11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MENS, WAAR BEN JE?gedragen door politieke en religieuze instituten. Tempel en koningshuis heb<strong>ben</strong> eenordestichtende functie. Zowel in politiek als in religieus opzicht neemt de koning eencentrale plaats in. Hem kwam een bijzondere verantwoordelijkheid toe. Hij moesttonen een ‘beeld van God’ te zijn door het recht te handhaven. Het recht is overigensniet het rechtsbegrip zoals wij dat kennen (ieder het zijne, eerlijk gemeten naarverdienste), maar, veel breder, een uitdrukking van het ‘goede leven’ <strong>waar</strong>in allesen iedereen (ook de aarde zelf!) tot zijn recht komt. Dat recht is partijdig, ten gunstevan armen en zwakken die maar niet tot hun recht komen (we gaan daar in hoofdstuk4 verder op in). In Psalm 72 vinden we de functieomschrijving van zo’n koning:[12] Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept, wie zwak is en geen helperheeft.[13] Hij ontfermt zich over weerlozen en armen, wie arm is, redt hij het leven.[14] Hij verlost hen van onderdrukking en geweld, hun bloed is kostbaar in zijnogen.‘Beeld van God’ slaat dus niet op een bepaalde eigenschap van de koning, op eenstatussymbool, maar op de ‘handelingseenheid’ tussen hem en God. 52 God enkoning zijn verenigd in de zorg om het ‘recht’. En met de koning ook het volk. Dekoningspsalmen zijn in zekere zin één grote voorbede: ‘Geef, o God, uw wetten aande koning, uw gerechtigheid aan de koningszoon. Moge hij uw volk rechtvaardigbesturen, uw arme volk naar recht en wet’ (72:1-2). Alleen wanneer de koning, opGod gericht, rechtvaardig handelt, zal het volk in gerechtigheid en vrede leven en zalook het land opleven en vruchtbaar zijn (‘rijpe aren zullen golven als de bossen vande Libanon’...).Uit deze oude verhaaltradities, die uit de woestijn en die vanuit het Israëlitische hof,wordt dus geput als men in Babylon scheppingsverhalen vertelt die een antwoordmoeten geven op de grote vragen naar oorsprong, doel en zin van de mens. Dewijsheidsvraag ‘wat is de mens?’ komt, zoals we zeiden, op uit de ervaring vanbegrensdheid. Wij mensen zijn nietig, ontheemd, een stof<strong>je</strong> in een oneindig heelal.Het antwoord op de vraag is ‘koninklijk’. In het scheppingsverhaal in Genesis 1 isniet de koning, maar de mens Gods ‘vertegenwoordiger’. 53 Zoals de groten der aardevan toen een beeld van zichzelf oprichtten als herkenningsteken, zo is de mens, elkemens, als beeld van God, Gods representant. Sommige exegeten <strong>ben</strong>adrukken demaatschappijkritische toespitsing van deze gedachte. Op goede gronden wordt ver-52 | Kees Waaijman, De mens als beeld van God, Nijmegen 1991, p.11.53 | Meestal wordt hier verwezen naar publicaties van Gerhard von Rad, bijv. Rad, G. von, Deralte und der neue <strong>Mens</strong>ch: Aufsätze zur theologischen Anthropologie, München 1942,p.7: ‘So wie auch irdische Herrscher . . . ein Bild ihrer selbst als Wahrzeichen aufrichten,so ist der <strong>Mens</strong>ch in seiner Gottese<strong>ben</strong>bildlichkeit auf die Erde gestellt als ein HoheitszeichenGottes.’ Claus Westermann laat diverse bezwaren zien tegen deze opvatting (ClausWestermann, Genesis, 1. Tlbd.: Genesis 1-11, Neukirchen-Vluyn 1974, pp.211-213).44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!