Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Wat scholen vermogen - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
aan de directeur of de centrale directie toedeelt. Daar komt bij dat de regering in het<br />
kader van de wet tot aanpassing van de onderwijswetgeving aan de Awb III (TK 2000-<br />
2001, 27265, nr.6) expliciet de opvatting zoals hier door de raad gehuldigd heeft afgewezen.<br />
Bijvoorbeeld delegatie van bestuur aan schoolleiding wordt niet in overeenstemming<br />
met de onderwijswetgeving geacht. Gezien dit standpunt zou het de rechtszekerheid<br />
ten goede komen wanneer de wetgever expliciet zou uitspreken dat onderwijsinstellingen<br />
zelf hun bestuurlijke inrichting kunnen vormgeven en daarbij vrij zijn bestuursbevoegdheden<br />
over verschillende organen te verdelen.<br />
Hoewel een wetswijziging gezien de wetsgeschiedenis niet per se nodig is om het model<br />
van een raad van toezicht met een centrale directie of college van bestuur toe te passen,<br />
kan deze wel als voordeel hebben dat een raad van toezicht duidelijker zichtbaar<br />
gemaakt wordt als orgaan met een beperkt aantal vaste taken zoals de benoeming van<br />
de directie en het vaststellen van de jaarrekening, waardoor de aanspreekbaarheid ervan<br />
wordt bevorderd. Ten aanzien van de bijzondere school kan voorts gesteld worden dat<br />
het aantrekkelijk is om de positie van eventueel in te stellen raden van toezicht te<br />
stroomlijnen en duidelijk te profileren mede in het licht van hun externe functie in het<br />
kader van toezicht en verantwoording.<br />
De vraag is hierbij vervolgens hoe ver een eventuele wetswijziging zou moeten gaan. Een<br />
mogelijkheid is om in de desbetreffende wetten een eenduidige regeling op te nemen<br />
zoals dat thans het geval is voor de openbare universiteiten. Het gaat dan om de naamgeving<br />
en de taken van de raad van toezicht. Verwacht mag echter worden dat een dergelijke<br />
aanpak op problemen zal stuiten in verband met de positie van het bijzonder<br />
onderwijs. Een andere mogelijkheid is om in de wet het instellen van een raad van toezicht<br />
op te nemen als vrij te kiezen optie, en daaraan te verbinden dat de keuze daarvoor<br />
impliceert dat de raad van toezicht aan een aantal in de wet op te nemen criteria moet<br />
voldoen. Ter vergelijking kan worden gewezen op een parallelle situatie in het bedrijfsleven<br />
waar het gaat om de raad van commissarissen. Daar geldt namelijk dat, indien wordt<br />
gekozen voor een juridische vormgeving van een bedrijf waaraan de noodzaak van de<br />
instelling van een raad van commissarissen is verbonden, wettelijke voorschriften gelden<br />
waaraan deze raad moet voldoen.<br />
De voorgaande redenering kan als volgt worden samengevat:<br />
• Variatie in bestuurlijke inrichting is positief te waarderen; in dat verband dient<br />
de bestuurlijke inrichting in principe vrij te zijn.<br />
• Wanneer de school een meer centrale positie en meer beleidsruimte krijgt,<br />
neemt ook het belang van verantwoording door de school toe. In dit verband<br />
zou ook toekenning van bestuurlijke bevoegdheden aan de schoolleiding en het<br />
model van een raad van toezicht met een centrale directie of college van<br />
bestuur mogelijk moeten zijn.<br />
• In dit licht zou een raad van toezicht wettelijk mogelijk moeten worden<br />
gemaakt. Wanneer men kiest voor een model met een raad van toezicht, is men<br />
gehouden aan bepaalde inrichtingsvoorschriften voor die raad van toezicht.<br />
In aanvulling hierop merkt de raad op dat hij een RvTmodel voor de toekomst als een<br />
nastrevenswaardig model ziet. In dat verband verdient het aanbeveling om, indien het<br />
voorgaande voorstel wordt uitgewerkt, het dan gerealiseerde stelsel na een aantal jaren<br />
te evalueren.<br />
98 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2002