Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ehoudt dus zijn positie als werkgever. Panta Rhei is binnen het kader van bestuurlijke schaalvergroting<br />
gericht op de kwaliteitsverbetering van de betrokken <strong>scholen</strong> en is niet zo zeer gericht op<br />
het behalen van schaalvergrotingsvoordelen en het vermijden van risico’s. Speerpunten in het<br />
beleid van Panta Rhei zijn: verantwoording afleggen over de kwaliteit van het onderwijs aan<br />
ouders, onderwijskansenbeleid, onderwijs aan het jonge kind (waaronder aandacht wordt besteed<br />
aan taalbeleid en ict) en integraal personeelsbeleid. Naast het speerpuntenbeleid heeft Panta Rhei<br />
een eigen opleidingscentrum opgericht om alle 130 personeelsleden op het gebied van ICT te<br />
<strong>scholen</strong> zodat zij in het bezit komen van het ‘digitaal rijbewijs onderwijs’. Ook kunnen ouders van<br />
leerlingen van dit opleidingscentrum gebruik maken. Het samenwerkingsverband heeft voor het<br />
schooljaar 2000/2001 een beroep gedaan op de stimuleringsregeling van het ministerie. De middelen<br />
die de school in het kader van deze regeling ontvangt, worden gebruikt voor de bovengenoemde<br />
onderwerpen en het opleidingscentrum. Een positief effect van de samenwerking zijn de<br />
korte lijnen tussen de stichting en de <strong>scholen</strong> (bron: Brochure Panta Rhei, 2000).<br />
SAMENWERKING IN HET KADER VAN WEER SAMEN NAAR SCHOOL<br />
Met het Weer Samen Naar School-beleid wordt beoogd de zorg voor leerlingen met<br />
bepaalde leer- of opvoedingsproblemen binnen de basisschool te verbeteren, zodat minder<br />
van deze leerlingen hoeven te worden verwezen naar speciale <strong>scholen</strong> voor basisonderwijs.<br />
Om dit beleid gestalte te geven zijn <strong>scholen</strong> voor basisonderwijs en <strong>scholen</strong> voor<br />
speciaal basisonderwijs aangesloten bij samenwerkingsbanden WSNS. Binnen zo’n samenwerkingsverband<br />
moeten basis<strong>scholen</strong> en <strong>scholen</strong> voor speciaal basisonderwijs onderlinge<br />
afspraken maken over de opvang van leerlingen met specifieke leer- of opvoedingsproblemen.<br />
Ieder samenwerkingsverband heeft een coördinator en een centrale dienst. De coördinator<br />
heeft in de meeste gevallen een onderwijsachtergrond (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs<br />
of schoolbegeleidingsdienst). Een groot deel van de coördinatoren moet zijn<br />
tijd verdelen over beheers- en zorginhoudelijke taken. De centrale dienst vormt het administratief<br />
uitvoeringsorgaan en verdeelt de middelen. Naast de coördinator en de centrale<br />
dienst zijn er binnen het samenwerkingsverband en de school verschillende zorgfunctionarissen<br />
actief. In het samenwerkingsverband komt met name de (preventieve) ambulante<br />
begeleider veel voor. In bijna alle <strong>scholen</strong> is een interne begeleider aanwezig.<br />
Op 1 oktober 2000 waren er 248 samenwerkingsverbanden. Een samenwerkingsverband<br />
telt gemiddeld 29,9 <strong>scholen</strong>: 28,4 basis<strong>scholen</strong> en 1,5 <strong>scholen</strong> voor speciaal basisonderwijs.<br />
Het gemiddeld aantal leerlingen per samenwerkingsverband bedroeg 6643, van wie<br />
6235 op de basis<strong>scholen</strong> en 208 op de speciale <strong>scholen</strong> voor basisonderwijs (OCenW,<br />
2001b). Uit het PMPO-rapport De stand van zaken in de WSNS-samenwerkingsverbanden<br />
in het schooljaar 1999/2000 (PMPO, 2000) blijkt dat de samenwerkingsverbanden voor<br />
hun bestuurlijke vormgeving vooral kiezen voor lichtere bestuurlijke constructies zoals<br />
overeenkomsten en federaties. Ongeveer een vijfde deel van de samenwerkingsverbanden<br />
werkt op basis van een overeenkomst en tweederde werkt met een federatief model.<br />
Minder vaak komen het model ‘federatie plus’ en het één-bestuursmodel voor.<br />
Overigens hangt de eerder genoemde bestuurlijke krachtenbundeling primair onderwijs<br />
samen met de WSNS-samenwerkingsverbanden (Annevelink, Witziers & Bosker, 2000). De<br />
meeste WSNS-samenwerkingsverbanden zijn interzuilair. Bestuurlijke krachtenbundeling<br />
(BKB) vindt in de meeste gevallen plaats binnen een bepaalde zuil, omdat men vindt dat<br />
het maken van afspraken over personeelsbeleid, materieel beleid en de organisatie van<br />
Bijlage 2 B.2-13