1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
1986 JAARBOEK - Historisch Centrum Overijssel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Wie waren de revolutionairen?<br />
De volgende beroepen komen op de lijst van lidmaten voor 38 :<br />
kleermaker winkelier<br />
arbeider timmerman<br />
wagenmaker klerk<br />
schoenmaker aanspreker<br />
bakker koopman<br />
letterzetter horlogemaker<br />
meubelmaker behanger<br />
landbouwer dienstbode<br />
slager ladingmeester<br />
In de kerkeraad waren een boekdrukker, slager, timmerman/<br />
aannemer, timmermansknecht, smid en een beurtschipper.<br />
Ze woonden overwegend in Assendorp en verdienden van f 800,<br />
tot ƒ 1.200,- per jaar, sommigen van f 600,- tot ƒ 800,-.<br />
Ze behoorden dus tot de geschoolde arbeiders en de kleine middenstand.<br />
Op de achtergrond echter stond de vermogende heer<br />
L.C. Cnopius uit Ittersum, die er voor zorgde dat binnen twee<br />
jaar een eigen predikant en een kerkgebouw ter beschikking<br />
stonden. Ook de beurtschipper F. J. de Vries beschikte over enig<br />
kapitaal.<br />
De balans<br />
We kunnen het wel en wee van de nieuwe groep binnen het kader van<br />
deze beschrijving niet volgen. In 1892 verenigde de nieuw ontstane<br />
kerk zich met een deel van de afgescheidenen van 1835.<br />
Na de gebruikelijke aanloopmoeilijkheden beleefden ze tot 1944 een<br />
bloeiperiode. Opvallend is, dat het totaal der groepen die de Herv.<br />
Kerk in de 19e eeuw verlieten, in Zwolle achterbleef bij het landelijk<br />
gemiddelde van 9,1%. In 1896 telden de afgescheidenen nl. samen<br />
4,5% van de Zwolse bevolking, maar in 1939 was dit 12%, hetgeen<br />
veel hoger was dan het landelijk gemiddelde van 9,7%. Vermoedelijk<br />
is dit niet alleen door werfkracht gekomen (hoewel er verschillende<br />
briefjes melding maakten van een overgang), maar ook door import<br />
en een veel hoger geboortecijfer.<br />
In deze kringen was, in tegenstelling tot de Hervormden en onkerkelijken,<br />
het grote gezin "in". Hoewel dus in 1887 de aderlating kwantitatief<br />
niet groot was, betekende het toch voor de Hervormde Kerk een<br />
groot verlies, omdat het hier mensen betrof, die én geestelijk én financieel<br />
veel voor de kerk over hadden.<br />
71