05.05.2014 Views

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van het instrument zou kunnen leiden tot bestuurlijke versnippering (‘Kleinstaaterei’) en<br />

aantasting van de solidariteit tussen de betrokken <strong>scholen</strong>. Deze weg wil de raad onder<br />

geen beding aanbevelen. Ook is de optie niet bedoeld als dreiginstrument in het geval<br />

van spanningen en conflicten tussen <strong>scholen</strong> en hun bestuur. Op dat moment is de<br />

authenticiteit van het instrument in het geding en is sprake van oneigenlijk gebruik. Een<br />

ander nadeel kan zijn dat niet alle besturen voldoende geprofessionaliseerd zijn om het<br />

instrument te hanteren en vanuit een positieve insteek te begeleiden. Hetzelfde geldt<br />

mutatis mutandis voor <strong>scholen</strong> en groepen leraren.<br />

Met het oog op de genoemde doelstelling van meer expliciete mogelijkheden een eigen<br />

onderwijsconcept te ontwikkelen, en in het licht van het voorkómen van de genoemde<br />

nadelen (bestuurlijke versnippering, verlies aan solidariteit, oneigenlijk gebruik, onvoldoende<br />

professionaliteit) denkt de raad aan verschillende varianten van conceptontwikkeling<br />

die elk aan condities gebonden zijn. De bestuurlijke inbedding van de betrokken<br />

school blijft daarbij binnen hetzelfde bestuurlijk verband behouden dan wel wordt<br />

binnen een ander (groot) verband gerealiseerd. 23<br />

VARIANTEN<br />

De raad onderscheidt vier hoofdvarianten van conceptontwikkeling. Bij de eerste variant<br />

neemt een school of een groep docenten het initiatief tot de ontwikkeling van een eigen<br />

onderwijskundig en/of organisatorisch concept en biedt het bestuur de school respectievelijk<br />

de groep docenten (en eventueel andere <strong>scholen</strong> of docentengroepen) daartoe<br />

expliciet ruimte. Kenmerkend voor deze variant zijn het tijdelijke karakter en het feit dat<br />

de bestuurlijke vormgeving niet verandert: de school blijft zonder meer deel uitmaken<br />

van het bestaande bestuurlijke verband. Deze variant kan als ‘projectschool’ worden aangeduid<br />

(cel 1 in Overzicht 5). Overigens bestaat deze variant momenteel al in de praktijk.<br />

Na een afgesproken tijd wordt de projectschool geëvalueerd. Er zijn dan verschillende<br />

mogelijkheden. Ten eerste is denkbaar dat het project geen vervolg krijgt en de situatie<br />

van voorheen weer gaat gelden. In dit geval wordt de verzelfstandiging dus weer ongedaan<br />

gemaakt.<br />

Ten tweede kan de projectschool (bij een positieve evaluatie) een vervolg krijgen in die<br />

zin dat het ontwikkelde concept op de betrokken school/<strong>scholen</strong> blijvend wordt ingevoerd,<br />

met behoud van de bestaande bestuurlijke vormgeving. Deze variant kan als<br />

‘programmaschool’ worden aangeduid (cel 2 in het overzicht). Ook deze variant bestaat<br />

momenteel al in de praktijk; denk bijvoorbeeld aan <strong>scholen</strong> die zich profileren als onderwijskansenschool<br />

of als school voor topsporters.<br />

Daarnaast is denkbaar dat bij de evaluatie van een projectschool ervoor wordt gekozen<br />

om het project voort te zetten in die zin dat het tijdelijke karakter blijft bestaan (bijvoorbeeld<br />

voor 3 of 5 jaar), maar dat in die periode de betrokken school of <strong>scholen</strong> binnen<br />

een andere bestuurlijke vorm gaat/gaan opereren. De lijn met het bestaande bestuur<br />

wordt behouden het gaat immers nog steeds om een tijdelijke vorm van conceptontwikkeling<br />

- maar de invulling daarvan kan worden aangepast. Tevens is denkbaar dat daarnaast<br />

relaties met andere besturen worden aangeknoopt. Na de afgesproken periode<br />

23 De raad werkt deze aan condities gebonden varianten alleen uit voor het primair en voortgezet onderwijs. Verschillende<br />

aspecten kunnen echter ook hun nut bewijzen in de bve-sector en het hoger onderwijs.<br />

82 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!