EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDdoor hetzelfde zinnet<strong>je</strong>: ‘God zei....’ Het scheppingsgebeuren wordt dus allereerstgetypeerd als een spreken van God. 67 Uit het niets roept God het leven, dat nog nietbestaat, tot bestaan. Geschapen zijn betekent dus een ‘roeping’ tot leven. Het zegtiets over dat leven. De mens, als levend wezen, bestaat niet uit zichzelf. Zijn oorsprong,zijn basis, zijn ankerpunt ligt in zijn tot leven geroepen zijn door de Schepper.De mens bestaat ook niet op zichzelf, maar in het gehoor geven aan die roeping.En de mens bestaat, tenslotte, ook niet voor zichzelf, maar alleen in de vele relatiesmet anderen en met de schepping <strong>waar</strong>in dat antwoord op die roeping concreetgestalte krijgt.De mens is dus niet los verkrijgbaar. Ook zijn verantwoordelijkheid is geenabstract iets, maar concrete verantwoordelijkheid in de concrete verbanden <strong>waar</strong>inhij leeft. De mens, beeld van God, is van nature op God gericht. Maar hij is dat, inde eerste plaats, niet los van de aardse, natuurlijke werkelijkheid. Hij is zelf immersgemaakt uit het stof van de aarde en dus met huid en haar met de natuurlijke werkelijkheidverbonden. Een klein beet<strong>je</strong> teveel of te weinig jodium in ons lichaam maaktons al bijna tot een ander mens...De mens, beeld van God, is van nature op God gericht. Maar hij is dat, in detweede plaats, niet los van de sociale werkelijkheid. De scheppingsverhalen <strong>ben</strong>adrukkenhoe God de mens niet in enkelvoud,maar in meervoud schiep. 68 Er wordt, in Genesis2, nadrukkelijk vermeld dat God de mens als manen vrouw schiep en mensen worden bijvoorbeeldook zeer nadrukkelijk in een lijn van geslachtengeplaatst, wat duidt op het belang van degemeenschap tussen generaties. De genealogieën,het ‘van geslacht op geslacht’, vormen hetHet is typisch iets voor mensen omboven zichzelf uit te willen stijgen, opzoek naar wat ons draagt en houvastgeeftbasisritme van de Bijbelse oorsprongsverhalen; het is een vorm van geschiedschrijvingdie niet alleen het naast elkaar leven van mensen in de ruimte <strong>ben</strong>adrukt, maarook de gemeenschap tussen mensen in de tijd, de verbondenheid met de generatiesdie <strong>je</strong> voorgingen en de verantwoordelijkheid voor de generaties die na jou komen. 69Hoe laten we de wereld achter voor onze kinderen? Met hoeveel soorten vlinders?En hoeveel vrede tussen volkeren, beter bedeelden en armen, oude en nieuwe bewonersvan onze steden en dorpen?De mens, beeld van God, is van nature op God gericht. Maar hij is dat, in dederde plaats, niet los van de ‘economische’ werkelijkheid. Het woord ‘economische’staat hier tussen aanhalingstekens, omdat de Bijbelverhalen natuurlijk niet een67 | Idem , p.131v.68 | Met de frase ‘laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn’ (Gen. 1:26) komen weterecht in theologische debatten over het Godsbeeld. In de zogenaamde ‘sociale triniteitsleer’die de afgelopen decennia door verscheidene theologen is uitgewerkt wordtGod expliciet als gemeenschap van drie ‘personen’ voorgesteld en zijn mensen, bijgevolg,alleen als gemeenschap ‘beeld van God’.69 | Zie bijv. Claus Westermann, Genesis, 1. Tlbd.: Genesis 1-11, Neukirchen-Vluyn 1974, p.9v.49
MENS, WAAR BEN JE?economische werkelijkheid veronderstellen zoals wij die kennen. Er wordt in dieeerste hoofdstukken niets verteld over handel drijven en winst maken; wel wordter gewerkt, in het ‘zweet des aanschijns’ zelfs. Dat laatste heeft een grauwsluierover arbeid gelegd. Werk is bepaald geen spellet<strong>je</strong>. Het hoort bij het onvolkomenmenselijke bestaan. Woekeren met <strong>je</strong> talenten! Dat klinkt naar: met de zweeperover! Je mag het vooral niet prettig heb<strong>ben</strong>. In de christendemocratische traditieis dat anders uitgelegd. Arbeid heeft ook, en juist, te maken met ontwikkeling, metvitaliteit, met creativiteit, met inspiratie. 70 Arbeid biedt mensen gelegenheid om tothun bestemming te komen, om zich te ontplooien. Het zou iets moeten zijn <strong>waar</strong> <strong>je</strong>hart naar uitgaat en <strong>waar</strong> <strong>je</strong> eer in legt. Dat hoeft niet te betekenen dat werken altijdleuk moet zijn of zo veelzijdig mogelijk (al is dat natuurlijk wel belangrijk). Waar hetallereerst om gaat is dat arbeid jou als mens de mogelijkheid geeft om de verantwoordelijkheidvoor de wereld om <strong>je</strong> heen op jouw manier vorm te geven. ‘Het doelvan alle arbeid is verantwoordelijkheid.’ 71De mens, beeld van God, is van nature op God gericht. Maar hij is dat, in de vierdeplaats, niet los van de politieke werkelijkheid. Het gaat in de eerste hoofdstukkenvan Genesis niet direct om concrete politieke daden (al is bijvoorbeeld het bouwenvan de ‘toren van Babel’ in Genesis 11 natuurlijk een politieke handeling). Als reflectieop de voorbi<strong>je</strong> geschiedenis heeft het oerverhaal echter een politieke dimensie.In Genesis 6 wordt er met uitdrukkingen als ‘giganten’ en ‘zonen van goden’, die zichmet mensen vermengen, natuurlijk gezinspeeld op politieke machthebbers die aanmisdaden schuldig zijn. 72 Macht en onmacht, een politieke kwestie bij uitstek, speeltin het verhaal zeker een rol.