EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDkondigt en voorleeft als een innige verhouding van liefde en wederliefde (hij noemtGod abba, vader). Dat spreken over liefde drukt niet zozeer een gevoel uit, maareerder een houding, de erkenning dat God het middelpunt is van ons bestaan. 74 Dieerkenning drukt zich uit in woorden als vertrouwen, overgave, loven, danken enzelfs genieten. Door die relatie als een liefdesrelatie te kenmerken, wordt het wezenvan de mens getypeerd als een onrust, een verlangen. De beroemde woorden vanAugustinus: ‘Rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in u’, springen hierweer in het oog.Een vitale civil society is onmisbaarMet de erkenning van de menselijke ‘openheid’, zijn vrijheid om aan zijn concreteverantwoordelijkheid vorm te geven in de verbanden <strong>waar</strong>in hij leeft, is tegelijk demogelijkheid van menselijk falen gegeven. Om met Romano Guardini te spreken:‘De geest van de mens is vrij, zowel goed als kwaad te doen, om zowel te bouwenals te vernietigen.’ 75 De menselijke passie is, kortom, ambigu: we kunnen veel goedsvoortbrengen maar ook veel kwaads (en hoe vaak is het kwade niet het onbedoeldebijproduct van iets goeds dat we willen bereiken?). De <strong>waar</strong>digheid van de mens kanalleen op <strong>waar</strong>de worden geschat als de passie die zowel de grandeur als de misèrevan de mens bepaalt wordt onderkend.In de menselijk openheid naar het hogere schuilt dus ook een gevaar. Misschienkomt het omdat wij mensen niet alleen vrijheid nodig heb<strong>ben</strong>, maar ookhouvast. De christelijke traditie heeft altijd <strong>ben</strong>adrukt dat we op zand bouwen alsons houvast in eindige dingen ligt (welvaart, huis en haard, schouderklop<strong>je</strong>s vananderen, enzovoort). De vloed zal de grond onder onze voeten wegslaan – of hetnu is dat de vakantie tegenvalt, dat de kinderen iets anders willen dan de oudershoopten, dat ‘de politiek’ niet ‘alles’ kan oplossen, of dat iemand ziek wordt en nietmeer ‘alles’ kan. Soms wordt dat zoeken naar houvast zelfs obsessief en ontaardenwe in workaholics of religieuze fanaten. De Bijbel noemt dat zonde: we schieten onsdoel voorbij.Voor sommige liberale denkers is het moderne seculiere begrip van menselijke<strong>waar</strong>digheid vooral ook een overwinning op het christelijke zondebesef. De <strong>waar</strong>digheidvan mensen wordt niet langer ‘gerelativeerd’, maar in volle glorie rechtgedaan. 76 Het christelijke – vooral het protestantse – mensbeeld wordt keer op keervastgepind op die ene passage uit de Heidelberger Catechismus, <strong>waar</strong> de vraagof de mens tot niets goeds in staat is en geneigd is tot alle kwaad, met ‘Ja’ wordtbeantwoord. Men vergeet dat dat ‘ja’ niet door een punt wordt gevolgd (laat staaneen uitroepteken), maar door een komma. Pessimisme is niet het eindstadium. Juist74 | Vgl. H. Berkhof, De mens onderweg: een christelijke mensbeschouwing, ‘s Gravenhage1969, p.32.75 | Op. cit. Dietmar Mieth en Rudolf Walter, Vom tätigen Le<strong>ben</strong>, Freiburg [etc.] 1984, p.288.76 | Zie bijv. P.B. Cliteur en R. G. T. van Wissen, ‘De menselijke <strong>waar</strong>digheid als grondslagvoor mensenrechten’, De rechten van de mens: liberale beschouwingen, 1998, pp.25-42,25-27.53
MENS, WAAR BEN JE?door het kwaad te onderkennen, is er ook vernieuwing en herstel mogelijk. Godheeft de mens niet ‘slecht en verkeerd’ geschapen, maar goed en naar zijn beeld [...]gemaakt.Natuurlijk is het zondebesef in de geschiedenis van het christendom vaakontaard in zwartgalligheid, in wantrouwen tegen het goede in de mens, in angsten vooral ook in schuldcomplexen. Godsdienstsocioloog Meerten ter Borg stelt dathet christelijke zondebesef ons denken en doen in de westerse wereld nog steedsbeïnvloedt en dat het bijbehorende schuldgevoel nog steeds bestaat. 77 Bij foutendie we maken heb<strong>ben</strong> we nog altijd niet alleen het besef dat we onszelf en anderentekort doen, maar ook dat we bepaalde geschreven en ongeschreven regels schenden.Een gevoel voor rechtvaardigheid bijvoorbeeld. Natuurlijk is het schuldbesef welingrijpend veranderd. God raakt steeds meer buiten beeld en daarmee de instantietegenover wie we kwaad doen en zondigen. In zekere zin zijn we zelf de maat derdingen geworden, ook de maat van onze zonde. Jij zelf <strong>ben</strong>t verantwoordelijk enjij zelf alleen. De kerk prent geen normen meer in. Wij zelf bepalen welke morelecategorieën we hanteren, wat voor ons goed en kwaad is. Natuurlijk spelen anderendaarbij nog wel een rol, en ook religieuze tradities, maar wij zelf zijn het referentiepunten daarbij lijkt elke opvatting in principe gelijk<strong>waar</strong>dig aan andere. Iedereenheeft dus ‘z’n eigen, persoonlijk gekozen en daarmee ten dele natuurlijk ook sociaalgevormde zondebesef’. Soms is dat zeer doordacht, soms impulsief.Besef van kwaad en schuld is dus eenpersoonlijke aangelegenheid geworden.Hulpverleners proberen ons van de schuldcomplexenen blokkeringen af te helpendoor de irrationele eisen die we kennelijkaan onszelf stellen, af te zwakken. Je kuntniet perfect zijn, <strong>je</strong> hoeft niet altijd aanUit dit mensbeeld komt de politiekevraag voort hoe we aan het goede inde mens kunnen appellerende torenhoge verwachtingen van <strong>je</strong>zelf en van anderen te voldoen, er is vaak sprakevan overmacht. 