EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDbij wijze van spreken als ‘levende laboratoria’. Ook in deze mensonterende omstandigheden,die voor iedereen min of meer hetzelfde waren, werd duidelijk datsommigen zich als zwijnen en anderen zich als heiligen gedroegen. De mens draagtbeide mogelijkheden in zich – welke verwerkelijkt wordt hangt af van zijn keuze,niet van zijn levensvoor<strong>waar</strong>den. Vrijheid betekent in dit opzicht dat <strong>je</strong> altijd bovende omstandigheden <strong>waar</strong>in <strong>je</strong> zit kunt uitstijgen (zelftranscendentie), dat <strong>je</strong> altijd,hoe beperkt ook, de keuze hebt hoe <strong>je</strong> met dieomstandigheden – en <strong>je</strong> eigen reacties daarop– omgaat. Hoewel de omstandigheden <strong>waar</strong>inwe leven bepalend zijn voor wie we zijn, wordtwie we zijn uiteindelijk bepaald door de manier<strong>waar</strong>op we ermee omgaan. We zijn nooit tot onzeOnze <strong>waar</strong>digheid ligt in onzeaansprakelijkheidprikkels, driften, sociale structuren, et cetera te reduceren. Onze <strong>waar</strong>digheid ligt inonze aansprakelijkheid, in het beroep dat op ons wordt gedaan en de keuze die wijheb<strong>ben</strong> om daarop te antwoorden.Een politieke vertaling naar vandaag zou betekenen dat we hoe dan ook volhoudendat de mens nooit helemaal gedetermineerd is door de ‘globaliserende’ sociale,politieke en economische omstandigheden. De mens heeft een absolute, eeuwige<strong>waar</strong>de; hij gaat niet op in het accidentele, het tijdelijke en het onmiddellijke. Hijvalt nooit samen met en is nooit helemaal afhankelijk van wat Vrouwe Fortuna voorhem in petto heeft. Tegelijkertijd maakt hij deel uit van de concrete, historische,vergankelijke werkelijkheid. Waardigheid betekent zeker zelfactualisatie. Maar dat iswat anders dan de Romantische ‘originaliteitswoede’. Het gaat erom hoe jij vormgeeftaan <strong>je</strong> leven in de concrete verbanden en betrekkingen <strong>waar</strong>in er een beroepop jou wordt gedaan. 133<strong>Mens</strong>elijke maat in de politiekHet mensbeeld van de vri<strong>je</strong> en verantwoordelijke mens, de centrale gedachtevan het zogenaamde personalisme, is het uitgangspunt voor ons denken over demenselijke maat in de politiek. Dat denken stamt uit de tijd van de negentiendeeeuwsesociale kwestie. Anders dan het socialisme begon de christendemocratiebij de ontplooiing van de individuele mens. Die persoon is geen losstaand individu,maar bestaat in en door de sociale en maatschappelijke verbanden <strong>waar</strong>in hij leeft.De pauselijke encycliek Quadragesimoanno uit 1931, een reflectie op 40 jaar Rerumnovarum, geeft drie redenen voor de ontplooiing van de individuele persoon. Teneerste is elke persoon drager van fundamentele rechten ten opzichte van samenlevingen staat. Dat betekent dat de staat die rechten moeten <strong>waar</strong>borgen. Tentweede is de mens met zijn gerichtheid op de samenleving door God geschapen. Van133 | Vgl. A. Klink, ‘Het uithoudingsvermogen van burgerzin’, De terugkeer van de mens: uitde ban van het cartesiaanse denken: essays over <strong>waar</strong>den en normen, Bart Gijsbertsen &Jan Willem Kirpestein (red.), Zoetermeer 1999, pp.82-98.91
MENS, WAAR BEN JE?God heeft hij de opdracht gekregen zich zoveel mogelijk te ontplooien, tot eer vanGod, en om het ‘tijdelijke en eeuwige welzijn’ te bereiken door zijn eigen roepingte volgen. Ten derde komt de mens pas aan zelfverwerkelijking toe door concreet tehandelen. Als de gemeenschap individuele personen die handelingsvrijheid ontzegt,bijvoorbeeld door individuen verantwoordelijkheden te ontnemen, blokkeert zijindividuele personen in hun mogelijkheid om zich emotioneel, geestelijk en mentaalte ontwikkelen, om te ‘worden wie ze zijn’. Het primaat ligt dus bij de individuelepersoon, een persoon in gemeenschappen. Oswald von Nell-Breuning, de ‘ghostwriter’van Quadragesimoanno, <strong>ben</strong>adrukt dit in één van zijn vele werken zo: ‘Als desamenleving er is voor mensen, <strong>waar</strong>uit en <strong>waar</strong>in ze bestaat, en niet omgekeerd,dan kan het niet anders dan dat dít haar zin is: deze mensen zoveel mogelijk helpenbij de ontplooiing en vervulling van hun mens-zijn, of ze in elk geval niet daarin tehinderen of te beknotten.’ 134PersonalismeDat primaat van de individuele persoon is vooral in het personalisme sterk uitgewerkt(bijvoorbeeld in het denken van Jean-Jacques Maritain 135 ). <strong>Mens</strong>-zijn is een proces,een proces van zelfkeuze en zelfverwerkelijking, van groei. Het morele, zedelijkeleven is voortgang op weg naar eeuwige doel. Van daaruit wordt <strong>ben</strong>adrukt dat demogelijkheid om de samenleving in vrijheid op te bouwen wortelt in de roeping vande mens om zichzelf als sociaal wezen te ontplooien. 