AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
283. Het restartikel dat de <strong>be</strong>lastingheffing regelt van de inkomsten<strong>be</strong>standdelen die niet uitdrukkelijk<br />
vermeld zijn in de artikelen 6 tot 19 stemt grotendeels overeen met het OESO-Model.<br />
284. In tegenstelling tot artikel 21 (Andere inkomsten) van het OESO-Model <strong>be</strong>paalt artikel 20<br />
evenwel dat de "andere inkomsten" uitsluitend <strong>be</strong>lastbaar zijn in de woonstaat van de persoon die<br />
ze ontvangt, doch slechts indien die persoon de uiteindelijk gerechtigde tot de inkomsten is. Een<br />
inwoner van een overeenkomstsluitende Staat die handelt als vertegenwoordiger, gemachtigde of<br />
simpelweg als tussenpersoon voor een andere persoon die geen inwoner van die Staat is, wordt<br />
niet <strong>be</strong>schouwd als de uiteindelijk gerechtigde tot de inkomsten en de andere overeenkomstsluitende<br />
Staat is niet verplicht ze vrij te stellen. Voor het interpreteren van de uitdrukking "uiteindelijk<br />
gerechtigde" vereist de context van de Overeenkomst immers dat er wordt verwezen naar de<br />
<strong>be</strong>tekenis welke die uitdrukking heeft in het kader van de artikelen 10, 11 en 12 van de Overeenkomst,<br />
in overeenstemming met de commentaar bij de artikelen 10, 11 en 12 van het OESO-<br />
Model.<br />
285. De bronstaat van de inkomsten moet die inkomsten vrijstellen zelfs indien die inkomsten in<br />
de woonstaat niet aan de <strong>be</strong>lasting onderworpen worden.<br />
286. De inkomsten uit Belgische bronnen die door de Belgische wetgeving als <strong>be</strong>lastbare inkomsten<br />
<strong>be</strong>schouwd worden die <strong>be</strong>doeld worden in artikel 20 zijn met name:<br />
▪ de uitkeringen tot onderhoud die niet vallen onder de reikwijdte van de paragrafen 4<br />
en 5 van artikel 17 (Pensioenen, sociale zekerheid, lijfrenten en uitkeringen tot onderhoud);<br />
▪ kapitaal dat <strong>be</strong>taald wordt ingevolge een onderhoudsplicht;<br />
▪ de prijzen en subsidies die gestort worden aan wetenschappers, schrijvers of artiesten<br />
waarop artikel 90, 2° WIB 1992 van toepassing is.<br />
▪ de <strong>be</strong>urzen die worden toegekend aan studenten, stagiairs of onderzoekers wanneer<br />
ze niet binnen de werkingssfeer van artikel 19 (Studenten, stagiairs, leraren en onderzoekers)<br />
vallen.<br />
Artikel 21 (Beperking van de voordelen)<br />
287. Artikel 21 heeft tot doel te verzekeren dat de <strong>be</strong>palingen van de Overeenkomst van toepassing<br />
zijn op de inwoners van de overeenkomstsluitende Staten en dat inwoners van derde Staten<br />
geen voordeel halen uit de Overeenkomst door middel van een entiteit die ze op het grondgebied<br />
van een overeenkomstsluitende Staat vestigen. Artikel 21 gaat dan ook heel uitgebreid in op dit<br />
probleem van "fiscaal shoppen" of "treaty shopping". Het is de voornaamste <strong>be</strong>doeling om te voorkomen<br />
dat personen die geen inwoner van de Verenigde Staten (of van België) zijn, door gebruik<br />
te maken van een entiteit die voor het overige zou <strong>be</strong>antwoorden aan de criteria inzake woonplaats<br />
waarin de wetgeving van de Verenigde Staten (of van België) voorziet, de <strong>be</strong>lastingverminderingen<br />
of –vrijstellingen zouden kunnen genieten die op grond van de artikelen 6 tot 21 van de Overeenkomst<br />
in België (in de Verenigde Staten) worden toegekend.<br />
288. Het doel van artikel 21 <strong>be</strong>staat erin is om elke entiteit die op het grondgebied van een overeenkomstsluitende<br />
Staat gevestigd is door personen die geen inwoner van die Staat zijn, uit te<br />
sluiten van de voordelen van de Overeenkomst wanneer de oprichting, verwerving of instandhouding<br />
van die entiteit alsmede de door die entiteit uitgeoefende werkzaamheden hoofdzakelijk tot<br />
doel heb<strong>be</strong>n de voordelen van de Overeenkomst te verkrijgen.<br />
289. Het is niet altijd gemakkelijk om vast te stellen of het verkrijgen van de voordelen van de<br />
Overeenkomst al dan niet één van de voornaamste doelstellingen van sommige verrichtingen is.<br />
Daarom voorzien de paragrafen 2 tot 6 van artikel 21 in objectieve categorieën van personen<br />
waarvan wordt aangenomen dat ze niet hoofdzakelijk tot doel heb<strong>be</strong>n de voordelen van de Overeenkomst<br />
te verkrijgen. Wanneer een inwoner van België (of van de Verenigde Staten) <strong>be</strong>hoort tot<br />
één van die categorieën en voldoet aan de voor die categorie gestelde voorwaarden, wordt aangenomen<br />
dat zijn inrichting en zijn werkzaamheden in de Verenigde Staten (of in België) niet hoofdzakelijk<br />
tot doel heb<strong>be</strong>n voordeel te halen uit de Overeenkomst. Bijgevolg krijgt hij, naargelang het<br />
geval, de voordelen van de Overeenkomst in het algemeen of de voordelen waarin de Overeenkomst<br />
voorziet voor specifieke inkomsten, en dit onder de voorwaarden die zijn <strong>be</strong>paald door de<br />
andere artikelen van de Overeenkomst.