78 Maar of dat werkelijk bevrijdend is, is maar de vraag. Want er dientzich dan direct een andere vraag aan. Is alleen wie helemaal geen verwachtingenheeft en wegglijdt in onverschilligheid, van zijn ‘zondecomplex’ verlost. Het is zeerde vraag of zo’n mentaliteit bevredigend is. Schuldbesef veronderstelt een maat<strong>waar</strong>aan we ons meten en niet een norm die we naar believen zelf stellen. Dat geldtook als we (echt) tevreden mogen zijn met wat we doen. 79Het probleem met een sterk geïndividualiseerd zondebesef is dat het vaak sterkgemoraliseerd is (ook in de christelijke traditie heeft het individualistische mora-77 | Meerten ter Borg, ‘Waar is het zondebesef gebleven?’ Over zonde en zonden: opstellenover de tragiek van het bestaan, ed. Rein Nauta, Nijmegen 2002, pp.57-64.78 | Zie Charles Taylor, Een seculiere tijd, Rotterdam 2009, p.807.79 | Zie ook: Ad Verbrugge, Tijd van onbehagen: filosofische essays over een cultuur op drift,Amsterdam 2004, pp.11-41; Stephan Grünewald, Deutschland auf der Couch: Eine Gesellschaftzwischen Stillstand und Leidenschaft, Frankfurt 2006.54
- Page 1 and 2:
MENS, WAAR BEN JE?EEN VERKENNING VA
- Page 3 and 4: Publicatie van het Wetenschappelijk
- Page 6 and 7: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 8: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 11 and 12: MENS, WAAR BEN JE?De Amerikaanse so
- Page 13 and 14: MENS, WAAR BEN JE?zit een sterk ver
- Page 15 and 16: MENS, WAAR BEN JE?Daar ligt het bel
- Page 17 and 18: MENS, WAAR BEN JE?Verdelingsvraagst
- Page 19 and 20: MENS, WAAR BEN JE?op de elementaire
- Page 22 and 23: 2Ideaal en praktijk
- Page 24 and 25: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 26 and 27: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 28 and 29: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 30 and 31: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 32 and 33: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 34 and 35: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 36 and 37: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 40 and 41: 3Beeld van God
- Page 42 and 43: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 44 and 45: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 46 and 47: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 48 and 49: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 50 and 51: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 52 and 53: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 56 and 57: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 58: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 61 and 62: MENS, WAAR BEN JE?Gelijke monniken,
- Page 63 and 64: MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maxim
- Page 65 and 66: MENS, WAAR BEN JE?Gelijk aan wie?Om
- Page 67 and 68: MENS, WAAR BEN JE?Waardigheid ligt
- Page 69 and 70: MENS, WAAR BEN JE?hierboven beschre
- Page 71 and 72: MENS, WAAR BEN JE?beide en het heef
- Page 73 and 74: MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent r
- Page 75 and 76: MENS, WAAR BEN JE?de werkers die te
- Page 78 and 79: 5Vrijheid
- Page 80 and 81: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 82 and 83: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 84 and 85: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 86 and 87: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 88 and 89: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 90 and 91: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 92 and 93: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 94 and 95: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 98 and 99: 6Samenvatting envooruitblik
- Page 100 and 101: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 102 and 103: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 104 and 105:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 106 and 107:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 108 and 109:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 110 and 111:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 112 and 113:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 114 and 115:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 116 and 117:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 118 and 119:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 120 and 121:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 122:
Een belangrijk inzicht in de christ