11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDals klein mens recht tegenover God voelden staan. De andere verhalentraditie gaat<strong>waar</strong>schijnlijk terug op het hof van het oude Israël van voor de ballingschap. Daarwordt de nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van de koning die op rechtvaardigewijze het land moet besturen. Het gaat hoe dan ook niet om wetenschappelijkeverklaringen over het ontstaan van de mens. In essentie gaat het voortdurend omhet verband <strong>waar</strong>in de mens staat.In de ‘woestijnverhalen’ wordt de schepping van de mens omschreven als hetpersoonlijk ‘handwerk’ van de Schepper. Die vormt uit het stof van de aarde demens, Adam, de ‘aardeling’, en blaast de levensadem in zijn neus (Genesis 2:7). DeSchepper is dus op een zeer directe manier bij de wording van de mens betrokken.Ook in sommige psalmen vinden we sporen van deze traditie, bijvoorbeeld in Psalm139: ‘U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder.’En: ‘Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot vande aarde, was mijn wezen voor u geen geheim’. Deze teksten veronderstellen eenintieme en blijvende vertrouwensband tussen de Schepper en zijn maaksel. God, deSchepper, de Verwekker, de Vroedvrouw, beschermt de mens als een moeder en eenvader. Deze hechte band wordt ook in eigennamen uitgedrukt: Abiël, Achiël, Amiël,ofwel mijn vader, mijn broer, mijn familielid is de Machtige.De kern van deze oude spiritualiteit was het overweldigende besef geschapente zijn, de ervaring van de kracht van de scheppende God in <strong>je</strong>zelf en in anderen. Datbesef drukt zich uit in dankbaarheid en verwondering: ‘Ik loof u voor het ontzaglijkewonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is het wat u gemaakt hebt’ (Psalm139:14). Kees Waaijman beschrijft het als een ‘vóelen dat ik in mijn diepste wezenuitgezonderd, uitgenodigd, uitgedaagd <strong>ben</strong>’. 49 De mens, als aardeling geboetseerduit het stof van de aarde, is dus het beeld, de ‘afschaduwing’, van de Schepper. Dezeafbeelding ‘mens’, op sjouw door de woestijn, leeft en leeft op onder de voortdurende,onmisbare zegen van de beeldende God. De keerzijde hiervan – we zullendat verderop nog zien – is dat los van die Oorsprong de mens niet meer is dan eenschaduw. Een begoocheling. Een droom die vervliegt. 50De tweede belangrijke traditie die in de scheppingsverhalendoorwerkt is de zogenaamde Het ‘beeld van God’-zijn wordt geïnterpreteerdals een opdracht‘koningsspiritualiteit’. Ook die vinden we terugin bepaalde psalmen, de ‘koningspsalmen’. Waarde oudste tradities de schepping van de menscentraal stellen, stelt deze koningsspiritualiteit, de schepping van de wereld centraal.51 Doel van die scheppingsverhalen is een duiding van de bestaande orde, eenorde die voortdurend op de dreigende chaos moet worden bevochten. Die orde wordt49 | Kees Waaijman, De mens als beeld van God, Nijmegen 1991, p.7.50 | Zie bijv. Psalm 39 en 73.51 | Vgl. Claus Westermann, Genesis, 1. Tlbd.: Genesis 1-11, Neukirchen-Vluyn 1974, p.31.43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!