TRANSMIGRASI ZAMAN BELANDA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Redjang, de Pasemah en Balalau. Het is een gelukkige omstandigheid<br />
te achten, dat er omtrent de Redjang en de Pasemah publicaties<br />
bestaan, die ons een beeld geven hoe de Inlandsche rechtsgemeenschappen<br />
vóór het ingrijpen van het Nederlandsch Gezag<br />
waren georganiseerd. Tevens mag worden aangenomen, dat deze<br />
gebieden zeer weinig onder invloed van vreemde Vorstenbesturen,<br />
i.c. Palembang, hebben gestaan. De bevolking van deze gebieden<br />
was belast met de grensbewaking van het Palembangsche rijk en<br />
daardoor practisch onafhankelijk. Bovendien is er een zeer belangrijke<br />
publicatie betreffende de rechtsgemeenschappen in het<br />
Noordelijk gedeelte van de Lampongsche Districten. De bevolking<br />
van deze streken is afkomstig van het Balalau-plateau. Deze<br />
rechtsgemeenschappen hebben niet tot het Palembangsche rijk<br />
behoord en vermoedelijk slechts zeer weinig onder invloed van<br />
Bantam gestaan, daar de invloed van dit rijk meer beperkt bleef<br />
tot de kuststreek.<br />
De oudste gegevens betreffen de Redjangers en zijn afkomstig<br />
van Marsden, die van 1771 tot 1779 in dienst was van de Engel -<br />
sche Oost-Indische Compagnie als gewestelijk secretaris van<br />
Benkoelen, ,,secratary to the President of Fort Marlborough" x ).<br />
Hij maakte in die functie een studie van de Redjangers, maar<br />
beschikte door tusschenkomst van zijn broer, die Resident te<br />
Lais was geweest, voornamelijk over gegevens betreffende Redjangers,<br />
die uit hun stamland naar het laagland van Lais waren<br />
geëmigreerd.<br />
„The Redjang People are distinguished into tribes, the descendants<br />
of different ancestors. Of these there are four principals who are<br />
said to tracé their origin to four brothers and have been united for<br />
time immemorial in a league offensive and defensive. The inhabitants<br />
live in villages, called dusun, eaeh under the government of a Headman<br />
or magistrate styled dupati.<br />
The respect paid to the dupati is little more than as to an elder of<br />
a family held in esteem and this the old men of the dusun share with<br />
him, sitting by his side in judgment on the little differences that<br />
arise among themselves. If they cannot determine the cause or the<br />
dispute to be with one of a separate village, the neighbouring proatins<br />
of the same tribe meet for the purpose.<br />
On every river there is at least one superior proatin, termed a<br />
pambarab, who is chosen by the rest and has the right or duty of<br />
presiding at those suits and festivals in which two or more villages<br />
are concerned. If more tribes than one are settled on the same river<br />
each has usually its pambarab. Not only the rivers of districts but<br />
indeed each dusun is independant of, though not unconnected with<br />
its neighbours, acting in consent with them by specific consent" 2 ).<br />
1<br />
) VAN VOLLENHOVEN, De ontdekking van het adatrecht, § 4. Marsden,<br />
de pionier, blz. 14 e.v.<br />
2<br />
) MARSDEN, The history of Sumatra, blz. 210-213.<br />
7