11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent rechtvaardigheid dat niemand klem mag komen te zitten in eensituatie <strong>waar</strong>in hij alleen maar kan ontvangen van anderen. Een mens<strong>waar</strong>digesamenleving is niet een samenleving <strong>waar</strong>in iedereen tenminste op het absolutebestaansminimum zit, maar <strong>waar</strong>in iedereen de middelen heeft om te kunnen geven(de pauselijke encycliek Laborem exercens spreekt over een recht op participatie). 103Het perspectief is daarmee dus niet een recht op krijgen, maar een recht op geven.In de Bijbel is het de koning die aangesproken wordt op de realisatie van tsedaka. Hijheeft geen blinddoek voor, zoals onze Vrouwe Justitia, maar is partijdig ten gunstevan de zwakkeren. 104 Een rechtvaardige koning komt op voor de zwakkeren, voorwie geen stem heb<strong>ben</strong>. Dit beeld van gerechtigheid veronderstelt dus een bepaaldpolitiek-religieus kader. Goddelijke gerechtigheid is voor iedereen het referentiepunt.De profeet kan de koning binnen deze context ter verantwoording roepen door naarde goddelijke gerechtigheid te verwijzen. Hoe is, nogmaals, dit Bijbelse idee vangerechtigheid over te plaatsen naar onze situatie?Met die vraag stuiten we op een bekend en veelbesproken politiek-filosofischprobleem: kunnen we in een seculiere, pluralistische samenleving uitgaan van eenvooropgesteld idee van rechtvaardigheid? Vraagt die samenleving niet om voorrangvan democratie boven ieder beeld van het goede, rechtvaardige leven? De verdedigersvan de ‘prioriteit van de democratie’ wijzen op de diversiteit aan opvattingenover rechtvaardigheid en het goede leven en zijn beducht voor een paternalistischeoverheid die voor ons burgers gaat aangeven wat voor ons het goede leven is (ookals dat gebeurt met de beste bedoelingen, bijvoorbeeld achtergestelde groepenemanciperen). Omgekeerd kun <strong>je</strong> de vraag stellen of we zoiets fundamenteels alssociale rechtvaardigheid niet als notie in het politieke debat moeten en kunneninbrengen. Lopen we anders niet het risico dat we daarmee diegenen uitsluitendie niet de maatschappelijke positie en de mogelijkheden heb<strong>ben</strong> om hun belangop adequate wijze te verdedigen? 105 Kortom, hoe verhoudt democratie zich tot eenvooropgesteld, traditioneel, levensbeschouwelijke idee van het goede?In hoofdstuk 2 wezen we al op het gevaar van een te formalistische opvattingvan democratie en op de secularistische vooringenomenheid die daarachterzit (alsof ‘de’ democratie bestaat, los van levensbeschouwelijk gekleurde visiesdaarop). De vermeende neutraliteit is geen neutraliteit, maar de dominantie vaneen liberale positie die andere levensbeschouwelijke heroriëntaties op democratieuitsluit. Culturele zelfverminking noemden we dat en we pleitten voor herbezinningop de diverse levensbeschouwelijke tradities <strong>waar</strong>uit de centrale <strong>waar</strong>den van onzemoderne democratie voortkomen. Gelijkheid bijvoorbeeld. Het democratische ideaalvan gelijkheid heeft, zoals we in vorige hoofdstukken zeiden, Bijbelse bronnen. Hetgaat terug al Genesis 1, <strong>waar</strong>in de mens wordt neergezet als ‘beeld van God’. Dit103 | Vgl. Laborem Exercens, 14.104 | C.J. Klop, ‘Publieke gerechtigheid’, De kunst van het leven: de cultuuruitdaging van de21e eeuw, eds. Jan Peter Balkenende & Roel Kuiper, Zoetermeer 1999, p.41-54, 43.105 | Zie voor dit probleem bijv. Jan van der Stoep, Pierre Bourdieu en de politieke filosofie vanhet multiculturalisme, Kampen 2005, pp.145-150.72

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!