EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDDie mensvisie, die meer wil zijn dan een vrijheidsrechtelijke of sociaalrechtelijkecatalogus, heeft directe consequenties voor de manier <strong>waar</strong>op we bijvoorbeeldtegen zorg aankijken. In hoeverre heeft de nadruk op formele gelijkheid, de basisvan onze verzorgingsstaat, nu werkelijk tot een menselijker samenleving geleid?De bejaarde buurvrouw aan de overkant uithoofdstuk 2 krijgt geregeld de thuishulp langs.Haar behoefte aan zorg is omgezet in ‘haargoed recht’. De thuishulp komt langs in ons allernaam. En vaak ook in plaats van ons. De buurvrouwblijkt aandacht, een praat<strong>je</strong> maken enWe moeten niet minder, maar beterover het individu denkenliefde steeds meer te missen (en het is het ‘beroepszeer’ van veel professionals datdie humane dimensie in de huidige werkomstandigheden vaak wordt wegbezuinigden stuk gemanaged 143 ). We zijn welis<strong>waar</strong> verantwoordelijk voor elkaar, zeiden we,maar vaak niet meer tegenover elkaar. Dat we belasting betalen om een sociaalvangnet in stand te houden en dat we een overheid heb<strong>ben</strong> die welvaart verdeelt,is de basis van onze rechtsgemeenschap. Maar meer en/of beter verdelen dooraanbiedende overheidsinstanties garandeert niet automatisch een mens<strong>waar</strong>digeresamenleving, zoals de sociaaldemocratie veronderstelt. Veel menselijke behoeftenzijn in een politieke taal van ‘rechten’ niet uit te drukken. Die taal is vooral geschiktvoor claims van het individu op het collectief. Op die manier is sociale zekerheid tevaak en te snel een verstatelijkt stelsel geworden <strong>waar</strong>in niemand meer de basisideeënvan wederzijdse betrokkenheid, lotsverbondenheid en solidariteit herkent.Zorg is iets ‘van de overheid’ of van abstracte instanties geworden dat zich te vaakbuiten het blikveld van veel mensen afspeelt. De persoonlijke bezieling, de wezenlijkebetrokkenheid op anderen is vaak te instrumenteel geworden. Met de invoeringvan de Wet maatschappelijke ondersteuning vindt daarop een correctie plaats.Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid om mensen te compenseren in hunbeperkingen. Ze gaan daarbij uit van wat mensen nog kunnen. De vraag wordt danwat heeft iemand nodig, in plaats van <strong>waar</strong> heeft iemand recht op. Geen afvinklijst<strong>je</strong>smaar een gesprek aan de keukentafel met oog voor wat iemand echt scheelt.Aan de andere kant kun <strong>je</strong> vanuit deze mensvisie ook vragen stellen bij hetliberale idee van zelfbeschikking dat in veel politieke besluitvorming dominant is.De idee van de mens als ‘autonoom individu’ wordt daarin zo absoluut gesteld dateigenschappen als altruïsme, solidariteit en compassie – die onmisbaar zijn voor eengoed functionerende samenleving – er vervolgens geforceerd bij gehaald moetenworden. 144 Bijvoorbeeld door te stellen dat mensen, als ze vrij zijn, zichzelf kunnenontplooien en hun eigen belang kunnen nastreven, toch altijd ook elkaar zullenopzoeken. Het individu is in dit ontplooiingsperspectief geen eenling, maar een143 | Gabriel van den Brink, Geert Mak & Leo Prick, Beroepszeer: <strong>waar</strong>om Nederland niet goedwerkt, Amsterdam 2005.144 | Zie voor een vergelijking tussen christendemocratie en liberalisme: H.E.S. Woldring,Politieke filosofie van de christen-democratie, Budel 2003, pp.192-199.103
MENS, WAAR BEN JE?sociaal wezen dat zijn verlangens probeert te verwezenlijken door relaties met anderenaan te gaan en te participeren in groepen. 145 Tegenover ‘confessionalisme’, dathet individu zou onderwerpen aan goddelijke wil en kerk, en communitarisme, datintolerant zou zijn en het individu in groepen zou opsluiten, <strong>ben</strong>adrukken liberalende autonomie en de vrijheid van het individu. 146 Tegelijk – zo stelt bijvoorbeeld deliberale Teldersstichting, het wetenschappelijk instituut van de VVD, al in de jaren’90 – blijkt een volstrekt neutrale houding ten opzichte van de manieren <strong>waar</strong>opindividuen die vrijheid gebruiken, politiek onhoudbaar. Alleen de wet als grens blijktte weinig. Bepaalde deugden en (liberaal) burgerschap moeten bevorderd worden.Moraliseren mag. Het liberalisme biedt dan wel geen bezielend verband, maar, zowordt betoogd, wel een complex van normen en <strong>waar</strong>den als verantwoordelijkheid,respect voor de ander en zelfredzaamheid. 147 Maar <strong>waar</strong> komen die <strong>waar</strong>den vandaanen hoe zou <strong>je</strong> dan de politieke, sociale en culturele omstandigheden zo kunnenbeïnvloeden dat geïndividualiseerde mensen eerder de neiging heb<strong>ben</strong> zich ‘fatsoenlijk’te gedragen? 148 Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks,ziet dat hier een leemte ligt en stelt openlijk de vraag in hoeverre de overheid hetgoede leven aan haar burgers mag opleggen. Er wordt voorzichtig gepleit voor paternalismedat democratisch gelegitimeerd moet worden. Bevoogding van een deelvan de bevolking door de meerderheid. Dit vrijzinnig paternalisme is een reactie opde constatering dat vrijheid niet automatisch leidt tot vrijzinnigheid en dat individualismedoor kan schieten in onverschilligheid. 