11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDblijven al op één van de onderste treden hangen. Maslow zelf kwam bij een onderzoekonder 3000 studenten slechts één ‘zelfverwerkelijker’ tegen. 124 Dat deed aan depopulariteit van zijn theorie weinig af. Integendeel, het versterkte de gedachte datde omstandigheden van de meeste mensen nog steeds zo on<strong>waar</strong>dig zijn dat ze niettot ontplooiing kunnen komen. We moeten er dus voor zorgen dat de maatschappelijkestructuren veranderen, dat mensen door de bevrediging van lagere behoeftenaan zelfverwerkelijking toekomen.De inschatting van de mens wordt hier bepaald door een ideologische visie opmens-zijn. Maar wat is een goed mens? De mens die zo veel mogelijk zijn potentiesgeactualiseerd heeft? Welke dan? De talenten die al manifest zijn (het kind dat alskleuter al goed kon tekenen)? Of ook de verborgen talenten? Maar hoe kunnen wedie kennen? Misschien school er in de middeleeuwse schoenlapper die zijn vak maarniet onder de knie kreeg wel een goede systeembeheerder. Was hij een beter, wanteen meer ontplooid mens geweest als er in zijn tijd computers hadden bestaan? Enhoe zit het met antisociale talenten? Moet de zeer getalenteerde oplichter de kanskrijgen om zichzelf te ontplooien? Natuurlijk niet, maar <strong>waar</strong>om niet? Uiteindelijkkomen we met de ideologie van de zelfontplooiing niet verder dan een naturalistischeopvatting van wat een goed mens is. Het gaat om zijn natuurlijke aanleg. Ergelden geen externe criteria. Toch pretendeert men de kwaliteit van menselijk levente kunnen beoordelen. Je <strong>ben</strong>t meer mens als <strong>je</strong> <strong>je</strong> meer ontplooit. In de visie vanMaslow wordt iemands persoonlijkheid gekenmerkt door het niveau van behoeftendat hij weet te bevredigen. De omstandighedenDe omstandigheden <strong>waar</strong>in <strong>je</strong> leeft ende relaties <strong>waar</strong>in jij staat, belemmerenin de Romantische visie vooral <strong>je</strong>ontplooiing<strong>waar</strong>in <strong>je</strong> leeft, de relaties <strong>waar</strong>in jij staat, zijnslechts contingenties, attributen die behulpzaamkunnen zijn, maar vaker jouw ontplooiing belemmeren.Wij zullen dit straks, vanuit christendemocratischevisie, tegenspreken.De kern van onze kritiek is dat de omstandigheden<strong>waar</strong>in de mens leeft als ‘toevalligheden’worden beschouwd, als niet-wezenlijk voor wie jij zelf <strong>ben</strong>t. Ze kunnenwelis<strong>waar</strong> behulpzaam zijn om te worden wie <strong>je</strong> <strong>ben</strong>t, zo wordt geredeneerd, maarvaak ook hinderlijk zijn. Hoe dan ook, de gedachte is dat jouw ‘zelf’ er uiteindelijklos van staat. Wij willen zeker niet het omgekeerde beweren, namelijk dat de menssamenvalt met zijn omstandigheden. Maar wij zijn wie we zijn in en door het webvan de relaties <strong>waar</strong>in we zijn ingeweven, de omstandigheden <strong>waar</strong>in we leven enwerken, onze mentale en fysieke gesteldheid, enzovoort, en vooral door de manier<strong>waar</strong>op wij daar zelf mee omgaan, het een plaats geven in ons levensverhaal. Doorons ‘zelf’ los te koppelen van die gegevenheden leggen we onszelf een onrealistischezelfdwang op die onze sociale en psychische grenzen uit het oog verliest.124 | H.C.J. Duijker, ‘De ideologie der zelfontplooiing’, Pedagogische Studiën 53 (1976), pp.358-373, 359.85

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!