TRANSMIGRASI ZAMAN BELANDA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In het Residentsbesluit van 1923 1 ), dat de verkiezing van<br />
marga- en dorpshoofden regelt, wordt het erfopvolgingsbeginsel<br />
geheel losgelaten. Het actief en passief kiesrecht wordt toegekend<br />
aan alle volwassen mannen, behoorende tot de Inheemsche<br />
bevolking van Nederlandsch-Indië, welke gedurende de laatste<br />
12 maanden hun vaste woonplaats binnen de betrokken gemeenschap<br />
hebben gehad. Niet alle Inheemsche ingezetenen hadden<br />
dus het kiesrecht, maar slechts de mannelijke ingezetenen die<br />
aan dit vereischte voldeden, dat vrijwel woordelijk overeen komt<br />
met het vereischte voor het ingezetenschap van de Nederlandsche<br />
gemeente (art. 4 Gemeentewet).<br />
De regeling is in 1930 door een andere vervangen, die hieronder<br />
zal worden besproken (blz. 56). De regeling van 1923 was onjuist,<br />
omdat het in strijd met de adat te achten is dat iemand, afkomstig<br />
van een andere marga of een Padanger of Javaan, mits hij<br />
een jaar in de marga woont, het actief en passief kiesrecht verkrijgt.<br />
Slechts de gemeentegenooten, d.z. de tot het adatverband<br />
behoorende personen, zouden daarvoor in aanmerking kunnen<br />
komen. In Hoofdstuk III is vermeld, dat een immigrant niet<br />
gemakkelijk gemeentegenoot kan worden.<br />
Zeer zeker zou deze regeling moeilijkheden hebben kunnen geven<br />
in marga's met een groot aantal Javaansche kolonisten. De<br />
snelle toeneming van het aantal kolonisten gedurende de laatste<br />
jaren in verscheidene marga's in Benkoelen maakt het geval niet<br />
ondenkbaar, dat de Javanen er de meerderheid gaan uitmaken.<br />
Wanneer zij bij een margahoofdverkiezing, gehouden volgens de<br />
regeling van 1923, alle hun stem op een Javaan hadden uitgebracht<br />
en deze daardoor verkozen was geworden, zou het voor<br />
den Resident niet mogelijk zijn geweest, den verkozene te bevestigen.<br />
De Benkoeleesche bevolking zou verklaard hebben geen<br />
enkel bezwaar te hebben tegen Javaansche kolonisten, maar wel<br />
bezwaar te hebben tegen een Javaansch margahoofd, omdat zij<br />
hem niet als margagenoot beschouwen. Zou de bevestiging toch<br />
plaats gehad hebben, dan zouden de Benkoeleesche hoofden en<br />
de Benkoeleesche bevolking hem zoo lang hebben tegengewerkt,<br />
tot hij ontslag vroeg.<br />
Ook in Palembang werd oorspronkelijk door erfopvolging met<br />
electie in hoofdenvacatures voorzien. In het rechtstreeks door<br />
den Sultan bestuurd gebied werd het overlijden of aftreden van<br />
het margahoofd aan den Sultan gerapporteerd. Deze voorzag dan<br />
meestal in de vacature door den zoon of naasten mannelijken<br />
bloedverwant aan te wijzen in overeenstemming met het verzoek<br />
1<br />
) Adatrechtbundel 32, blz. 27.<br />
53