04.05.2013 Views

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

R.K. kerk voortzetten, vervielen deze fondsen aan de stadsarmenkamer,<br />

die door middel van haar z.g. "Eleëmosenieren", de armen van<br />

alle gezindten uit deze fondsen, ging bedélen. De inkomsten bestonden<br />

uit huis-aan-huis-collecten en heffingen op bepaalde produkten en<br />

dienstverleningen. In 1734 haakten de R.K. en de Lutherse kerk af.<br />

Deze wilden hun eigen armen verzorgen. Het grootste deel van Zwolle<br />

behoorde echter tot de Hervormde kerk, zodat de Zwolse armen grotendeels<br />

door deze fondsen werden onderhouden.<br />

Daarnaast had echter de diakonie sedert 1739 ook haar eigen armen.<br />

De Gouveneur van de Koning, J. H. de Graaf van Rechteren tot Appeltern<br />

vond dit een ondoelmatige zaak. Naast de Stadsarmenkamer<br />

ook nog eens 160 gezinnen door de diakonie gesteund. Bovendien lagen<br />

in zijn gedachtenwereld de kerk en de overheid in eikaars verlengde.<br />

De Koning was immers hoofd van de kerk en hoofd van de staat.<br />

Een soort personele unie dus. Wat lag er meer voor de hand dan ook<br />

de armenverzorging te combineren. Zijn initiatief viel niet in goede<br />

aarde, noch bij de overheid, noch bij de kerk.<br />

Om de bezwaren van de diakenen te begrijpen, gaan we eerst eens na<br />

hoe de diakonie functioneerde.<br />

In tegenstelling tot de ouderling, moest de diaken heel wat werk verzetten.<br />

Naast zijn collectebeurt in de kerkdienst, moest hij wekelijks<br />

vergaderen en na afloop van de vergadering vond steeds de bedéling<br />

plaats. We hoeven niet veel fantasie te bezitten om te begrijpen, dat<br />

met de grote armoede en de betrekkelijk geringe inkomsten de uitdeling<br />

geen pretje was. In 1832 was er een nadelig saldo van ƒ 779,50. In<br />

de uitkering moest dus vaak "geknepen" worden, wat door de bedeelden<br />

wel niet in dank zal zijn afgenomen. Zo miste een weduwe haar zes<br />

stuivers per week toen ze naar Ommen verhuisde en bij haar kinderen<br />

ging inwonen.<br />

De verkiezing tot diaken was financieel ook niet altijd aantrekkelijk.<br />

Immers, het algemeen reglement bepaalde dat wanneer een lid der gemeente<br />

benoemd werd tot kerkvoogd of notabel, ouderling of diaken,<br />

hij de benoeming weliswaar kon weigeren, maar bij gebrek aan een<br />

aanvaardbare reden een uitkoopsom moest betalen van / 100,--; bij<br />

weigering voor de tweede maal was zelfs ƒ 200,-- verschuldigd. Bij tussentijds<br />

aftreden golden dezelfde regels. (Vergelijk hier eens het weekloon<br />

van een arbeider van vier a vijf gulden mee).<br />

Sommige diakenen hadden de gewoonte om voor de (lange) preek weg<br />

te gaan om onder het genot van een kop koffie in "de Harmonie" (in<br />

de zomer 1826 aan de Grote Markt verrezen) alvast de collecten te tellen.<br />

Het werd wel een duur kopje koffie, want wie voortijdig de kerkdienst<br />

verliet of niet kwam opdagen, moest een boete van drie gulden<br />

betalen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!