TRANSMIGRASI ZAMAN BELANDA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In het besluit van den Resident der Lampongsche Districten<br />
van 31 December 1860 no 134/4 wordt overwogen dat het weldra<br />
niet meer mogelijk zal zijn om geschikte „sujetten" voor de betrekking<br />
van kamponghoofd te vinden, omdat er vrij wel geen voordeelen<br />
aan deze betrekking zijn verbonden. Bovendien wordt<br />
overwogen dat de diensten door de hoofden gepresteerd, geheel<br />
zijn ten voordeele der betrokken bevolking, zoodat het billijk kan<br />
worden geacht dat deze bevolking ook voorziet in hun behoeften.<br />
Vervolgens wordt bepaald „dat de gezamentlijke kampongbewoners<br />
zullen verpligt zijn a tour de röle het kamponghoofd behulpzaam<br />
te wezen in het bewerken van zijn sawah of ladang". Deze<br />
werkzaamheden werden begrensd, echter niet door vaststelling<br />
van een maximum aantal dagdiensten, maar door vaststelling<br />
van de hoeveelheid padi, welke moest worden geproduceerd en<br />
van het aantal koffieboomen of peperranken, dat de kampongbewoners<br />
voor hun hoofden moesten planten. Voor een dorpshoofd<br />
bedroeg de hoeveelheid padi 50 picol en het aantal koffieboomen<br />
of peperranken 1500 *). Geheel in overeenstemming met<br />
de in dit gewest gevoerde politiek om de marga uit te schakelen,<br />
werd bepaald dat het margahoofd deze inkomsten niet geniet,<br />
tenzij hij kamponghoofd is van de kampong waar hij woont. Deze<br />
regeling is later vervangen door een regeling, waarbij het aantal<br />
te verrichten dagdiensten werd vastgesteld.<br />
In Djambi wordt in 1906 verboden (evenals in Palembang) om<br />
de veldhulpdiensten te vorderen; ook hier moeten ze worden afgekocht<br />
2 ).<br />
De veldhulpdiensten (Palembang: koelie boedjang; Benkoelen:<br />
lemecdiensten; Djambi: gerbodiensten; Lampongsche Districten:<br />
kolongdiensten) worden thans niet meer verricht. Zij zijn overal<br />
vervangen door een afkoopgeld dat f 1,50 bedraagt ter vervanging<br />
van 3 dagen verplichte veldhulpdienst. Deze bedragen ad fl,50<br />
worden gestort in de margakas en daarna uitbetaald aan het margahoofd<br />
(f 1,—) en aan de dorpshoofden (f 0,50). Laatstgenoemden<br />
deelen dit bedrag met de hen ondergeschikte wijkhoofden. Soms<br />
is er ook wel een andere verhouding in de verdeeling dezer gelden.<br />
Dit afkoopgeld heeft echter het oorspronkelijke karakter verloren,<br />
daar bij wanbetaling nimmer de verrichting in arbeid<br />
wordt geëischt. Hoofden en bevolking zijn van deze diensten<br />
vervreemd. Dit afkoopgeld verschilt in de praktijk slechts weinig<br />
van een hoofdgeld, uit de opbrengst waarvan de hoofden worden<br />
bezoldigd in verhouding tot het aantal dienstplichtigen. Het ee-<br />
1<br />
) Adatrechtbundel 32, blz. 121.<br />
2<br />
) Adatrechtbundel 5, blz. 198.<br />
91