TRANSMIGRASI ZAMAN BELANDA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
A 1. De veldhulpdiensten zijn door ons Bestuur ingesteld.<br />
Marsden schreef reeds dat de hoofden geen inkomsten uit hun<br />
ambt genooten: „He levies no tax nor has any revenues" 1 ).<br />
Dit was niet geheel juist; hetgeen Francis mededeelt is nauwkeuriger:<br />
„Den hoofden worden geen vaste inkomsten van de<br />
bevolking toegekend, maar trekken hunne voordeelen uit eigen<br />
arbeid en van de boeten en straffen, die ze den misdadiger mogen<br />
opleggen" 2 ). Ook voor Palembang wordt dit gemeld: „De depati's<br />
en proatins genieten geen andere voordeelen dan die welke zij<br />
uit de boeten van hun onderhoorigen trekken" 3 ).<br />
Het Nederlandsch Bestuur achtte het noodzakelijk, het ambt<br />
van volkshoofd aantrekkelijk te maken, daar de aantrekkelijkheid<br />
zeer geleden had door het opdragen van belastingheffing en<br />
uitvoering van heerendienstregelingen aan de hoofden. Bovendien<br />
kwam daar nog bij, dat de afschaffing van de slavernij en<br />
van het pandelingschap de hoofden in een slechtere positie had<br />
gebracht, daar zij wel in de eerste plaats van deze werkkrachten<br />
profiteerden. Na afschaffing van slavernij en pandelingschap<br />
werd den hoofden het recht gegeven, om onbetaalde diensten te<br />
eischen van de ongehuwde mannelijke ingezetenen 4 ). Later werd<br />
dit in Palembang uitgebreid tot alle heerendienstplichtigen.<br />
In Benkoelen heeft vrijwel dezelfde gang van zaken plaats gevonden.<br />
Wanneer in 1850 de posthouder van Lais aan den Assistent-Resident<br />
van Benkoelen voorstelt, de inkomsten van de<br />
hoofden te regelen, krijgt hij tot antwoord, dat het den Assistent-<br />
Resident niet geraden voorkomt zich met zaken van huishoudelijken<br />
aard van de bevolking in te laten ®). Helfrich meldt, dat<br />
bij afschaffing van de slavernij en pandelingschap in 1859 de<br />
ongehuwde mannen om beurten werden verplicht diensten te<br />
verrichten ten behoeve van de margahoofden. In 1871 werd deze<br />
dienst vervangen door een door iedere heerendienstplichtige te<br />
verrichten dienst, die echter beperkt bleef tot een dag per jaar<br />
en afgekocht werd voor 5 koelaks rijst 6 ). Uit een Residentsbesluit<br />
van 1909 blijkt, dat de verrichting in arbeid toen nog voorkwam,<br />
maar dat ook reeds afkoop in geld of padi plaats vond 7 ).<br />
De verplichte arbeid was dan meestal 3 dagen.<br />
*) MARSDEN, The history of Sumatra, blz. 211.<br />
2<br />
) FRANCIS, Bengkoelen in 1833, T.v.N.I., 1839, blz. 146.<br />
3<br />
) Bijdrage tot de kennis der oorspronkelijke instellingen van Palembang,<br />
T.v.N.I., 1853, 2de deel, blz. 460.<br />
4<br />
) VAN BOYEN, Palembangsohe marga, blz. 106.<br />
6<br />
) Adatrechtbundel 27, blz. 488.<br />
6<br />
) HELFRICH, Bijdrage tot de kennis der onderafdeeling Kroë, Bijdrage<br />
Kon. Instituut, 1889, blz. 537.<br />
') Adatrechtbundel 12, blz. 63.<br />
90