AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de OESO toegestane werkwijze, zoals die <strong>be</strong>schreven is in deel IV van het Rapport 2008, lijkt evenwel<br />
tot een resultaat te leiden dat meer in overeenstemming is met de in artikel 7 omschreven<br />
principes en lijkt het aanwenden van die methodes slechts in laatste instantie toe te staan.<br />
98. Paragraaf 7 <strong>be</strong>paalt dat elk inkomen dat gedurende het <strong>be</strong>staan van een vaste inrichting aan<br />
die vaste inrichting kan worden toegerekend, <strong>be</strong>lastbaar is in de overeenkomstsluitende Staat op<br />
wiens grondgebied die vaste inrichting gevestigd is, zelfs indien die inkomsten <strong>be</strong>taald werden nadat<br />
de vaste inrichting opgehouden heeft te <strong>be</strong>staan. Die <strong>be</strong>paling stemt overeen met de Belgische<br />
wetgeving (zie artikel 28 van het WIB 1992) en heeft dus geen bijzondere weerslag op de <strong>be</strong>lastingheffing<br />
in België ter zake van inkomsten die toerekenbaar zijn aan een vaste inrichting waarover<br />
een inwoner van de Verenigde Staten in België <strong>be</strong>schikt. Evenzo worden de kosten die ten <strong>be</strong>hoeve<br />
van de vaste inrichting zijn gemaakt en die <strong>be</strong>taald zijn nadat de vaste inrichting opgehouden<br />
heeft te <strong>be</strong>staan in aanmerking genomen voor het <strong>be</strong>palen van de inkomsten van die vaste inrichting.<br />
99. Bijlage I bij de circulaire gaat met name nader in op de toepassing van de artikelen 5 en 7<br />
op de winst die wordt verwezenlijkt met <strong>be</strong>hulp van fiscaal transparante entiteiten.<br />
Artikel 8 (Zeevaart en luchtvaart)<br />
Paragraaf 1<br />
100. In tegenstelling tot het OESO-Model kent paragraaf 1 het recht om de winst uit de exploitatie<br />
van schepen en luchtvaartuigen in internationaal verkeer te <strong>be</strong>lasten uitsluitend toe aan de woonstaat<br />
van de onderneming, en niet aan de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de<br />
onderneming is gelegen.<br />
101. Wanneer de plaats van de werkelijke leiding van een vennootschap in de Verenigde Staten<br />
gelegen is staat de Amerikaanse <strong>be</strong>lastingwetgeving de Verenigde Staten niet toe om die vennootschap<br />
te <strong>be</strong>lasten op haar wereldwijde winst indien deze niet in de Verenigde Staten werd opgericht.<br />
Door die regel op te nemen kan dus vermeden worden dat geen <strong>be</strong>lasting zou worden geheven,<br />
hetgeen in <strong>be</strong>paalde gevallen het gevolg zou kunnen zijn van de regel van het OESO-Model.<br />
De gevallen van dub<strong>be</strong>le <strong>be</strong>lasting worden geregeld overeenkomstig de <strong>be</strong>palingen van artikel 4,<br />
paragraaf 5.<br />
102. De uitdrukking "internationaal verkeer" wordt gedefinieerd in alinea f) van paragraaf 1 van<br />
artikel 3 (Algemene <strong>be</strong>palingen). Er wordt bijgevolg verwezen naar de commentaar bij die <strong>be</strong>paling.<br />
Paragraaf 2<br />
103. Winst uit zee- en luchtvaart is winst die de onderneming rechtstreeks verwezenlijkt uit het<br />
vervoer van passagiers of goederen met <strong>be</strong>hulp van schepen of luchtvaartuigen die ze in internationaal<br />
verkeer exploiteert, en uit de werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met dit<br />
vervoer of die bijkomend zijn ten opzichte van dit vervoer. In dit verband wordt verwezen naar de<br />
paragrafen 4 tot 14 van de commentaar bij artikel 8 van het OESO-Model.<br />
104. Volgens paragraaf 5 van de OESO-commentaar moet de winst uit de verhuring van een volledig<br />
<strong>be</strong>mand en uitgerust schip of luchtvaartuig worden <strong>be</strong>handeld op dezelfde wijze als de winst<br />
uit vervoer van passagiers of van goederen. Het is daarentegen artikel 7 (Ondernemingswinst) en<br />
niet artikel 8 dat van toepassing is op de winst uit de verhuring van een on<strong>be</strong>mand schip of luchtvaartuig,<br />
<strong>be</strong>halve indien die winst een bijkomende bron van inkomsten is voor een onderneming<br />
die schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer exploiteert. Paragraaf 2 dekt evenwel uitdrukkelijk<br />
de winst uit de verhuring van een on<strong>be</strong>mand schip of luchtvaartuig in twee gevallen:<br />
▪ wanneer die winst voor de internationale transportonderneming bijkomstig is; of<br />
▪ wanneer de huurder het schip of het luchtvaartuig in internationaal verkeer exploiteert.<br />
105. De reikwijdte van artikel 8 met <strong>be</strong>trekking tot de on<strong>be</strong>mande verhuring is bijgevolg ruimer<br />
dan bij artikel 8 van het OESO-Model. Vanaf het ogenblik dat de huurder een schip of luchtvaartuig<br />
in internationaal verkeer exploiteert, is artikel 8 van toepassing op de winst die wordt verwezenlijkt<br />
door de onderneming die dit schip of dat luchtvaartuig verhuurt, zelfs indien de verhuring van<br />
schepen of luchtvaartuigen de <strong>be</strong>langrijkste of enige werkzaamheid van die onderneming vormt of