05.05.2014 Views

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De achterliggende gedachten bij de schaalvergroting van <strong>scholen</strong> zoals die heeft plaatsgevonden,<br />

waren onder meer het streven naar meer doelmatigheid en de verwachting dat<br />

in een grote school meer mogelijkheden zouden zijn voor maatwerk, differentiatie, zorg<br />

op maat, een ononderbroken leerlijn en interactie tussen leerlingen met verschillende<br />

capaciteiten (Van den Berg (red.), 2000, p.42-45). In de praktijk blijkt dat positieve effecten<br />

en kansen van schaalvergroting onder meer liggen in zaken als het behoud van (een<br />

breed) onderwijsaanbod, meer doelmatigheid en een bredere financiële basis, professionalisering<br />

van bestuur en management en meer mogelijkheden voor professionele contacten<br />

tussen leraren. Negatieve aspecten zijn onder meer het doorwerken van fusieperikelen,<br />

cultuurconflicten tussen schoolsoorten en het feit dat de organisatie niet altijd<br />

goed is ingesteld op de eigen grootte. Dit uit zich bijvoorbeeld in roosterproblemen, veel<br />

pendelen tussen gebouwen en een gebrekkige interne communicatie (Van Dijck, 1998,<br />

p.11-12). Gesteld kan worden dat de genoemde nadelige gevolgen van fusies meestal<br />

met de jaren slijten en opgelost kunnen worden door een professioneel management. De<br />

laatste jaren zijn er echter ook signalen dat bepaalde problemen zich lastig laten oplossen<br />

binnen een grote organisatie en dat de schaalvergroting hier en daar doorschiet.<br />

Met name in het voortgezet onderwijs zijn er steeds meer zeer grote <strong>scholen</strong> ontstaan.<br />

Vooral wanneer <strong>scholen</strong>gemeenschappen op één ongedifferentieerde locatie zijn gevestigd,<br />

hebben leraren en leerlingen te maken met een groot aantal en een grote diversiteit<br />

aan collega’s en medeleerlingen. Hoewel bij schaalvergroting interne differentiatie binnen<br />

<strong>scholen</strong> wordt gerealiseerd, kan met het advies Aansprekend burgerschap van de Raad<br />

voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) geconstateerd worden dat deze interne<br />

differentiatie niet geheel in de pas lijkt te lopen met het belang van ‘de menselijke maat’.<br />

Mensen hebben de behoefte om zich te identificeren met de mensen om hen heen en om<br />

herkend, gekend en erkend te worden. Aspecten als opvoeding tot burgerschap, participatie,<br />

herkenbaarheid voor leerlingen en personeel, het gevoel van gezamenlijkheid, de<br />

inzetbereidheid en de sociale veiligheid dragen daaraan bij, maar zijn soms onder druk<br />

komen te staan. Een actuele vraag is dan ook hoe de voordelen van grootschalige (heterogene)<br />

organisaties gecombineerd kunnen worden met kleinschalige, intern meer homogene<br />

organisatievormen met onderwijs op een menselijke maat. Mogelijkheden zijn er<br />

wel, maar ze zijn nog niet erg bekend (RMO, 2000). In de volgende paragraaf wordt hier<br />

nader op ingegaan.<br />

5.2 Reflectie<br />

De beschreven ontwikkelingen geven aan dat de professionaliteit van leraren en de interne<br />

organisatie van <strong>scholen</strong> zich op verschillende terreinen in positieve zin ontwikkelen.<br />

Tegelijkertijd echter staan de verbindingen tussen de verschillende lagen en functies in<br />

de schoolorganisatie, oftewel de verbindingen tussen beleid, beheer en primair proces,<br />

onder druk, evenals ‘de menselijke maat.’ De raad vindt het belangrijk dat negatieve<br />

effecten van deregulering en autonomievergroting in de zin van een te ver doorschietende<br />

interne regulering, worden tegengaan. De uitgangspunten zoals deze eerder in paragraaf<br />

1.4 zijn geformuleerd, zijn mede in dit perspectief te zien. De interne organisatie<br />

van <strong>scholen</strong> zou zo ingericht moeten worden dat er duidelijke onderlinge verbindingen<br />

zijn, dat het binnen <strong>scholen</strong> aanwezige beleidsvoerend <strong>vermogen</strong> beter wordt benut en<br />

dat de maatvoering adequaat is. Een deel van de <strong>scholen</strong> werkt daar ook al aan, zij kunnen<br />

als voorbeeld en inspiratiebron dienen voor andere <strong>scholen</strong>.<br />

56 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!