EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDcontextloos. Daar kom <strong>je</strong> niet ver mee zodra <strong>je</strong> in onze weerbarstige werkelijkheidgaat vragen naar de concrete betekenis in concrete dilemma’s. Juist dan zijn hetreligieuze en culturele bronnen die mensen aanzetten tot keuzen en tot handelen.Zonder inhoudelijke invulling blijven de formele formuleringen volstrekt zonderzeggingskracht.Gaan we de algemene formuleringen echter verder invullen, ieder op onzeeigen manier, dan blijkt de algemeenheid van rechten ineens veel minder omstreden.Er ontstaat onmiddellijk discussie over de vraag wat de erkenning van menselijke<strong>waar</strong>digheid inhoudt, tot welk gedrag het ons verplicht en welk politiek beleidhet vergt. Wat is bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting? Of, in het geval van hetdwergwerpen: welk aspect van persoonlijke <strong>waar</strong>digheid weegt z<strong>waar</strong>der? En hoezit het met de veelvuldig aangehaalde vrijheid van godsdienst? Kunnen we in naamvan de vrijheid van godsdienst bepaalde inperkingen van de vrijheid van meningsuitingtoestaan? En mag <strong>je</strong>, andersom, in naam van de vrijheid van meningsuitingalles zeggen over godsdiensten en hun aanhangers? En wie bepaalt dat dan? Kun <strong>je</strong>iemand in naam van ‘de vrijheid’ dwingen om bepaalde vrijheden uit te dragen diedie persoon helemaal niet als vrijheden ziet (ontsluierde seksuele vrijheid bijvoorbeeld)?En wat is ‘gelijkheid’? Zijn we er met alleen maar gelijkheid voor de wet?Is gelijkheid het uitgangspunt of ook een doel <strong>waar</strong>naar <strong>je</strong> moet streven? Dooronderwijs? Door nivellering van kapitaal? We komen in volgende hoofdstukken opdit soort vragen terug. Duidelijk is: hoe preciezer en concreter we worden, hoe meerwe geconfronteerd worden met tegenstrijdigheden tussen de <strong>waar</strong>den die we vandie basis<strong>waar</strong>de, menselijke <strong>waar</strong>digheid, ‘afleiden’ - en hoe meer daarmee de (politieke)meningsverschillen aan het licht komen.Met een strikt rationele, juridische <strong>ben</strong>adering lopen we, kortom, vast in eenvicieuze cirkel. De verschillende vrijheden en verworvenheden die we verdedigenachten we onvervreemdbaar omdat ze tot de menselijke <strong>waar</strong>digheid behoren. Maardie <strong>waar</strong>digheid kan zodra we haar uit de wet afleiden niet anders worden geformuleerddan als optelsom van diezelfde vrijheden en verworvenheden. Zodra de legitimatiedieper gaat dan een formeel betoog, komt er al snel een eigen sterk cultureelbepaalde invulling van humaniteit in het vizier. 24 Zonder inhoudelijke invulling blijftmenselijke <strong>waar</strong>digheid een principe zonder ideële, echt samenbindende, concretezeggingskracht.Putten uit diverse bronnenWie religieuze inspiratie uit het politieke debat weert, snijdt niet alleen een belangrijkemotivatie af voor betrokkenheid van mensen bij de samenleving, maar miskentook de bronnen <strong>waar</strong>uit westerse verworvenheden zijn voorgekomen.24 | Vgl. Daan Bronkhorst, Afgrond roept tot afgrond: mensenrechten en religie, Amsterdam1999, p.107.27
MENS, WAAR BEN JE?Wie pleit voor zulke inhoudelijke invulling van het politieke spreken over ‘menselijke<strong>waar</strong>digheid’ begeeft zich onherroepelijk in het debat over religie en politiek. Datis al snel een debat van karikaturen en misverstanden. Hoewel we de vele uitlopersvan die discussie zoveel mogelijk willen vermijden, kunnen we niet helemaal om decentrale problematiek heen.Democratie vraagt een zekere scheiding tussen privéovertuiging en politiek.Lang niet al ‘het persoonlijke is politiek’, in elk geval niet op directe wijze. Oplevensbeschouwelijke gronden kan men sterk gekant zijn tegen overspel zondermeteen een wet op overspel te eisen – en daarmee juridische vervolging van elke‘overspelige’. Er is een onderscheid tussen persoonlijke levensovertuiging en politiekeideologie, alsook tussen politieke overtuiging en staatsleer. Dat onderscheidkan zelfs levensbeschouwelijk gefundeerd zijn. Bij de christendemocratie is dat hetgeval. Juist omdat moraal en geloof ook verbonden zijn met persoonlijke overtuigingenvan mensen, is het verkeerd om de staat hier zeggenschap in te geven. <strong>Mens</strong>enmoeten vrij worden gelaten in hun visie op het leven. Dat is een kern<strong>waar</strong>de vanonze rechtsstaat. Daarmee is echter niet gezegd dat levensbeschouwelijke opvattingengeen rol mogen spelen in het politieke debat. Dat is juist noodzakelijk. Democratieis geen formeel, inhoudsloos principe en vraagt daarom om voortdurendeherbezinning op de kern<strong>waar</strong>den die zerepresenteert. Die <strong>waar</strong>den – respect,Democratie is geen formeel, inhoudsloosprincipe en vraagt daarom omvrijheid, gelijkheid, menselijke <strong>waar</strong>digheid,enzovoort – komen voort uit en voorin diverse levensbeschouwelijke tradities. voortdurende herbezinning op deDe democratische traditie zoals wij die kern<strong>waar</strong>den die ze representeertkennen, put uit verschillende van dezetradities (met name de joodse, christelijkeen humanistische).Om een voorbeeld te geven: het is evident dat het Bijbelse mensbeeld vanGenesis 1, de mens als ‘beeld van God’, cultuurhistorisch gezien een heel belangrijkebron voor ons denken over menselijke <strong>waar</strong>digheid is (elk mens is ‘beeld van God’en dus zijn alle mensen wezenlijk gelijk<strong>waar</strong>dig). 