05.05.2014 Views

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

Wat scholen vermogen - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tieve beeldvorming ten aanzien van minder autonome <strong>scholen</strong>. Variatie in autonomie<br />

moet <strong>scholen</strong> uitdagen, niet in een hoek zetten.<br />

Bij veel financiële autonomie zijn negatieve effecten als oneigenlijk gebruik, faillissementen<br />

en dergelijke denkbaar. Deze kunnen onder meer worden tegengegaan door alleen<br />

<strong>scholen</strong> die aan bepaalde, nader te bepalen condities voldoen, de mogelijkheid voor veel<br />

financiële vrijheid te bieden (zie ook Eijlander et al, 2001, p.16). Deze gedachte zou moeten<br />

worden betrokken bij het zelfbepalingsinstrument zoals dat in het voorgaande is<br />

geschetst.<br />

Verder zou de rijksoverheid constructies moeten activeren die kunnen verhinderen dat<br />

<strong>scholen</strong> financieel in de problemen raken. Dit kan bijvoorbeeld door monitoring en begeleiding<br />

van <strong>scholen</strong> met een ruimere financiële autonomie (nadrukkelijke toetsing van het<br />

accountantsverslag) en door <strong>scholen</strong> te verplichten om (bij het verkrijgen van meer<br />

beleidsruimte) zorg te dragen voor een vangnet. Een vangnet kan bijvoorbeeld een groot<br />

bestuur zijn, maar ook een gezamenlijk fonds en dergelijke. In het actieprogramma<br />

Kwaliteit aan de basis wordt gesteld dat een bepaalde bestuurlijke schaal een conditie is<br />

voor lumpsumfinanciering in het primair onderwijs. Volgens de raad kunnen <strong>scholen</strong> echter<br />

ook binnen andere verbanden tot de benodigde risicodekking komen (zie verder<br />

hoofdstuk 6).<br />

GELIJKHEID<br />

Er zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat wanneer de ene school formeel<br />

meer autonomie heeft dan de andere, de rechtsgelijkheid van personeel en van leerlingen<br />

van de verschillende <strong>scholen</strong> in het gedrang kan komen. Gelijkheid in de zin van<br />

toegankelijkheid lijkt niet in het geding bij de hier voorgestelde variatie in autonomie.<br />

SOCIALE COHESIE<br />

Onderwijs gedijt beter in goed lopende sociale omgeving. De sociale textuur is dubbel<br />

belangrijk, namelijk als voorwaarde voor goede onderwijsprestaties en als raster voor de<br />

sociale binding van een gemeenschap. Nu om ons heen verschillende sociale verbanden<br />

aan kracht verliezen kan juist de school een fundamentele kracht zijn om gemeenschapsvorming<br />

te realiseren. Scholen kunnen in de optiek van de raad hun ruimere autonomie<br />

gebruiken om hier op verschillende manieren vorm aan te geven:<br />

1 via de weg van het curriculum:<br />

• vakspecifiek, bijvoorbeeld bij maatschappijleer, economie,<br />

geschiedenis,<br />

• transversaal over de vakken heen en<br />

• specifiek, projectgericht;<br />

2 langs procedureel-substantiële weg:<br />

• deelname in besluitvorming door leerlingen en leraren en<br />

• participatie van ouders en lokale gemeenschap; en<br />

3 langs de weg van de schoolcultuur en het schoolklimaat.<br />

Variatie in autonomie die aansluit bij de specifieke situaties van de school kan tegemoet<br />

komen aan het criterium van bevordering van de sociale cohesie.<br />

38 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2002

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!