11.07.2015 Views

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

Mens, waar ben je? - CDA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MENS, WAAR BEN JE?De christelijke traditie heeft dit ‘transcendente’ verlangen van de mens positiefgeïnterpreteerd als een zoeken naar God. ‘Iedereen’, schrijft Dante in De goddelijkekomedie, ‘heeft, zij het vaag, een idee van het hoogste Goed <strong>waar</strong>in zijn geesttot rust komt en <strong>waar</strong>naar hij verlangt. En iedereen streeft er dan ook naar dat tebereiken’. 62 Dit verlangen naar God is een ‘ingeschapen en nooit verdwijnende dorstnaar het hemelse rijk’. 63 Het zit dus in mensen ingebakken dat ze op God gericht zijnen in God hun vervulling en rust vinden. God is het hoogste goede, het summumbonum, het doel van de mens. Die gerichtheid van de mens op God, van het schepselop de Schepper, speelt ook in het christendemocratische denken over de mens eenbelangrijke rol.Gericht op God en verbonden met de werkelijkheidIn het katholieke denken wordt gesproken over het natuurlijke verlangen van demens naar God. De mens heeft een ‘innige en vitale verbondenheid met God’, diehem, ook als hij die negeert of vergeet, kenmerkt. 64 Ook in het protestantse denken,bijvoorbeeld in de politieke filosofie van Herman Dooyeweerd, wordt gewezen op hetsterke verlangen van de mens naar zijn Oorsprong. De kerkvader Augustinus schreef:‘[...] gij hebt ons gemaakt naar U, en rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rustvindt in U.’ 65 Dat ‘augustiniaanse moment’ is voor zowel de katholieke als de protestantsetradities in de christendemocratie altijd cruciaal geweest. 66We vinden die ‘transcendentale openheid’ ook in het verhaal in Genesis (al isdie term natuurlijk van ons en niet van de vertellers). De oergeschiedenis in Genesisis, zeiden we al, kritische zelfreflectie van een volk in tijd van ballingschap. Hetbeoordeelt het recente verleden door te vragen naar het begin. En dat begin was‘goed’, zo gaat het verhaal. Het mag inmiddels duidelijk zijn dat we Genesis 1 voorallezen als een duiding van de aard van ons bestaan: wijzelf en de wereld om onsheen zijn geschapen. En goed ook. Op allerlei manieren wordt uitgedrukt hoe uiteen woeste en doodse oersoep leven wordt geschapen, hoe er orde ontstaat in dechaos en levensprocessen op gang komen. Licht wordt gescheiden van duisternis, deaardse wateren van het hemelgewelf, de zee van het droge. Jong groen ontkiemt,bomen beginnen vrucht te dragen. Twee grote lichten worden aan de hemelkoepelgeplaatst om dag en nacht te onderscheiden, een grote voor overdag en een kleinerevoor ‘s nachts. Er worden allerlei levende wezens gemaakt die in het water wemelen,langs de hemel vliegen of over de aarde kruipen. Waaronder, tenslotte, ookde mens (m/v). Al die scheppingshandelingen worden in het verhaal voorafgegaan62 | Dante, De goddelijke komedie, Baarn 1987, p.239, op. cit. Arjan Plaisier, ‘Het klassiekchristelijk mensbeeld en de postmoderne context’, Bijna goddelijk gemaakt: gedachtenover de menselijke gerichtheid op God, eds. Nico den Bok & Arjan Plaisier, Zoetermeer2005, pp.18-36, 19.63 | Dante, De goddelijke komedie, Baarn 1987, p.309.64 | Zie bijv. Katechismus hfd 1, sectie 1, deel 1.65 | Aurelius Augustinus, Belijdenissen, Baarn 1988, p.29.66 | Zie H.G. Geertsema, Het menselijk karakter van ons kennen, Amsterdam 1992, p.116.48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!