11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN VERKENNING VAN HET CHRISTENDEMOCRATISCHE MENSBEELDCritici menen dat in de concrete politieke vertaling hiervan het accent teeenzijdig is komen te liggen op het ‘representatieve’ aspect. De ‘eigen verantwoordelijkheid’van het individu zou centraal zijn komen te staan en de ideologischelegitimatie daarvan zou volgens sommige critici uiteindelijk niet meer zijn dan eenchristendemocratische geurvlag bij een liberaal mensbeeld, <strong>waar</strong>in de zelfredzaamheiden autonomie van het individu voorop staan. Van de andere kant kwam dekritiek dat het christendemocratische gemeenschapsdenken het individu juist te veelopsluit in de gemeenschappen <strong>waar</strong>in hij leeft. In een politiek klimaat <strong>waar</strong>in descheidslijn lijkt te lopen tussen ‘ik-denken’ en ‘wij-denken’, komt een christendemocratischevisie die aan zowel het persoonlijke als het relationele van mens-zijn rechtwil doen al gauw tussen twee vuren in te zitten.Onze stelling is dat we, als we recht willen doen aan zowel het individueleals het relationele, zonder in een eenzijdig individualisme of gemeenschapsdenkente vervallen, we moeten <strong>ben</strong>adrukken dat de mens niet alleen een sociaal, maarbovenal ook een ‘transcenderend’ wezen is. Daarmee bedoelen we dat mensen‘open’ wezens zijn die niet samenvallen met hun omgeving en die zich niet gauw bijhet gegevene neer leggen. Het is typisch iets voor mensen om boven zichzelf uit tewillen stijgen, op zoek naar wat ons draagt en houvast geeft, naar volheid, heelheid,geluk of rust. Precies daarom heb<strong>ben</strong> we aan wet- en regelgeving alleen niet genoeg;zonder die transcendente dimensie van moraal, <strong>waar</strong>aan regels getoetst worden endie mensen motiveert zich eraan te houden, versmallen wetten en regels tot één ofandere vorm van wetticisme.Er is, zeker de afgelopen eeuw, veel geschreven over dit onophoudelijke strevenvan de mens. De mens is ‘onaf’, een Mängelwesen, zeiden de grote wijsgerige antropologenvan de 20e eeuw, een wezen dat van nature niet thuis is in de natuur en dat‘cultuur’ nodig heeft om te overleven. 61 <strong>Mens</strong>en zoeken wanhopig verlossing uit hunZorg en Angst, zeiden de existentialisten. Het is compensatie voor het gemis van eenVaderfiguur dat we sinds onze <strong>je</strong>ugd voelen, zeiden op hun beurt Freud en z’n aanhangers.Niet meer dan een chemisch proces, meenden vervolgens de neurofysici inhun reductionistische visie op de mens; misschien een reli-lob<strong>je</strong> in onze hersenen.Hoe dan ook, mensen zijn zelfbewuste wezens die vragen <strong>waar</strong> iets goed voor is endie de vraag naar de zin van wat ze doen niet kunnen ontlopen. Antwoorden daaropliggen niet bij voorbaat vast.We moeten die neiging tot ‘transcendentie’ overigens niet uitsluitend spiritueelopvatten. De menselijke ‘openheid naar het hogere’ betekent ook dat wede wereld willen bijschaven en soms bijna verbouwen – met voordelen en risico’s.Vanuit onze behoeften, de gevaren die ons bedreigen en de idealen die we heb<strong>ben</strong>bouwen we bijvoorbeeld aan het land: dijken tegen het water, wegen om ons deverplaatsen, fabrieken, ziekenhuizen... Steeds verder zoeken we; en achter elkeoplossing rijst een nieuwe vraag. Het menselijk streven lijkt onverzadigbaar.61 | Zie voor een overzicht van wijsgerige mensbeelden: Jan Sperna Weiland, De mens in defilosofie van de twintigste eeuw, Amsterdam 1999.47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!