AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
▪ de identificatie (firmanaam, adres, fiscaal identificatienummer, enz.) van de persoon<br />
die de regeling voor onderling overleg heeft ingeleid overeenkomstig paragraaf 1 en<br />
van de andere personen die bij het geval <strong>be</strong>trokken zijn;<br />
▪ gedetailleerde inlichtingen aangaande de feiten en omstandigheden waarmee rekening<br />
moet gehouden worden (daaronder <strong>be</strong>grepen de <strong>be</strong>trekkingen tussen verbonden ondernemingen<br />
die partij zijn bij transacties die verband houden met het geval);<br />
▪ aanduiding van de des<strong>be</strong>treffende <strong>be</strong>lastbare tijdperken;<br />
▪ de kopie van het aanslagbiljet en van het verslag van de fiscale audit of een gelijkwaardig<br />
document dat leidt tot de <strong>be</strong>lastingheffing die wordt <strong>be</strong>schouwd als zijnde niet<br />
in overeenstemming met de <strong>be</strong>palingen van de Overeenkomst;<br />
▪ gedetailleerde inlichtingen aangaande gerechtelijke stappen en <strong>be</strong>zwaarprocedures die<br />
zijn ondernomen door de persoon die de regeling voor onderling overleg heeft ingeleid<br />
overeenkomstig paragraaf 1 en door de andere personen die bij het geval <strong>be</strong>trokken<br />
zijn, alsmede inlichtingen aangaande elke rechterlijke uitspraak <strong>be</strong>treffende het geval;<br />
▪ de uiteenzetting door de persoon die de regeling voor onderling overleg heeft ingeleid<br />
overeenkomstig paragraaf 1 omtrent de motieven op basis waarvan hij van oordeel is<br />
dat de maatregelen van een overeenkomstsluitende Staat of van <strong>be</strong>ide overeenkomstsluitende<br />
Staten leiden of zullen leiden tot een <strong>be</strong>lastingheffing die niet in overeenstemming<br />
is met de <strong>be</strong>palingen van de Overeenkomst; en<br />
▪ alle specifieke bijkomende inlichtingen die door de Belgische <strong>be</strong>voegde autoriteit gevraagd<br />
worden binnen een termijn van twee maanden na de ontvangst van de vraag<br />
uitgaande van de persoon die de regeling voor onderling overleg heeft ingeleid overeenkomstig<br />
paragraaf 1 of van de vraag van de Amerikaanse <strong>be</strong>voegde autoriteit om<br />
een geval in onderlinge overeenstemming op te lossen.<br />
360. In dit verband wordt opgemerkt dat de medewerking van de <strong>be</strong>lastingplichtige essentieel is<br />
voor de goede werking van de regeling voor onderling overleg. Indien een <strong>be</strong>lastingplichtige niet<br />
loyaal meewerkt met de Belgische <strong>be</strong>voegde autoriteit bij het oplossen van zijn geval, zou de Belgische<br />
<strong>be</strong>voegde autoriteit kunnen voorstellen aan de Amerikaanse <strong>be</strong>voegde autoriteit om de regeling<br />
voor onderling overleg af te sluiten zonder te pro<strong>be</strong>ren het geval op te lossen. De Belgische<br />
<strong>be</strong>voegde autoriteit zou evenwel slechts dergelijke maatregel mogen voorstellen nadat de <strong>be</strong>lastingplichtige<br />
ervan op de hoogte werd gebracht en na afloop van een laatste termijn waarin hij zijn<br />
nalatigheid kan goedmaken.<br />
361. De <strong>be</strong>slissing na arbitrage vormt een integrerend deel van de door artikel 24 georganiseerde<br />
regeling voor onderling overleg. De arbitrage is dus geen alternatief of aanvullend <strong>be</strong>zwaar maar<br />
een verlengstuk van de regeling voor onderling overleg waardoor de doeltreffendheid van dat overleg<br />
kan ver<strong>be</strong>teren. Indien de <strong>be</strong>voegde autoriteiten een akkoord <strong>be</strong>reikt heb<strong>be</strong>n waarbij geen enkele<br />
vraag aangaande de toepassing van de <strong>be</strong>palingen van de Overeenkomst onopgelost blijft,<br />
kan geen enkele vraag nog aan arbitrage worden voorgelegd, zelfs indien de persoon die de regeling<br />
voor onderling overleg heeft ingeleid, van mening is dat het akkoord van de <strong>be</strong>voegde autoriteiten<br />
in zijn geval geen correcte oplossing is.<br />
362. Een geval mag niet als afgesloten <strong>be</strong>schouwd worden zolang er tussen de <strong>be</strong>voegde autoriteiten<br />
nog minstens één punt van onenigheid is aangaande de overeenstemming van een <strong>be</strong>lastingheffing<br />
met de Overeenkomst Een <strong>be</strong>voegde autoriteit kan dus niet eenzijdig <strong>be</strong>slissen dat een<br />
niet opgeloste vraag niet voor arbitrage moet worden voorgelegd. Het is pas wanneer <strong>be</strong>ide <strong>be</strong>voegde<br />
autoriteiten overeenkomen een niet opgeloste vraag niet voor arbitrage voor te leggen, dat<br />
de arbitragefase niet wordt toegepast.<br />
363. Punt 6 van het Protocol legt de praktische regels vast voor het verloop van de arbitragefase<br />
van de regeling voor onderling overleg. Er wordt in het bijzonder opgemerkt:<br />
▪ dat de <strong>be</strong>voegde autoriteiten zelfs na het opstarten van de arbitragefase nog een wederzijds<br />
akkoord kunnen sluiten dat ipso facto de arbitragefase <strong>be</strong>ëindigt; evenzo kan<br />
een <strong>be</strong>trokken persoon ten allen tijde zijn verzoek voor een regeling voor onderling<br />
overleg intrekken en aldus de arbitragefase <strong>be</strong>ëindigen;<br />
▪ dat de arbitragecommissie <strong>be</strong>staat uit drie scheidsrechters (in principe duidt elke overeenkomstsluitende<br />
Staat een scheidsrechter aan die op hun <strong>be</strong>urt de derde scheidsrechter<br />
aanduiden, die als voorzitter fungeert);<br />
▪ dat de arbitragecommissie over het algemeen een schriftelijke <strong>be</strong>slissing <strong>be</strong>zorgt binnen<br />
een termijn van zes maanden vanaf de aanduiding van de voorzitter ervan;<br />
▪ dat de arbitragecommissie geen autonome <strong>be</strong>slissing neemt maar één van de voorstellen<br />
van <strong>be</strong>slissing moet kiezen die door elke <strong>be</strong>voegde autoriteit worden voorgedragen