04.05.2013 Views

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zoals eerder reeds is opgemerkt, werd in 1832 de diakonie onder druk<br />

van de gouverneur door het Gemengd Hervormd Armbestuur, een samenwerkingsorgaan<br />

van overheid en diakonie, opgeslokt. Langzamerhand<br />

werd dit van beide zijden "een abnormale toestand" geacht, die<br />

onder deze benaming dan ook steeds vermeld werd. Van de zijde van<br />

de overheid was er na 1853 iets veranderd. Thorbecke was onverwacht<br />

afgetreden en daarmee verdween ook het plan om de armenzorg geheel<br />

aan de staat te trekken (dit zou pas in 1965 ten uitvoer worden gebracht!).<br />

Zijn opvolgers creëerden de Armenwet van 1854, waarbij de<br />

armenzorg primair aan de kerken en particulieren werd overgelaten en<br />

de staat alleen nog maar bijsprong, indien dit noodzakelijk was en dan<br />

nog zo minimaal mogelijk. De gemeente Zwolle vond het aanvankelijk<br />

niet nodig om dit voorschrift te volgen, maar door de hogere organen<br />

werd erop gewezen, dat er een scheiding moest komen. Vanuit de kerk<br />

werd in het synodale reglement voor de diakonieën bepaald, dat samenwerking<br />

met de overheid verboden was en zo dit door vroegere<br />

beslissingen het geval was, het teruggedraaid moest worden.<br />

In de jaren 1855, 1866 en 1867 werden er tussen de diakonie en de burgelij<br />

ke gemeente onderhandelingen gevoerd. Het struikelblok was de<br />

verdeling van het kapitaal, dat nog uit de-middeleeuwen stamde en mede<br />

was aangegroeid door stedelijke belastingen. De diakonie kon alleen<br />

terugkrijgen wat zij in 1832 had ingebracht (f 17.648,86Vi). Dit<br />

werd geweigerd en nu en dan kwam de kwestie weer op het tapijt zonder<br />

tot een oplossing te komen.<br />

Maar de Hervormde gemeente kwam toch tot het hernieuwde besef<br />

(zij het onder invloed van de synode) dat één van de taken van de kerk<br />

is om haar eigen minderbedeelden te verzorgen. De beweegreden van<br />

de burgerlijke gemeente was minder ideëel maar meer praktisch: men<br />

was bang dat de inkomsten van de eleëmosenier-fondsen niet meer toereikend<br />

zouden zijn om de uitgaven te dekken en de burgerlijke gemeente<br />

dus in de tekorten zou moeten bijpassen.<br />

In 1895 werd door de diakonie het principe-besluit genomen om tot<br />

scheiding van de armenzorg over te gaan. Maar het zou nog wel even<br />

duren, eer één en ander een feit was. De eerstvolgende jaren zou er hevig<br />

worden gediscussieerd over het probleem van de verdeling van de<br />

eleemosenier-fondsen tussen kerk en gemeente. Maar eindelijk had de<br />

Commissie, die uit het Gemengd Armbestuur was benoemd, toch een<br />

voorstel. Het was inmiddels 1901 geworden alsvorens alles in kannen<br />

en kruiken was. Op 1 juli 1901 ging de scheiding in.<br />

De vergadering van de diakonie van 12 juli 1901 werd met een toepasselijk<br />

woord van de voorzitter geopend, waarbij hij wees 6<br />

"op den nieuwen toestand, die nu is ingetreden en die o.a. ook van<br />

invloed kan zijn op de toekomst van de kinderen van bedeelden en<br />

(hij) hoopt, dat in de eerste plaats deze den arme ten goede zal komen".<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!