11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDlisme overigens een lange traditie). Wie van de autonomie van de mens uitgaat,moet allerlei achterstand en misdaad z<strong>waar</strong> aanrekenen. Misdadigers zijn mensendie helemaal niet deugen; mensen in de goot heb<strong>ben</strong> het helemaal aan zichzelf tewijten. Natuurlijk is een misdadiger iemand die iets heel erg fout doet. Maar als <strong>je</strong>begint met ‘allen zijn zondaren’ en ‘wie zonder zonde is, mag de eerste steen werpen...’kom <strong>je</strong> samen anders uit. Dan ligt er onder alle verschil van goed en kwaadeen band en blijft ieder mens <strong>waar</strong>dig.In het Bijbelse perspectief op de mens dat we in dit hoofdstuk uitwerkten,wordt de mens allereerst gezien in de verscheidenheid aan concrete verbanden<strong>waar</strong>in hij leeft. Hij is niet allereerst individu, maar Doetichemer, Nederlander, huisarts,vader, kind, lid van de KRO, kerkganger, voetbalsupporter, bestuurslid van devolleybalvereniging, enzovoort. Het is niet goed (‘zonde’) als hij in al die verbandenniet toekomt aan zijn verantwoordelijkheid <strong>waar</strong>op binnen die verbanden een beroepwordt gedaan. Om wat voor reden dan ook. De getroebleerde relatie met zijn ouderskan alles overschaduwen; conflicten in het bestuur van de sportvereniging kunnenzijn leven zo beheersen dat zijn andere verantwoordelijkheden eronder lijden; zijnbehoefte om door iedereen als een sympathieke huisarts te worden gezien kan al zijntijd opslokken die hij eigenlijk aan zijn kinderen wilde besteden.We moeten nog een stap verder gaan. <strong>Mens</strong>en kunnen dus niet los gedachtworden van de ‘kringen’ <strong>waar</strong>in ze bestaan en hun verantwoordelijkheden heb<strong>ben</strong>,<strong>waar</strong>in ze geroepen zijn. Het maatschappijkritische van het mensbeeld dat we totnogtoetekenden is echter dat mensen ook nooit helemaal samenvallen met één vandie bereiken. Ze kunnen en mogen er nooit helemaal in opgaan. Je ware zelf – datbestaat uit jouw aangesproken zijn door God – valt niet samen met het sociale zelf,maar tegelijk staat <strong>je</strong> ware zelf ook niet los van het sociale zelf. En omgekeerd, <strong>je</strong><strong>ben</strong>t wie <strong>je</strong> <strong>ben</strong>t door de verbanden <strong>waar</strong>in <strong>je</strong> bestaat, maar tegelijk <strong>ben</strong> <strong>je</strong> meer dandat. Er is een ‘transcendent’ moment in elke relatie, een verlangen, een vrijheid. Als‘open’, vri<strong>je</strong> wezens zitten mensen nooit helemaal vast in onveranderbare patronen.En maatschappelijke instituties mogen ook nooit proberen mensen daar wel in tedwingen. Daarom spreekt Guardini van de noodzaak van een personale ordening:instituties zijn zodanig vormgegeven dat ze mensen niet in een keurslijf opsluiten,maar hen, integendeel, juist sterken in hun vrijheid en verantwoordelijkheid. Vanuitde verbanden <strong>waar</strong>in zij leven kan dan wel altijd opnieuw een appèl gedaan wordenop hun verantwoordelijkheid. Er is ruimte voor toetreding en uittreding, voorvrijheid, voor vallen en opstaan. En is er ruimte voor vergeving en een nieuw begin.Dit impliceert een bevestiging van het leven, van onszelf en van de ander. Ook vande kwade kanten en van het lijden dat daaruit voortkomt. Bevestiging betekent hierniet dat we ons met het kwade moeten vereenzelvigen, het moeten bedekken onderde mantel der liefde, of het, zoals Nietzsche, ‘heroïsch’ op ons moeten nemen. Het55

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!