg vaak ook wankele ondernemingenzijn. Sommige ondernemers geven blijk van weinig voorzichtigheiden zetten een zaak op in gelijk welke sector, inde eerste plaats om uit de werkloosheid te geraken door huneigen job te creëren. Vaak is de keuze van de activiteit nietheel wijs en mislukt de zaak. In de moeilijke tijden die wijdoormaken is dat risico trouwens hoger. Anderzijds moetende statistieken inzake de oprichting van ondernemingennaast die inzake faillissementen worden gelegd, zoals verscheidenecommissieleden hebben benadrukt.Mevrouw Van den Brandt wil nog zeggen dat de Economischeen Sociale Raad kostbare adviezen geeft. De Raadneemt vele opdrachten op zich, waaronder een bijzonderdelicate opdracht inzake de economische en aangrenzendezones, met betrekking tot projecten in de Brusselse rand.Hoe verloopt het overleg met het Vlaams Gewest op datvlak ? Een bijzonder gevoelig onderwerp, het UPLACEprojectte Machelen, zou een duidelijke weerslag hebbenop de Brusselse handelszaken en de gevolgen van het gewestelijkbeleid via Atrium tenietdoen.Overigens mag niet over het hoofd gezien worden dat dehandelskernen niet enkel een economische rol hebben; zijdragen in hoge mate bij tot het leven van een buurt.Tot slot acht mevrouw Van den Brandt het belangrijk dathet Gewest blijft investeren in de technische en beroepsscholen,die van strategisch belang zijn voor de tewerkstelling.De heer Emmanuel De Bock gaat van start met heftigekritiek op de minister inzake de werkloosheidscijfers voorhet Brussels Gewest. Als men de minister hoort spreken,zou hij kandidaat kunnen zijn voor de Nobelprijs Tewerkstelling,maar dan wel dankzij het wegmoffelen van dearmzalige cijfers ter zake. De heer De Bock wel hier hetoptimisme van de minister matigen en enkele minder roemrijkewaarheden onthullen.Volgens de voorspellingen van het Brussels Instituutvoor Statistieken, wordt de economische groei van het Gewestniet zo sterk als vaak wordt beweerd. Tegen het eindevan dit decennium gaat het over 1%, en er is dus geen redentot alarm.In de algemene toelichting van de begroting staat te lezendat de economische groei 15.000 banen heeft voortgebrachttijdens de voorbije drie jaar. Toch is de tewerkstellingsgraadvan de Brusselaars niet gestegen te Brussel,in tegenstelling tot de twee andere Gewesten. Het werkloosheidspercentageis er gestegen met 1 % in 2009, het isblijven stijgen in 2010 en blijft enkel stabiel in 2011. Vande 714.000 banen die bestaan in het Brussels Gewet worden342.000 ingenomen door Brusselaars, wat betekent datenkel 47,9 % van de banen worden ingevuld door inwonersOn peut se féliciter avec le ministre de la croissance dunombre de créations d’entreprises mais il faut toutefoissouligner que beaucoup d’entre elles sont de très petitesentreprises, malheureusement souvent précaires. Certainsentrepreneurs manquent de prudence et montent une affairedans n’importe quel secteur, avant tout pour créer leur propreemploi et sortir du chômage. Bien souvent, leur choixde domaine d’activité n’est pas judicieux et ils échouent.Dans les temps difficiles que nous connaissons, ce risqueest d’ailleurs accru. D’autre part, il faut examiner les statistiquesde création d’entreprises en parallèle avec celles desfaillites, comme plusieurs commissaires l’ont souligné.Mme Elke Van den Brandt tient à dire que le Conseil économiqueet social rend des avis précieux. Le Conseil assumede nombreuses missions, dont l’une est particulièrementdélicate et concerne les zones économiques et mitoyennes.Il s’agit des projets établis en périphérie bruxelloise. Quelleest, à ce titre, la qualité de la concertation avec la Régionflamande ? Il est un sujet qui est particulièrement sensible,le projet UPLACE à Machelen, qui aurait un impact évidentsur les commerces bruxellois et pourrait annihiler leseffets des politiques régionales menées via Atrium.Par ailleurs, il ne faut pas perdre de vue que les noyauxcommerciaux n’ont pas qu’un rôle économique; ils contribuentbeaucoup à la vie d’un quartier.Enfin, Mme Van den Brandt tient à ce que la Régioncontinue à investir dans les écoles techniques et professionnelles,qui sont d’une importance stratégique pour l’emploi.En préambule de son intervention, M. Emmanuel DeBock s’en prend vigoureusement au ministre à propos deschiffres du chômage en Région bruxelloise. Le ministrepourrait, à l’entendre, être candidat au prix Nobel de l’Emploi,mais c’est au prix d’un escamotage des piètres chiffresde l’Emploi. M. De Bock veut ici relativiser l’optimisme duministre et dévoiler quelques vérités moins glorieuses.D’après les projections de l’Institut bruxellois des statistiques,la croissance démographique de la Région ne serapas aussi forte qu’on le dit souvent. Elle sera environ d’1 %par an d’ici la fin de la décennie. Il n’y a donc pas lieud’être alarmiste.Dans l’exposé général du budget, on lit que le taux decroissance économique a généré 15.000 postes de travailces trois dernières années. Cependant, le taux d’emploi desBruxellois n’a pas augmenté à Bruxelles, contrairementaux deux autres Régions. Le taux de chômage y a augmentéd’1 % en 2009, il a continué à grimper en 2010 etse stabilisera seulement en 2011. Sur les 714.000 emploisexistants en Région bruxelloise, 342.000 sont occupés pardes Bruxellois, ce qui signifie que seulement 47,9 % desemplois sont aux mains des habitants de la Région. Or, le