25 In de Bijbelse traditie vinden wede openbaring van een perspectief <strong>waar</strong>in de eerste morele principes vereisen dater respect is voor de naaste en dat die universeel wordt uitgedragen. Die erfenisvloeide samen met de Grieks-Romeinse denkwereld en met een juridische en socialetraditie die heel andere gronden en notie van universele normatieve morele orde hadontwikkeld.Noties over de mens als sociaal wezen komen we reeds tegen in het politiekedenken van de Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.Chr.). 26 Via de theoloog Thomas25 | Vgl. Max L. Stackhouse en Stephen E. Healey, ‘Religion and Human Rights: A TheologicalApologetic’, Religious human rights in global perspective, eds. Johan D. Van der Vyver& John Witte, The Hague etc. 1996, pp.485-516, 492. Op. cit. en vertaling: Bronkhorst,Daan, Afgrond roept tot afgrond: mensenrechten en religie, Amsterdam 1999, p.27.26 | Aristoteles, Politica; Aquinas, Summa theologiae (deel 2).28
- Page 1 and 2: MENS, WAAR BEN JE?EEN VERKENNING VA
- Page 3 and 4: Publicatie van het Wetenschappelijk
- Page 6 and 7: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 8: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 11 and 12: MENS, WAAR BEN JE?De Amerikaanse so
- Page 13 and 14: MENS, WAAR BEN JE?zit een sterk ver
- Page 15 and 16: MENS, WAAR BEN JE?Daar ligt het bel
- Page 17 and 18: MENS, WAAR BEN JE?Verdelingsvraagst
- Page 19 and 20: MENS, WAAR BEN JE?op de elementaire
- Page 22 and 23: 2Ideaal en praktijk
- Page 24 and 25: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 26 and 27: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 30 and 31: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 32 and 33: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 34 and 35: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 36 and 37: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 40 and 41: 3Beeld van God
- Page 42 and 43: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 44 and 45: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 46 and 47: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 48 and 49: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 50 and 51: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 52 and 53: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 54 and 55: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 56 and 57: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 58: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 61 and 62: MENS, WAAR BEN JE?Gelijke monniken,
- Page 63 and 64: MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maxim
- Page 65 and 66: MENS, WAAR BEN JE?Gelijk aan wie?Om
- Page 67 and 68: MENS, WAAR BEN JE?Waardigheid ligt
- Page 69 and 70: MENS, WAAR BEN JE?hierboven beschre
- Page 71 and 72: MENS, WAAR BEN JE?beide en het heef
- Page 73 and 74: MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent r
- Page 75 and 76: MENS, WAAR BEN JE?de werkers die te
- Page 78 and 79:
5Vrijheid
- Page 80 and 81:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 82 and 83:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 84 and 85:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 86 and 87:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 88 and 89:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 90 and 91:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 92 and 93:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 94 and 95:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 98 and 99:
6Samenvatting envooruitblik
- Page 100 and 101:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 102 and 103:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 104 and 105:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 106 and 107:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 108 and 109:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 110 and 111:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 112 and 113:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 114 and 115:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 116 and 117:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 118 and 119:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 120 and 121:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 122:
Een belangrijk inzicht in de christ