13.07.2015 Views

Les 11 Hoe wonen jullie? - NT2.nl

Les 11 Hoe wonen jullie? - NT2.nl

Les 11 Hoe wonen jullie? - NT2.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

docent HIJ viert ZIJN verjaardag, ZIJ viert HAAR verjaardag. Ja, klopt. Wat isdat eigenlijk, een verjaardag? Is dat een nationale feestdag?cursist 1 Nee, nee, is geen nationale feestdag! Zij is geboren op deze dag. Zijn ...haar geboorte geboortedag! Goed woord geboortedag?docent Het is geweldig, een prachtig woord. Vier jij ook altijd je verjaardag?[kijkt naar cursist 2]cursist 2 Nee, wij doen dat niet. Wij vieren de dag van eh ... jij naam.docent Eh ... dat begrijp ik niet: JOUW naam??cursist 2 Je hebt de naam van een ... saint ... ehh een belangrijke persoon van de... kurk ... ?docent Ik snap het al! Van de KERK! Dat noemen we een heilige. Net alsSinterklaas, dat is ook een heilige.cursist 2 Ja en die heelige heeft speciale dag, dat is ook jij dag, jouw dag.docent De dag van die heilige is ook jouw dag, ja. Dat is duidelijk. Als iemandjarig is, in Nederland, geeft die cadeautjes aan iedereen? [tot cursist 3]cursist 3 Nee, geeft niet cadeautjes, krìjgt cadeautjes, ik denk? Geeft wel …sweets ... choclat?docent Ja! Chocola. Sweets noemen we snoep. Je geeft snoep en je krijgtcadeautjes. Kijk je meteen wat het cadeautje is, of na het feest?cursist 3 Neeeee! Niet meteen kijken, toch? Na de feest ... het feest!• De docent kondigt het onderwerp van het gesprek aan, en begint over de verjaardag:wat is dat eigenlijk?• krijgt zo het verschil tussen verjaardag en naamdag boven tafel, introduceert –alleen ter wille van cursist 2 – het nieuwe woord ‘heilige’, waarvan deze cursistzelf overigens al een adequate betekenisbeschrijving geeft;• stapt over op de Nederlandse gewoontes inzake verjaardagen: ook dat vergteen nieuw woord: ‘snoep’, maar het biedt de gelegenheid in te gaan op het verschiltussen cadeautjes meteen uitpakken (NL), of bewaren tot na het feest.Onderwerpen in de tekst, de vragen en de oefeningenOnderwerpen genoeg in de tekst en de vragen, en ook uit de oefeningen (zie <strong>Les</strong> 1‘Scenario 7’) kunt u gespreksstof halen. Laat u uw cursisten vooral flink oefenenmet het woordje er, het onderwerp van het grammaticablokje op p. 129, maarbespaart u hun uitvoerige grammaticale explicaties.8 V15De Delftse methode voor docenten © Uitgeverij Boom, 2012<strong>Les</strong> 27 Feestvieren 100

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!