1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
abrupt op de kansel werden verkondigd. Bij een kerkvisitatie in 1865<br />
kwam de klacht over een predikant, die gezegd zou hebben: "Christus<br />
was een gewoon mens; wie hoger van hem spreekt, zegt maar holle<br />
klanken".<br />
Dat wetenschappelijke waarheden van een geheel andere dimensie zijn<br />
dan geloofswaarheden is een denkwijze, die pas later in de kerken gehoor<br />
vond. Voorlopig kon alleen de verlichte en liberale burgerij met<br />
de nieuwe ontwikkelingen meegaan. Ze voelde zich juist bevrijd van<br />
allerlei dogmatische geloofsvoorstellingen, die niet meer klopten met<br />
de wetenschappelijke inzichten.<br />
Maar voor de kleine burger met een geringe opleiding was de verwarring<br />
groot en het kerkelijk belangstellend deel onder hen begon zich te<br />
verweren.<br />
Maatschappelijke ontwikkelingen<br />
We kunnen deze dingen niet los zien van andere ontwikkelingen van de<br />
maatschappij in die dagen. De oude statische standenmaatschappij,<br />
die een eenzame kleine top kende, met daaronder de grote massa van<br />
onvermogende burgers en daaronder weer de paupers, was aan het<br />
veranderen. In de jaren 1850 - 1867 was er een duidelijke economische<br />
verbetering ingetreden 16 . Deze begon in de landbouw (grote oogsten en<br />
hoge prijzen) en zette zich in 1867 versneld door, mede door de technische<br />
ontwikkelingen. Dit had tot gevolg dat er meer mobiliteit in de sociale<br />
lagen kwam. Vooral de middengroep kreeg haar kansen. De lonen<br />
stegen. Spoorwegen en verbeterde druktechnieken bevorderden de<br />
communicatie, het dagbladzegel (een belasting op kranten) werd in<br />
1869 afgeschaft. Er was meer toeloop tot de scholen (de leerplichtwet<br />
kwam pas in 1901) en de eerste sociale wetgeving kwam van de grond<br />
(1874).<br />
De spoorwegen gingen reclame maken met goedkope zondagsreizen.<br />
Men kon al 4 maal per dag naar het westen, noorden en zuiden reizen.<br />
Velen waren zich goed bewust dat ze in een tijd van "vooruitgang"<br />
leefden. De vele lezingen en ingezonden stukken in de krant maakten<br />
daar meermalen gewag van. Er was een rozig optimisme over de toekomst<br />
bij de liberale burgerij en de vrijzinnige voorgangers in de Hervormde<br />
Kerk, die geïrriteerd reageerden op het "fanatisme, de bekrompenheid<br />
en onverdraagzaamheid" van de opkomende orthodoxie,<br />
die niet zo overtuigd was van de goede vooruitzichten. Zij<br />
moesten hun deel in de komende welvaart nog veroveren en hun godsdienstige<br />
instelling was nu niet bepaald zo optimistisch over de mogelijkheden<br />
van de mens. (Heidelbergse Catechismus: "De mens is niet<br />
in staat tot enig goed en geneigd tot alle kwaad").<br />
39