136Dat is een onvervreemdbaar uitgangspunt van het christendemocratischdenken over mens en samenleving. Tegelijkertijd is het ook een valkuil. De neigingbestaat om de onmiddellijke relaties als maatgevend te zien voor alle relaties enmaatschappelijke verbanden <strong>waar</strong>in we leven. De achterliggende gedachte is datalleen in dat soort relaties de mens volledig mens wordt. Hij is daarin nooit eennummer, maar altijd een persoon, een sub<strong>je</strong>ct. Dat klinkt aantrekkelijk voor demens die zich in de onpersoonlijke, ‘globaliserende’ wereld verloren voelt. Maar ishet werkelijk een basis voor een politiek op menselijke maat? Kleine gemeenschappen,<strong>waar</strong>in de verantwoordelijkheid van persoon tot persoon tot uitdrukking komt,worden dus als maatgevend gezien voor grotere verbanden. Het probleem daarbij isdat er een te sterke scheiding wordt gemaakt tussen wat <strong>je</strong> persoonlijke en onpersoonlijkerelaties kunt noemen. Het eigenlijke mens-zijn vind <strong>je</strong> dan alleen in die per-134 | Oswald von Nell-Breuning, Gerechtigkeit und Freiheit: Grundzüge katholischer Soziallehre,Wenen [etc.] 1980, pp.14-15: ‘Wenn die Gesellschaft für die <strong>Mens</strong>chen, aus denenund in denen sie besteht, da ist und nicht umgekehrt, dann muß e<strong>ben</strong> dies wohl ihr Sinnsein: diesen <strong>Mens</strong>chen soviel wie möglich zur Entfaltung und Erfüllung ihres <strong>Mens</strong>chtumszu verhelfen, auf keinen Fall aber sie daran zu hindern oder zu beeintrachtigen.’135 | Volgens Maritain wortelt de mogelijkheid om de samenleving in vrijheid op te bouwenuiteindelijk in de roeping van de mens om zichzelf als sociaal wezen te ontplooien; JacquesMaritain, <strong>Mens</strong> en staat, Tielt [etc.] 1966.136 | Zie ook: Gaudium et Spes 12: ‘De mens is immers krachtens zijn diepste aard eensociaal wezen, en zonder betrekkingen met anderen kan hij niet leven en zijn gaven nietontplooien.’92
- Page 1 and 2:
MENS, WAAR BEN JE?EEN VERKENNING VA
- Page 3 and 4:
Publicatie van het Wetenschappelijk
- Page 6 and 7:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 8:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 11 and 12:
MENS, WAAR BEN JE?De Amerikaanse so
- Page 13 and 14:
MENS, WAAR BEN JE?zit een sterk ver
- Page 15 and 16:
MENS, WAAR BEN JE?Daar ligt het bel
- Page 17 and 18:
MENS, WAAR BEN JE?Verdelingsvraagst
- Page 19 and 20:
MENS, WAAR BEN JE?op de elementaire
- Page 22 and 23:
2Ideaal en praktijk
- Page 24 and 25:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 26 and 27:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 28 and 29:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 30 and 31:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 32 and 33:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 34 and 35:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 36 and 37:
EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 40 and 41:
3Beeld van God
- Page 42 and 43: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 44 and 45: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 46 and 47: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 48 and 49: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 50 and 51: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 52 and 53: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 54 and 55: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 56 and 57: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 58: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 61 and 62: MENS, WAAR BEN JE?Gelijke monniken,
- Page 63 and 64: MENS, WAAR BEN JE?Minimale en maxim
- Page 65 and 66: MENS, WAAR BEN JE?Gelijk aan wie?Om
- Page 67 and 68: MENS, WAAR BEN JE?Waardigheid ligt
- Page 69 and 70: MENS, WAAR BEN JE?hierboven beschre
- Page 71 and 72: MENS, WAAR BEN JE?beide en het heef
- Page 73 and 74: MENS, WAAR BEN JE?tweede betekent r
- Page 75 and 76: MENS, WAAR BEN JE?de werkers die te
- Page 78 and 79: 5Vrijheid
- Page 80 and 81: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 82 and 83: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 84 and 85: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 86 and 87: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 88 and 89: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 90 and 91: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 94 and 95: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 98 and 99: 6Samenvatting envooruitblik
- Page 100 and 101: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 102 and 103: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 104 and 105: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 106 and 107: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 108 and 109: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 110 and 111: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 112 and 113: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 114 and 115: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 116 and 117: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 118 and 119: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 120 and 121: EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMO
- Page 122: Een belangrijk inzicht in de christ