11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MENS, WAAR BEN JE?De mens als beeld van GodIn het vorige hoofdstuk stelden we vast dat het moderne denken over de <strong>waar</strong>digheidvan elk mens onmiskenbaar wortels heeft in de christelijke traditie, met namein de Bijbelse visie op de mens als ‘beeld van God’. Het ligt daarom voor de hand omonze herbronning bij dat fundamentele inzicht te beginnen (als basis voor de volgendehoofdstukken, <strong>waar</strong>in we ingaan op de dilemma’s die de ontwikkeling van hetmoderne, westerse begrip van <strong>waar</strong>digheid oproept). De uitdrukking ‘beeld van God’is in de (kerk-)geschiedenis vaak uitgelegd als een mandaat tot ‘heersen’. 42 Als ‘kroonop de schepping’ – dat is geen Bijbelse uitdrukking – moest de mens ‘heersen’ overde aarde 43 – en dus de natuur onderwerpen en naar zijn hand zetten. De kleineheerser (vaak man, vaak blank) als afbeelding van de Grote Heerser. Dit mensbeeld is‘antropocentrisch’ (het draait om de mens) en sterk activistisch. Die voorstelling vanzaken is de laatste decennia fel bekritiseerd, bijvoorbeeld in (theologische) discussiesover het milieuvraagstuk en vanuit de reflectie op zorg aan gehandicapten (moetenwe, op grond van de ‘activistische uitleg’, met de Duitse theoloog Helmut Thielickede conclusie trekken dat mensen met een verstandelijke beperking ‘beeld van Godbuiten dienst’ zijn? 44 ). De kritiek op de dominante uitleg van ‘beeld van God’ is zofundamenteel, dat de vraag rijst of deze uitdrukking inmiddels niet te besmet isom nog te gebruiken. Volop bewust van de ontsporingen in de uitleggeschiedenis,stellen wij de uitdrukking ‘beeld van God’ niettemin centraal. Door de gelaagdheidervan te laten zien (het gaat zowel om verantwoordelijkheid als om mens-zijn inrelaties), hopen we de relevantie aan te tonen van een herbezinning op deze mysterieuzeuitdrukking.De klassieke vindplaats is Genesis 1:26-28:[26] God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken;zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van dehemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’[27] God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hijhem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. [28] Hij zegende hen enzei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar42 | Zie bijv. C. Houtman, Wereld en tegenwereld: mens en milieu in de bijbel, mens en milieuen de bijbel, Baarn 1982; Hendrik-Joost van Soest, Welk is het voorstreffelijkste schepselop aarde?: de interpretatie van een omstreden bijbelse voorstelling in het 19e en 20steeeuwse Nederland, Delft 1996.43 | Let wel, natuur was in de tijd van de Bijbel iets anders dan in ons aangeharkte land<strong>je</strong>:geen ‘monument’ met een hek eromheen, maar ‘dorens en distels’, ‘leeuwen, pantersen beren’; aan de andere kant, <strong>waar</strong> de strijd van toen plaatsvond op de vierkante meter,dreigen nu catastrofen van wereldformaat (zie Ton van Prooi<strong>je</strong>n, ‘De aarde als thuis vanGod. Over goddelijke ecologie en menselijke verantwoordelijkheid’, Het gewicht vangroen: motieven voor natuurbehoud en milieubescherming, eds. Jan J. Boersema & BenBakker, Kampen 2005, pp.206-231).44 | Helmut Thielicke, Wer darf ster<strong>ben</strong>?: Grenzfragen der modernen Medizin, Freiburg etc.1979, p.63.40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!