149 In de christendemocratische visieis het een hele grote stap om mensen te dwingen hun eigen levensbeschouwelijkeidentiteit geweld aan te doen, zodra zij zich in het publiek domein begeven. Dit geldtte meer wanneer het gaat om de eigen verbanden en organisaties van burgers, dieconform hun eigen levensovertuiging vorm worden gegeven. Zeer grote terughoudendheidis gewenst bij het opleggen van opvattingen van de meerderheid aan eenminderheid. De rechten en vrijheden van godsdienstige minderheden zijn hierbij inhet geding. De botsingen tussen vooral het gelijkheidsbeginsel en de vrijheid vangodsdienst zien we terug bij de gewetensbez<strong>waar</strong>de trouwambtenaar en het verbodop onverdoofd ritueel slachten. Er is een parlementaire meerderheid die het liberaalseculierestandpunt steunt dat religieuze overwegingen minder z<strong>waar</strong> wegen danhet gelijkheidsideaal. In de opvatting van de meerderheid is er sprake is van discriminatieof schending van rechten van dieren. Ten onrechte wordt hier het belangvan individuele vrijheidsrechten of zelfs dierenrechten geplaatst boven de collectievedimensie van de godsdienstvrijheid. Het gezamenlijk belijden van een godsdienst –145 | K. Groenveld, Tussen vrijblijvendheid en paternalisme: bespiegelingen over communitarisme,liberalisme en individualisering, ‘s-Gravenhage 1995, p.19.146 | Zie voor een kritische beschouwing van het liberale mensbeeld in het Vlaamse taalgebiedWouter Beke, De mythe van het vri<strong>je</strong> ik. Pleidooi voor menselijke vrijheid, 2007.147 | K. Groenveld, Tussen vrijblijvendheid en paternalisme: bespiegelingen over communitarisme,liberalisme en individualisering, ‘s-Gravenhage 1995, pp.61-65.148 | Idem, p.91.149 | Dick Pels en Anna van Dijk, Vrijzinnig Paternalisme. Naar een groen en links beschavingspro<strong>je</strong>ct,Amsterdam 2011.104
- Page 1 and 2:
MENS, WAAR BEN JE?EEN VERKENNING VA
- Page 3 and 4:
Publicatie van het Wetenschappelijk
- Page 6 and 7:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 8:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 11 and 12:
MENS, WAAR BEN JE?De Amerikaanse so
- Page 13 and 14:
MENS, WAAR BEN JE?zit een sterk ver
- Page 15 and 16:
MENS, WAAR BEN JE?Daar ligt het bel
- Page 17 and 18:
MENS, WAAR BEN JE?Verdelingsvraagst
- Page 19 and 20:
MENS, WAAR BEN JE?op de elementaire
- Page 22 and 23:
2Ideaal en praktijk
- Page 24 and 25:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 26 and 27:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 28 and 29:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 30 and 31:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 32 and 33:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 34 and 35:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 36 and 37:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 40 and 41:
3Beeld van God
- Page 42 and 43:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 44 and 45:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 46 and 47:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 48 and 49:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 50 and 51:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 52 and 53:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 54 and 55: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 56 and 57: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 58: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 61 and 62: MENS, WAAR BEN JE?Gelijke monniken,
- Page 63 and 64: MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maxim
- Page 65 and 66: MENS, WAAR BEN JE?Gelijk aan wie?Om
- Page 67 and 68: MENS, WAAR BEN JE?Waardigheid ligt
- Page 69 and 70: MENS, WAAR BEN JE?hierboven beschre
- Page 71 and 72: MENS, WAAR BEN JE?beide en het heef
- Page 73 and 74: MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent r
- Page 75 and 76: MENS, WAAR BEN JE?de werkers die te
- Page 78 and 79: 5Vrijheid
- Page 80 and 81: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 82 and 83: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 84 and 85: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 86 and 87: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 88 and 89: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 90 and 91: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 92 and 93: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 94 and 95: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 98 and 99: 6Samenvatting envooruitblik
- Page 100 and 101: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 102 and 103: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 106 and 107: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 108 and 109: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 110 and 111: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 112 and 113: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 114 and 115: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 116 and 117: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 118 and 119: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 120 and 121: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 122: Een belangrijk inzicht in de christ