<strong>Mens</strong>-zijn betekent dus ingebed zijn in verbanden. De mens gaat echter niet indie verbanden op. Hij is niet alleen maar een stuk natuur of alleen maar radert<strong>je</strong> ineen grotere gemeenschap. Dat zou de koninklijke verantwoordelijkheid die de mensheeft gekregen degraderen tot natuurlijk instinct of tot ‘sociaal wenselijk gedrag’.Openheid naar God en verantwoordelijkheid voor de wereld hangen samen. Doordatde mens open is naar God en naar een leven zoals het bedoeld is (zoals het ‘goed’ ofzelfs ‘zeer goed’ is), stijgt hij boven zijn concrete relaties uit. Tegelijkertijd verwerkelijkteen mens zichzelf alleen maar in die andere relaties. We zullen daar in dekomende hoofdstukken op terugkomen. De openheid naar het ‘hogere’ bepaalt, omde woorden van Blaise Pascal te gebruiken, 73 zowel de grandeur van de mens als zijn70 | Zie voor de intrinsieke sociale dimensie van werk bijv. de encyclieken Laborem Exercens(6,14) en Centesimus Annus (30). Werk is werk met en voor anderen. Zie ook: DoekleTerpstra, Meer dan geld verdienen, Kampen 2004, p.25.71 | Dit is een verwijzing naar de Duitse politicus en industrieel Walther Rathenau, die inchristendemocratische kring in dit verband veel is geciteerd. Op. cit., Peter Bak, Eensoeverein leven: biografie van W.F. de Gaay Fortman, Amsterdam 2004, p.112.72 | Zie Jürgen Moltmann, In het einde ligt het begin: een kleine leer van de hoop, Zoetermeer2006, pp.46-51.73 | Blaise Pascal, Gedachten, Houten 2011.50
- Page 1 and 2: MENS, WAAR BEN JE?EEN VERKENNING VA
- Page 3 and 4: Publicatie van het Wetenschappelijk
- Page 6 and 7: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 8: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 11 and 12: MENS, WAAR BEN JE?De Amerikaanse so
- Page 13 and 14: MENS, WAAR BEN JE?zit een sterk ver
- Page 15 and 16: MENS, WAAR BEN JE?Daar ligt het bel
- Page 17 and 18: MENS, WAAR BEN JE?Verdelingsvraagst
- Page 19 and 20: MENS, WAAR BEN JE?op de elementaire
- Page 22 and 23: 2Ideaal en praktijk
- Page 24 and 25: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 26 and 27: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 28 and 29: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 30 and 31: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 32 and 33: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 34 and 35: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 36 and 37: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 40 and 41: 3Beeld van God
- Page 42 and 43: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 44 and 45: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 46 and 47: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 48 and 49: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 52 and 53: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 54 and 55: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 56 and 57: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 58: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 61 and 62: MENS, WAAR BEN JE?Gelijke monniken,
- Page 63 and 64: MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maxim
- Page 65 and 66: MENS, WAAR BEN JE?Gelijk aan wie?Om
- Page 67 and 68: MENS, WAAR BEN JE?Waardigheid ligt
- Page 69 and 70: MENS, WAAR BEN JE?hierboven beschre
- Page 71 and 72: MENS, WAAR BEN JE?beide en het heef
- Page 73 and 74: MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent r
- Page 75 and 76: MENS, WAAR BEN JE?de werkers die te
- Page 78 and 79: 5Vrijheid
- Page 80 and 81: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 82 and 83: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 84 and 85: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 86 and 87: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 88 and 89: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 90 and 91: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 92 and 93: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 94 and 95: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 98 and 99: 6Samenvatting envooruitblik
- Page 100 and 101:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 102 and 103:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 104 and 105:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 106 and 107:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 108 and 109:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 110 and 111:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 112 and 113:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 114 and 115:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 116 and 117:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 118 and 119:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 120 and 121:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 122:
Een belangrijk inzicht in de christ