11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maximale gelijkheidGelijkheid blijkt een elastisch begrip. 86 Het kan beperkt worden opgevat, maar ookruim. Een zeer minimale opvatting is het liberale ideaal van gelijkheid als het gelijkerecht van alle mensen op (keuze-)vrijheid. De pleitbezorgers van deze <strong>ben</strong>aderingberoepen zich bijvoorbeeld op John Locke, die wel wordt gezien als de vader van deklassiek-liberale opvatting van gelijkheid. Gelijkheid betekent ‘vrij te zijn van elkehogere macht op aarde’ die jou in de vri<strong>je</strong> ontwikkeling als mens belemmert (bijLocke ging het trouwens niet per se om élke mogelijke keuze van élk individu, maarom het respecteren van de vrijheid en de autonomie van elk individu om te beantwoordenaan de bovenpersoonlijke universele moraal, die in een goddelijke ordegegrond was). 87De breedst mogelijke opvatting van gelijkheid is gelijkheid als gelijke uitkomst.Dat is, bij wijze van spreken, een omgekeerd Monopoly-spel. De uitgangssituatievan elke speler verschilt, maar aan het eind moeten straten, huizen en geld eerlijkverdeeld zijn. Gelijkheid dus als doel. De vraag is natuurlijk welke staatsvorm en welkmachtig overheidsapparaat dit zouden kunnen bewerkstelligen. We wezen al op dedesastreuze experimenten van de twintigste eeuw.De politieke discussie vindt meestal plaats ergens tussen de beide extremenvan gelijke keuzevrijheid en absolute gelijkheid als doel. Een voor de hand liggendvoorbeeld is de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Dat <strong>je</strong> niet mag discrimineren– dat is: onderscheid maken – op grond van sekse is terecht algemeen aanvaard.Maar betekent gelijkheid alleen dat vrouwen dezelfde kansen moeten krijgen alsmannen of ook dat ze in bepaalde mannenbolwerken ‘positief gediscrimineerd’moeten worden? Dat soort discussies gaat over bredere of smallere opvattingen vangelijkheid als gelijke kansen. Betekent dat politiek gezien alleen het wegnemen vanbelemmeringen of ook het compenseren van achterstanden? Tot op welke hoogtedan? Gaat het alleen om de ‘uitwendige’ factoren (bijvoorbeeld de financiële situatievan ouders die kinderen belet te studeren) of ook om ‘inwendige’? Moetenwe bijvoorbeeld ook allerlei persoonlijke factoren als aanleg en fysieke gesteldheidcompenseren?Het onderwijsbeleid van de afgelopen decennia lijkt een proeftuin voor experimentenmet deze problematiek. 88 De middenschool van onderwijsminister VanKemenade moest in de jaren zeventig ‘kennis, inkomen, macht’ helpen spreiden.Dat <strong>ben</strong>aderde het ideaal van ‘gelijke uitkomst’. Latere onderwijshervormingenwaren minder brede interpretaties van de ‘gelijke kansen’-<strong>ben</strong>adering, hoewel ookdaar gelijkheid als doel een rol bleef spelen (bijvoorbeeld in het VMBO van minister86 | Henk Vroom, ‘Brede en smalle gelijkheid: gelijkheid – levensbeschouwing – pluralecultuur’, Religies en (on)gelijkheid in een plurale samenleving, ed. Reender Kranenborg,Leuven [et.] 1995, 17-35, p.17. Vgl. W. Buikhuisen, E.M. de Jager & G. Manenschijn,Gelijkheid voor allen, is dat rechtvaardig?, Rotterdam 1989, pp.58-79.87 | John Locke, Two Treatises on Civil Government, IV.88 | Een kritische en bekritiseerde analyse is: Leo Prick, Drammen, dreigen, draaien: hoe hetonderwijs twintig jaar lang vernieuwd werd, Amsterdam 2006.62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!