AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
AFZ/97-0380 - Fiscus.fgov.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
(zogenaamde arbitrage van "laatste <strong>be</strong>ste bod" of "laatste arbitragebod"); dit soort arbitrage<br />
moet ertoe leiden dat elke <strong>be</strong>voegde autoriteit een redelijk voorstel van <strong>be</strong>slissing<br />
voorlegt teneinde de kans te verhogen dat haar voorstel zal gekozen worden door<br />
de arbitragecommissie;<br />
▪ dat de voorstellen van <strong>be</strong>slissing die door de <strong>be</strong>voegde autoriteiten aan de arbitragecommissie<br />
worden voorgelegd, in principe <strong>be</strong>perkt zijn tot het voorstellen van een oplossing<br />
voor elke niet opgeloste vraag die erin <strong>be</strong>staat een <strong>be</strong>drag van inkomsten, van<br />
uitgaven of van <strong>be</strong>lasting naar voren te brengen; dergelijke oplossing is meer in het<br />
bijzonder aangepast aan gevallen van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen<br />
(artikel 9 van de Overeenkomst) of van toerekening van winst aan een vaste inrichting<br />
(artikel 7 van de Overeenkomst); in het protocol van akkoord dat de <strong>be</strong>voegde<br />
autoriteiten op 5 mei 2009 ondertekend heb<strong>be</strong>n, zijn de <strong>be</strong>voegde autoriteiten overeengekomen<br />
dat ze, geval per geval, konden <strong>be</strong>slissen dat van deze regel mag worden<br />
afgeweken voor sommige niet opgeloste vragen (bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer het erom gaat<br />
te <strong>be</strong>palen of er al dan niet een vaste inrichting <strong>be</strong>staat of te <strong>be</strong>palen welke <strong>be</strong>tekenis<br />
moet worden gegeven aan een in de Overeenkomst gebruikte uitdrukking);<br />
▪ dat de <strong>be</strong>slissing na arbitrage niet met redenen omkleed en niet gezagheb<strong>be</strong>nd is;<br />
▪ dat de <strong>be</strong>slissing na arbitrage voor <strong>be</strong>ide overeenkomstsluitende Staten slechts bindend<br />
is indien binnen een termijn van 30 dagen vanaf de datum waarop de arbitrage<strong>be</strong>slissing<br />
werd ontvangen:<br />
- elke <strong>be</strong>trokken persoon verklaart die <strong>be</strong>slissing te aanvaarden; en<br />
- wanneer een intern geding werd in gang gezet, de <strong>be</strong>trokken personen het <strong>be</strong>voegde<br />
gerechtshof of de <strong>be</strong>voegde rechtbank op de hoogte brengen van het wederzijds<br />
akkoord, en dat zij de vraag of de vragen die door het wederzijds akkoord overeenkomstig<br />
de arbitrage<strong>be</strong>slissing zijn geregeld, uit het geding terugtrekken;<br />
▪ dat de inlichtingen aangaande de arbitrageprocedure onderworpen zijn aan de regels<br />
inzake vertrouwelijkheid waarin artikel 25 (Uitwisseling van inlichtingen en administratieve<br />
bijstand) voorziet.<br />
364. Paragraaf q) van punt 6 van het Protocol stelt de <strong>be</strong>voegde autoriteiten in staat de in punt 6<br />
genoemde regels en procedures te wijzigen of aan te vullen in de mate waarin zulks nodig is om<br />
het door artikel 24, paragraaf 7 <strong>be</strong>oogde doel, met name dub<strong>be</strong>le <strong>be</strong>lasting te vermijden op een efficiënte<br />
manier te kunnen verwezenlijken. Deze <strong>be</strong>paling maakt het mogelijk flexi<strong>be</strong>le regels in te<br />
voeren die aangepast zijn aan de intentie van de arbitrageprocedure. Overeenkomstig deze <strong>be</strong>paling<br />
heb<strong>be</strong>n de <strong>be</strong>voegde autoriteiten op 5 mei 2009 een protocol van akkoord ondertekend.<br />
Artikel 25 (Uitwisseling van inlichtingen en administratieve bijstand)<br />
Paragrafen 1 tot 4<br />
365. In tegenstelling tot het OESO-Model <strong>be</strong>perkt paragraaf 1 de uitwisseling van inlichtingen tot<br />
de <strong>be</strong>lastingen <strong>be</strong>doeld in artikel 2 (Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is), dat<br />
wil zeggen de <strong>be</strong>lastingen naar het inkomen die worden geheven ten <strong>be</strong>hoeve van een overeenkomstsluitende<br />
Staat en niet die welke worden geheven ten <strong>be</strong>hoeve van de staatkundige onderdelen<br />
of plaatselijke gemeenschappen daarvan.<br />
366. Inlichtingen inzake sommige andere <strong>be</strong>lastingen 18 kunnen evenwel worden uitgewisseld door<br />
de Belgische en Amerikaanse <strong>be</strong>lastingautoriteiten in het kader van de Gezamenlijke Overeenkomst<br />
van de Raad van Europa en de OESO van 25 januari 1988 inzake wederzijdse administratieve bijstand<br />
in fiscale aangelegenheden (Belgisch Staatsblad van 17.10.2000) waarbij België en de Verenigde<br />
Staten partij zijn.<br />
18 In het kader van de Gezamenlijke Overeenkomst tussen de Raad van Europa en de OESO kunnen België<br />
en de Verenigde Staten inlichtingen uitwisselen aangaande de volgende <strong>be</strong>lastingen:<br />
- de <strong>be</strong>lastingen naar het inkomen en naar het vermogen;<br />
- de btw;<br />
- De specifieke <strong>be</strong>lastingen op goederen en diensten (in België: accijnzen, de jaarlijkse taks op de verzekeringscontracten<br />
en de jaarlijkse taks op de winstdeelnameen).<br />
Er worden geen inlichtingen uitgewisseld voor de <strong>be</strong>lastingen van staatkundige onderdelen of plaatselijke<br />
gemeenschappen.