04.05.2013 Views

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De nieuwe organisatie was trouwens niet het werk van Willem I, maar<br />

van een zekere "J.D. Janssen", hoofdcommies bij het departement<br />

van de zaken der Hervormde kerk, wiens naam dan ook onder alle<br />

stukken prijkt als de secretaris en adviseur.<br />

Daarvoor had hij alleen maar de oude stukken uit de la te halen, die<br />

hij in 1809 voor Lodewijk Napoleon had gemaakt.<br />

Door de inlijving bij het Franse Keizerrijk in 1810 waren de plannen<br />

niet doorgegaan, maar deze konden nu tot uitvoering komen.<br />

De kerken moesten nu zelf voor hun inkomsten zorgen met dien verstande,<br />

dat de predikantstraktementen door de staat werden betaald.<br />

Slechts 10% van de benodigde gelden kwam uit collecte. De overige<br />

90% kwam voor iets meer dan de helft uit de opbrengsten van de kerkelijk<br />

fondsen en de rest moest goed gemaakt worden door het verhuren<br />

van zitplaatsen. Voor de gegoede burgerij was het houden van een<br />

zitplaats in de kerk een statussymbool en er bestond een duidelijke<br />

rangorde. In het archief bevindt zich een brief van iemand die een andere<br />

zitplaats verlangde, omdat hij in stand vooruit was gegaan.<br />

Maar al deze inkomsten waren niet voldoende om de predikantstraktementen<br />

aan de in de dertiger jaren optredende prijsstijgingen aan te<br />

passen. Het rijk betaalde aan iedere predikant een jaarlijks traktement<br />

van / 1.050,-. De in 1827 ingestelde kerkvoogdij gaf hierop uit de lopende<br />

inkomsten een toeslag van ƒ 350,-. Predikanten dienden echter<br />

een verzoek in om deze toeslag met ƒ 200,- tot ƒ 550,- te verhogen (let<br />

wel, al deze bedragen op jaarbasis!). Hoewel de kerkvoogden dit verzoek<br />

wel rechtvaardig vonden, lieten de inkomsten zo'n verhoging niet<br />

toe.<br />

Om toch iets te doen, probeerde men een fonds te vormen om uit de<br />

rente de benodigde gelden te verkrijgen, maar dit lukte niet. Daarop<br />

besloot men de zitplaatsenhuur te verhogen. Om een of andere reden<br />

was dit laatste echter niet mogelijk. Maar men vond een slimme uitweg:<br />

het was wel mogelijk om de zitplaatsen aan een belasting te onderwerpen.<br />

De belasting zou vijftien cent voor iedere gulden huur bedragen.<br />

Uiteraard moest de kerkelijke ontvanger heel wat weigeraars<br />

bezoeken.<br />

Tevens moest ook mededeling gedaan worden aan Z.M. de Koning<br />

van deze stap. Aan hem werd dan ook "eerbiedig kennis gegeven" dat<br />

het college van Kerkvoogden had besloten een belasting op zitplaatshuur<br />

te heffen om hieruit de noodzakelijke traktementsverhoging te<br />

kunnen voldoen. Men sprak de hoop en de verwachting uit, dat 's Konings<br />

minister uit 's Rijks kas een gelijke verhoging zou toekennen. Of<br />

er een antwoord op dit verzoek binnenkwam kon niet worden achterhaald.<br />

Het resultaat was echter, dat de rijkstraktementen gelijk bleven.<br />

Wel kregen de predikanten vanaf 1841 uit de kerkvoogdijkas een<br />

verhoging van ƒ 100,- per jaar 10 .<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!